vrijdag 13 januari 2023

JICHT


De lichtjes zijn gedoofd, de feesten zijn voorbij, het werk is weer begonnen. Buiten heersen wind en regen, in mijn kleine leven regeert de soberheid. Duisternis en honger - januari op zijn smalst. Om toch nog ergens mijn dosis endorfine vandaan te halen nu de flessen gesloten blijven en suiker en vet in de ban zijn gedaan ben ik weer aan het vertalen. Na Heine en Eichendorff is de man aan de beurt die hun erfenis van volkstümliche poëzie tot ver in de twintigste eeuw heeft beheerd: Hermann Hesse. Ik had al een aantal gedichten vertaald uit zijn vroege jaren: romantische verzen die hij maakte tijdens zijn reis naar Italië in 1901, - en een aantal late gedichten: sombere natuurbeelden en boeddhistische levenslessen op rijm. De middenperiode ontbrak en daar wilde ik me nu in verdiepen. 
Rond zijn vijftigste levensjaar maakte Hesse een diepe crisis door. We kunnen het nalezen in Der Steppenwolf. Dat bleek poëzie opgeleverd te hebben die een heel andere toon aanslaat dan die vertrouwde romantische.

Arme drommel ’s morgens na het gemaskerd bal

Het zit me tegen. Eerst was alles goed,
Ze zat bij mij op schoot, een en al gloed,
Toen is ze met Jan Klaassen weggelopen,
En ik heb, woedend, veel te veel gezopen.

Nu heb ik een paar tafels omgesmeten
En ben tot bloedens toe gevallen op mijn knie.
Mijn bril is ook kapot, het glas gespleten
En dankzij jou, mevrouw, heb ik geen spie.

En boven alle andere zwijnerij
Ook nog een meer dan hondsberoerd geweten!
Ach mens, was deze zondag maar voorbij
En ik en jij en dit vervloekte leven!
Ik hou nu op want ik moet overgeven.

(Armer Teufel am Morgen nach dem Maskenbal, 1926)

In 1922 ging Hesse vier weken kuren in Baden om verlichting te zoeken voor zijn ischias en zijn jicht. Hij deed het dat najaar nog eens en zou zijn hele leven een stamgast van het kuuroord blijven. Omdat hij, zenuwpees en hypochonder, ook een psychische oorzaak vermoedde was hij al in psychotherapie geweest bij Josef Lang, een leerling van Jung. De zwavelbaden moesten de rest doen. Het leverde een onderhoudend boek op (Kurgast, Kuren in de vertaling van Pé Hawinkels) en een dichtbundel: Gedichte im Krankenbett (1927). 

Jicht

Op dagen dat mijn vingers buigzaam zijn,
Kan ik de tijd met poëzie verdrijven,
En lukt het mij een sierlijk vers te schrijven,
Dan geef ik niets om wereld, jicht of pijn.

Op andere dagen blijft de inktpot dicht.
Ik let op wat naar binnen is geslopen,
Zich breed maakt en steeds verder komt gekropen,
Het is de dood, toch noemen wij hem jicht.

Ik mag hem niet, we voeren veelal strijd.
Toch weet ik soms dat hij zich niet ten kwade
Met mij bemoeit. Zijn oogmerk is genade,
En braafjes volg ik hem een korte tijd.

Als wij ooit vrienden zijn en eensgezind,
Dan zal ik hem geen jicht, geen dood meer noemen.
Als Eeuwige Moeder zal ik hem dan roemen,
Zijn roep noem 'k liefde en mijzelf zijn kind.

(Gicht, 1927)

Kijk, daar zien we reeds een voorschaduw van onze hedendaagse modieuze mindfulness: verzet je niet tegen je pijn, sluit vrede met je kwalen. Accepteren, omarmen zelfs als het lukt, dan heb je er minder last van. Hesse was als Oosters georiënteerd denker zijn tijd vooruit. Geen wonder dat hij nog steeds gelezen wordt.


Illustratie: Ernst Morgenthaler, Portret van Hermann Hesse, 1945

Geen opmerkingen: