dinsdag 20 september 2011

DUCKJES

Sommige vrienden van me zeggen dat het ook iets moois heeft als de kinderen het huis uitgaan. Ik zie dat niet zo. Ik zie alleen maar gemis en verandering. En ik houd niet van verandering. Om toch een positieve draai te geven aan dit proces van verschraling ontruim ik dezer dagen de kamer van mijn dochter. Daar moet mijn werkkamer komen. In een visioen zie ik mezelf zitten aan mijn antieke bureau, met uitzicht op de bomen van de binnentuinen, omringd door rijen boeken. Al die boeken die nu ordeloos over het huis verspreid zijn, zullen daar, keurig in het gelid en alfabetisch gerangschikt, een heuse bibliotheek vormen. Ik hoef mijn arm maar naar links of rechts uit te strekken om het benodigde deel te pakken. Alleen voor de bovenste rijen heb ik een krukje nodig. Tussen dat droombeeld en de huidige toestand staat me nog wel wat te doen. Vandaag ben ik bezig geweest met de strips. Mijn dochter had uit Spanje laten weten dat alles weg kon. Maar dat is natuurlijk onzin. Stoere praat, waar je spijt van krijgt. Uit de meters gekleurd papier viste ik dus eerst de boekjes: Suske en Wiske, Asterix, Kuifje. Daar maakte ik keurige stapels van, voor in die bibliotheek. Vervolgens de jaargangen Turtles, Dinosaurus!, Dieren, Fancy en andere tijdschriften. Dat ging nog. Daar zou ik misschien wel een liefhebber voor vinden. Maar nu werd het moeilijker. Duckjes. Kilo’s en kilo’s. In alle staten van redelijk in tact tot verfrommeld, gescheurd en kaftloos. ‘Wegmieteren, ongezien!’, zei mijn doortastende ik. ‘Ja maar...’, sputterde mijn gevoelige ziel tegen, ‘weet je dan niet meer?’ Mijn dochter heeft een rusteloze geest. Haar gedachten razen ordeloos door haar hoofd en schieten voortdurend alle kanten op. Als kind had ze daar intuïtief een remedie voor gevonden. Als ze tot rust wilde komen las ze strips. Niet een strip, maar een hele stapel. Achter elkaar door, willekeurig wat, maar het liefst Donald Duck of Suske en Wiske. Als de helft ontbrak gaf dat niet. Ze begon gewoon midden in het verhaal. Als ze maar las. Haar bed was een ordeloze leeszaal. De blaadjes puilden onder het matras uit en in het donker onder het bed verzamelden ze stof. Strips waren haar persoonlijke ritalin. Duimend bracht ze uren in de wereld van Donald en Dagobert door, tot ze plotseling in slaap viel. ’s Nachts moest ik dan haar duim uit haar mond halen en de strips uit haar handen loswurmen. Dat alles is ongemerkt voorbij gegaan. Duimen doet ze allang niet meer. Ik weet niet precies wanneer het begonnen is, maar tegenwoordig vervult haar laptop de functie die de strips hadden. Chatten, msm’en, YouTubefilmpjes kijken, Facebooken, bandsites bijhouden, alles gretig door elkaar, terwijl ze ondertussen naar muziek luistert en met een half oog een tv-serie volgt. ’s Avonds leest ze dan nog een bladzij of wat in een favoriet boek en dan valt ze vermoeid in een diepe slaap waaruit ze al vroeg verkwikt opstaat. Naar de strips kijkt ze niet meer om. Moet ik haar kordate raad nu opvolgen en al die oude Duckjes zomaar in de papierbak gooien? Het gaat me aan het hart. Het is net of ik een hele tijd weggooi. Voorbij is die zeker, die tijd, voorgoed voorbij, maar die stapels gekleurd papier daar in die onttakelde kamer doen net of het pas gisteren was.

1 opmerking:

Jetty van Spaendonck zei

Gooi geen oude Penny's weg (mochten die er tussen zitten) !!