vrijdag 29 januari 2016

KINDEREN


Van Lennaert Nijgh, die vandaag eenenzeventig zou zijn geworden, is niet zoveel beeldmateriaal voorhanden als je wel zou verwachten bij iemand met zo'n bekende naam. Hij was typisch de man achter de schermen - daarvoor, in het volle licht, stond Boudewijn de Groot. Een van de weinige bewegende beelden die we van hem hebben is een filmpje in de serie Dode Dichters: hij leest De reiziger, een liedtekst voor de plaat Hoe sterk is de eenzame fietser. Zijn voordracht maakt duidelijk dat tussen de geschreven tekst en de gezongen versie nogal wat verschillen zijn. Maar ook zonder Vera Beths' beroemde vioolsolo blijven de verzen overeind: een ontroerend gedicht, en dat vond Lennaert zelf ook, getuige zijn half verontschuldigende, half trotse lachje aan het eind.

Gisteren hadden we een schoolconcert met vooral liedjes uit de recente voorstelling De kersentent, over een verlopen circusfamilie. De laatste show was net zo treurig geweest als het einde van het zieltogende circus - maar een handvol bezoekers had de koude, natte nevel getrotseerd om naar ons te komen kijken en ik had me afgevraagd wat ik daar in hemelsnaam deed, daar op dat podium, dat als een verdwaald vlot dreef in een zee van stilte. Er was dus iets goed te maken.
De Zevende Montessori School staat aan het Rembrandtpark, in Overtoomse Veld, het enige stukje Nieuw-West dat - deels - binnen de ring ligt. De kolossen van de Nachtwachtlaan, waar ooit mijn oom en tante een in mijn ogen luxe flat bewoonden, baadden in een helder licht; nieuwsgierige krokusjes kwamen kijken of het echt al lente was. Waar, door schermen aan het oog onttrokken, het verkeer zich suizend over de A10 bewoog, had vroeger een straatweg door massa's zand geleid. Het was al zo lang geleden, ik kon mijn herinnering niet scherp stellen.

Toen we ons hadden geïnstalleerd en het geluid hadden getest stroomde de gymzaal vol met kinderen. Kinderen in allerlei kleuren, maar allemaal rond de acht jaar oud - de middenbouw. Ik had me enige zorgen gemaakt over hun aandachtsspanne, maar dat bleek voor niets: ze luisterden engelachtig braaf, gefascineerd zelfs. Lawaai maakten ze alleen als het mocht: ze klapten hard en in de maat mee met Het Monster van de Sloterplas, waarvoor ik mijn spannendste vertelstem opzette. Als ze de legende nog niet kenden, dan had ik nu nieuwe zieltjes gemaakt.
Om Joch, de zevenentachtigjarige vertolkster van mijn liedjes, te introduceren, vroeg ik de klassen tot wanneer je kon blijven zingen.
'Tot half vijf,' opperde een jongetje.
Na enig democratisch overleg werd besloten dat zingen van alle leeftijden is.
'En hoe oud denken jullie dat die meneer is?' vroeg Daniël, de bassist, die muziekles geeft op die school.
'Tachtig!'
Ik schudde van nee met mijn witte manen en wees naar een andere opgestoken vinger, in de hoop op een beter antwoord.
'Vierentachtig!'
Hm. Nog een poging.
'Zesentwintig.' Een pleasertje.
Als een vers opgeladen batterij verliet ik de school.

Laat de kinderen komen,
laat de kinderen komen,
ik heb aan ze gedacht.
Ze zullen mij niet kennen
en ze zullen mij niets vragen,
ze hebben niets verwacht.

En niemand zal begrijpen
wat ik doen kom in dit huis,
maar de kinderen zullen zeggen:
de reiziger is thuis.



(Illustratie: uit 'Tachtig teksten' (1975), Piers Hayman; foto: Fred Martin)


10 opmerkingen:

willemijn zei

leuk!!

Hans Valk zei

Het gedicht 'De Reiziger' heb je, geloof, ik al eens eerder opgevoerd in een ander stukje. Ik kan me herinneren dat het merkwaardige half-lachje van LN aan het eind ook eerder door je is genoemd.
Maar het kan geen kwaad één en ander te herhalen. Het is inderdaad één van Nijgh's sterkste teksten.

YouTube presenteerde overigens na het tonen van je link geheel uit eigen beweging (een soms licht irritante eigenschap van de website, die tegenwoordig vaste prik is) een kleine documentaire van RTV-Noord over Lennaert Nijgh.
https://www.youtube.com/watch?v=fM6jU-2K6Fo
De piepjonge presentatrice beweegt iets teveel met haar handen en is iets teveel zelf in beeld (dat schijnt zo te horen tegenwoordig, óók bij documentaires), maar in 13 minuten komen wel alle essentiële mensen aan het woord: de drie vrouwen van LN en Boudewijn de Groot.
Een aardige korte biografie, waarin Josee Koning zegt dat 'De Reiziger' Nijgh's favoriete tekst was.

Wat betreft 'De Reiziger' en kinderen: praten met kinderen is bijna altijd spanningsvrij en onbevangen. Ze verwachten en vermoeden niks; ze reageren op basis van wat ze zien en horen. En eventueel trekken ze hun conclusies, die meestal tamelijk waardevrij zijn.

Maar ja; vanmorgen stond er ook weer een artikel in de krant over het gegeven dat het moderne kind wordt geteisterd door het uit de bocht vliegende veiligheidsstreven van zijn ouders. Veel kinderen lopen al met GPS-trackers op zak en buiten schooltijd is een groot deel van hun vrije tijd gevuld met georganiseerde activiteiten. Dan kunnen ze tenminste niet hun eigen fantasieën uitleven. Want dat zou best wel eens gevaarlijk kunnen zijn!

Je ziet het op alle fronten: de ergste vijand van de mens is angst.

Jan-Paul van Spaendonck zei

Je hebt een goed geheugen... Ik kan het zo gauw niet vinden, maar ik heb dat lachje inderdaad al eens genoemd - men vervalt in herhalingen, als men zoveel blogt. De reportage is wel sympathiek, al klinkt er ook wel wat vaag en ongeïnformeerd gelul hier en daar; en ik vraag me af of ik dat hoorspel (als het er komt) van 'Tobia' wel moet horen. Waar ik zo langzamerhand allergisch voor word in documentaires, is het shot van de geïnterviewde persoon die op een scherm naar een andere documentaire kijkt, en daar dan weer commentaar op levert....

Daniël zei

Lennaert Nijgh 71 jaar! Och, was het maar waar.

'De Reiziger' (1973) is in mijn beleving een van de teksten waarin Lennaert verwijst naar religie.
De Statenvertaling van de Bijbel bevat een bijna identieke regel: "Laat de kinderkens tot Mij komen". Een regel waarop het refrein van een Christelijk kinderlied is gebaseerd: 'Laat de kind'ren tot mij komen'.
http://www.eo.nl/nederlandzingt/artikel-detail/liedteksten-en-uitvoerenden-4-oktober-2014/ (Lied 03)

Marcus 10 (Statenvertaling)
13 En zij brachten kinderkens tot Hem, opdat Hij ze aanraken zou; en de discipelen bestraften degenen, die ze tot Hem brachten.
14 Maar Jezus, dat ziende, nam het zeer kwalijk, en zeide tot hen: Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods.
15 Voorwaar zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt, gelijk een kindeken, die zal in hetzelve geenszins ingaan.
16 En Hij omving ze met Zijn armen, en de handen op hen gelegd hebbende, zegende Hij dezelve.

http://www.statenvertaling.net/bijbel/marc/10.html

Een ander voorbeeld vind ik 'Jan Klaassen de trompetter' (1973), waarin de regels:
maar alle kinderen kennen hem:
hij is niet dood, hij leeft!


De boodschap dat Jezus niet dood is, maar leeft, behoort tot de kern van het canonieke Christendom. (Mattheüs 28, Marcus 16, Lucas 24, Johannes 20)
Jezus Christus en Jan Klaassen... Afhankelijk van wat men gelooft, gaat het hier om twee mythische figuren die voortleven in nieuwe generaties.

Volwassen mannen die aan andermans kinderen denken en hen naar zich toe roepen. Daar is tegenwoordig veel over te doen, gezien de kinderen die met GPS-trackers op zak lopen.
In de tijd van 'De Reiziger' en 'Jan Klaassen de trompetter' leek men daar wat losbandiger in, gezien bijvoorbeeld de Christelijke sekte "Children of God".
https://nl.wikipedia.org/wiki/Children_of_God

Op YouTube staat een televisie-interview met Lennaert door Ischa Meijer, naar aanleiding van een nog te maken special rondom Lennaert. Misschien gaat het om 'Bloemen voor Lennaert Nijgh', uit september 1989.
In dit mijns ziens wat opmerkelijke interview, met name de passage over Boudewijn die "geen zin" heeft in medewerking aan de genoemde special, vertelt Lennaert (vanaf 8:10) dat hij zoals "al die kunstenaars" probeert om tijdloos werk te maken en dat de volgende generatie zal beslissen of dat gelukt is.
https://www.youtube.com/watch?v=lma1QKGP3VM

(wordt vervolgd)

Daniël zei

(vervolg)

Anno 2016 zijn het vooral oudere generaties die Lennaert Nijgh nog kennen. Vroeger kon ik volstaan met een verwijzing naar Boudewijn de Groot, maar tegenwoordig hoor ik steeds vaker de vraag wie dat dan is. 'Malle Babbe' wil nog wel een belletje doen rinkelen.
En daaronder bevinden zich jeugdigen die naar muziek van alle tijden luisteren, waaronder zelfs Mozart en Satie.

