dinsdag 10 januari 2023

Voorheen Rookzangers Notitieblog (42)


In het onvolprezen Dordrechts Museum was nog één dag de tentoonstelling Wanderlust te zien. Dus op de valreep gingen we naar Dordrecht voor een bliksembezoek.
Het eerste doek dat we tegenkwamen liet een woeste waterval zien, een orgie van spattend water. Een roofvogel zeilde erlangs met in zijn bek een heel schaap. Tjonge, dacht ik, en ik maar denken dat de Nederlandse romantiek een burgerlijk zijstroompje van de grootse Europese beweging was, vol kneuterige stadsgezichten en stemmige landschappen in gedekte tinten.
Verderop, na een paar sublieme Teerlinks, Koekkoeks en Jongkinds, kwam dezelfde schilder nog eens langs, met imposante fjorden, duister, onheilspellend. Maar nu was ik op mijn hoede. Alexander Wüst heette deze flamboyante artiest, een passende naam. Ik had inmiddels geleerd dat hij een geboren Dordtenaar was die in New York was opgegroeid. Alles moet groter in Amerika, daar gaan verschillende mopjes over. Wüst had duidelijk dat Amerikaanse trekje meegekregen.
Er hing ook een coproductie van Wüst en zijn vriend Willem Maris. Wüst had het bergachtige landschap geschilderd, Maris had er schapen in gezet, zijn specialiteit. Het was het eerste doek dat het Dordrechts Museum in 1871 aankocht. Een prachtwerk. Wüst geeft Maris allure en Maris houdt Wüst in toom.
Tot voor kort was Wüst een vergeten schilder. Nu worden zijn doeken ijlings uit de depots tevoorschijn gehaald en schoongemaakt. Online vond ik nog een schilderij van hem dat nog niet zo lang geleden voor 350 euro werd geveild. Dat zal hierna niet zo gauw meer gebeuren.

***

Biologen staan soms oog in oog met de evolutie. Een aap of vogel is hier en nu bezig een nieuwe vaardigheid te ontwikkelen, die het beest vooruithelpt in de wereld en binnenkort gemeengoed zal zijn binnen de soort. Ik had onlangs een dergelijke sensatie met de ontwikkeling van onze taal.
Een vriend van me postte een foto van door hemzelf vervaardigde patisserie. Ik was een beetje verbaasd want ik had gedurende onze lange vriendschap nog nooit een koekje of andere zoetigheid aan hem kunnen slijten.
'Hé,' reageerde ik, 'jij hield toch niet van zoeternij?' Ik koos voor dat laatste woord omdat wij, mijn vriend en ik, graag archaïsche woorden gebruiken; toen we studeerden spraken we onderling een soort Couperiaans Nederlands dat door buitenstaanders niet meteen werd begrepen. 
Maar algauw twijfelde ik. Was het wel een ouderwets woord? Bestond dat woord eigenlijk wel? Ik zocht het op, eerst op papier. Mijn woordenboeken kenden het in elk geval niet. Online had ik meer succes. Verschillende culinaire rubrieken gebruikten het, zoals ik gedaan had, als alternatief voor lekkernij of zoetigheid. Eén bron citeerde een liefdesgedicht uit de jaren twintig waarin het voorkwam en een hoogleraar Nederlands gebruikte het onofficiële woord in een artikel over taal - terloops, net als ik in de veronderstelling dat het een bestaande term was. 
Ik denk dat zoeternij een neologisme is, een variant van "lekkernij", gevormd met in het achterhoofd het ouderwetse, niet meer gekende "zotternij" (gekkigheid). Of misschien is het wel een samentrekking van zoete en lekkernij. Sommige gebruikers zullen bewust dat taalspelletje hebben gespeeld. Hoe meer mensen het onbewust schrijven, in de mening met een gangbaar woord van doen te hebben, hoe groter de kans dat zoeternij binnenkort de Van Dale haalt. Ik draag er met dit blogje mijn steentje aan bij. En dan is het nog maar een kleine stap naar de volgende analogie: zouternij, voor hartige knabbeltjes en drop.


3 opmerkingen:

Hans Valk zei

Schandalig dat je nu alwéér in Dordt bent geweest, zonder even bij mij langs te komen! Ik woon op minder dan tweehonderd meter van de ingang van het Dordrechts Museum! Een half uurtje voor een kopje koffie, was dat al teveel tijdverlies? Ik besef dat zo'n ontmoeting tegelijkertijd een tegenvaller kan zijn, die ervoor zorgt dat we daarna voor eeuwig 'uitgekeken' zijn op elkaar. Zo'n conclusie moet in bepaalde gevallen worden getrokken; even goede vrienden. Maar dan hebben we dat tenminste gehad. Een zorg minder, zeg maar.

'Zoeternij' ontbreekt inderdaad in Van Dale (13e druk).
Prima, wat mij betreft. Ik vind het een woord in quasi-oudhollandse sfeer, waartoe ook woorden als 'eeterij' behoren. Absoluut afkeurenswaardig.

Jan-Paul van Spaendonck zei

Ha Hans! Ik heb er wel aan gedacht natuurlijk, maar het schikte werkelijk niet. In de lente willen we nog eens die kant op komen, en dan zal ik mij tevoren melden, beloofd.

Anoniem zei

Kijk! Dat is iets!