Misschien heeft de volgende generatie inmiddels besloten en is het werk dus niet helemaal tijdloos.
En ik weet niet, of dat een geheel verkeerde beslissing zou zijn.
Over het werk van Boudewijn en Lennaert wordt wat mysterieus gedaan. Een mysterieuze gedachtenmuziek van Lennaert die zelfs aan Boudewijn onbekend is en soms resulteert in "liedteksten" waar blijkbaar niemand goede muziek of zelfs structuur in ziet. Lennaert die streng een fan (uit de generatie na hem) in juni 2000 in D'Oude Florijn vertelt, dat hij geen publiek in de keuken wil. Ik vind zulk verstoppertje spelen een afstompende manier om toekomstige generaties te intrigeren, te stimuleren en aan te moedigen. Laat de kinderen zichzelf maar redden.
Er zijn afhaalrestaurants waarin publiek en keuken gescheiden worden door een klein luikje. Soms met geruchten over gebrekkige keukens die zodoende aan het publieke oog onttrokken worden.
Als liedtekstenschrijver wist Lennaert in mijn ogen een sfeer te scheppen waarin hem zelden of nooit artistieke blaam treft. Lijkt een "liedtekst" van hem niet fraai of zelfs helemaal niet te zingen, dan zal het vast aan onbegrip van de componist liggen. Bijvoorbeeld Lennaert die wekenlang aan een tekst werkt die door Boudewijn wordt afgekeurd. Ergens in de biografie 'Testament' (2007), van Peter Voskuil, wordt zulks door een geïnterviewde aangehaald als zijnde een teleurstelling voor de arme Lennaert. Dit beleef ik, inmiddels, alsof het maar de schuld van de componist is en niet van Lennaert zelf.
De Boudewijn-documentaire 'Kom Nader' (2015) geeft wat inzicht in hoe Boudewijn werkt aan een eigen lied. Wat dat betreft heeft Boudewijn nu wel duidelijk zijn keuken opengesteld en kunnen leerlingen zich daar een oordeel over vormen en hun eigen weg zoeken. Deze toch kwetsbare houding, van Boudewijn, past wel mooi in mijn beeld van hoe "De reiziger" denkt aan volgende generaties.

Jan-Paul van Spaendonck zei

Je zegt me daar een hoop dingen die het waard zijn om over na te denken, Daniël. Die Bijbelse context (die wel mooi bij Tobia past) lijkt me wellicht een tekstuele inspiratie, meer dan een inhoudelijke; ik geloof niet dat L Messiaanse fantasieën had. Eerder lijkt het me dat iemand die zich altijd 'onbegrepen' en eenzaam voelt, in gedachten toevlucht zoekt bij de kinderen - in herinnering aan zijn eigen, onschuldige, kindertijd. En dat 'verstoppertje spelen', daar zit zeker iets in. Uit onmacht?

Jan-Paul van Spaendonck zei

... Ik heb me gisteren peinzend afgevraagd hoe L in deze tijd zou passen. Ik probeerde me hem voor te stellen als 71-jarige. Afgekickt, gezond. Hoe zou de transparantie van het alomtegenwoordige internet op hem hebben gewerkt? Zou hij bloggen, twitteren? Openheid van zaken hebben gegeven vanuit de veiligheid van de digitale communicatie? Rond de millenniumwisseling schreef hij me dat hij niet deed aan 'iemelen' ('Dat is een nieuw werkwoord, met de klemtoon op de ie, maar met de ee lang, zoals in kamelen..') en betreurde hij het, dat ik niet aan faxen deed. Misschien paste hij wel niet in onze tijd (zoals het ook heel moeilijk is je een Godfried Bomans voor te stellen die langer geleefd zou hebben dan hij deed) en is hij er niet voor niets zo vroeg tussenuit geknepen.

Daniël zei

Messias. In commentaren op YouTube zag ik een interpretatie die een link legt met de waterdrager en het watermantijdperk.

ookiemand
2 jaar geleden
Waterdrager, Aquarius, age of Aquarius, nieuwe tijd, nieuwe eon. Zie ook waterdrager die 't nieuwe 'huis' [betreedt]. Astrologie. Het draait om tijd, revolutie, evolutie. zie - Bertand Russel's "The Next Milion Years". Licht en de zon staan voor de ratio, kennis. Ik zou de tekst eens moeten zien, maar ik vind de formulering van sommige zinnen grammaticaal bijzonder.

hotmarijke
4 jaar geleden
De zon = de oorlog, het water = de vrede, de waterdrager = de Messias. Dat was destijds de psychedelische uitleg.

bron: https://www.youtube.com/watch?v=lSGUKBXq-So (Boudewijn de Groot - Waterdrager)

Rondom 1970 genoot de aankondiging van het watermantijdperk veel populaire interesse, bijvoorbeeld in de musical 'Hair', dat in 1970 in Nederland in première ging.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Watermantijdperk
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hair_%28musical%29

'Waterdrager' (1968). Dat een "waterman" en een "waterdrager" op hetzelfde zouden kunnen neerkomen, had ik mijzelf nooit bedacht.

Lennaert's sterrenbeeld is waterman. (16 februari tot 12 maart)
https://nl.wikipedia.org/wiki/Waterman_%28sterrenbeeld%29

De waterdrager die het nieuwe huis betreedt.
De reiziger die "droge kleren" krijgt aangeboden.
De reiziger die bij de "haard" mag zitten.

Bij de haard zitten is een alchemisch beeld.

Lennaert, in 1991: "Wat me in [Louis Couperus] zo aantrok was zijn bloemrijke taal, zijn stijl, de krullen die hij hanteerde. Later heeft de Ierse auteur James Joyce zijn plaats ingenomen. Als je eenmaal in zijn ban bent, gaat een kosmos voor je open. Joyce is voor mij als een middeleeuwse kathedraal waarin alles met elkaar verband houdt."
http://www.lennaertnijgh.nl/langeversie/lnpr_1991.html#lnpr00_19910205

(wordt vervolgd)

Daniël zei

(vervolg)

Helaas ben ik te onbelezen om het werk van Couperus en Joyce te kennen. Een onbelezenheid die nog erger was toen ik Lenneart een handvol keren ontmoette in 2000-2002, en die Lennaert wat teleurstelde. In juni 2000 vroeg hij streng: "Op welke school heb jij gezeten?"
Ik ken van Joyce alleen 'Golden Hair', dat op muziek van Syd Barrett is verschenen in 1970.
https://www.youtube.com/watch?v=sPCS56LSXxY

"Als je eenmaal in zijn ban bent, gaat een kosmos voor je open."
Mijn voorzichtige hypothese is, dat deze uitspraak van Lennaert ook kan gelden voor zijn eigen werk.
Bijvoorbeeld de talloze klokken die in zijn teksten luiden. Dat zijn volgens mij niet zomaar toevallig verschillende, van elkaar onafhankelijke klokken.
Het watermerk "er komen andere tijden" van Lennaert en Boudewijn, overgenomen van Bob Dylan, is door de heren zelf geopenbaard. Maar ik gis dat er meer watermerken zijn, waaronder de klokken. Zie bijvoorbeeld 'De nachtwacht' (1969), 'Aan het einde' (1969), 'Malle Babbe' (1970), maar ook het mijns inziens ernstig onderschatte 'Klok onder water' (2001). Misschien iets voor een quiz: noem van Lennaert zoveel mogelijk teksten die één of meer klokken vermelden.

Het bij en over elkaar heen leggen van Lennaert's teksten, dat kan volgens mij verrassende interpretaties opleveren.
Echter, hoewel Lennaert en Boudewijn zelf spreken over een watermerk en Lennaert een verborgen boodschap in 'Zonder vrienden kan ik niet' (1966) niet schuwde, een acrostichon, kan het op deze manier verkennen van Lennaert's werk rekenen op argwaan en hoon. Enerzijds vind ik dat terecht, omdat men erin kan doordraaien. Anderzijds vind ik de argwaan en hoon een iets te nuchtere houding bij het werk van een dichter (die nota bene zelf praktisch alcoholist was).

In november 2001 gevraagd naar de identiteit van de "Engel" in 'De Engel is gekomen' (1995), antwoordde Lennaert mij afhoudend: "Er staat wat er staat".
Maar misschien was ik iets te enthousiast en onbezonnen in zijn werk aan het graven, en hij wilde hij daar een rem op zetten?
En een mysticus die van zichzelf vertelt dat hij een mysticus is, is dat nog wel een mysticus?

In 'Tekst en uitleg' (1991), hoofdstuk 'Alchemie', schrijft Lennaert over het bedrijven van alchemie. Met (alweer) een verwijzing naar een klok.
Dus mocht het opperen van een "alchemische Lennaert" rekenen op argwaan en hoon, Lennaert verwijst er zelf naar. En over dat hoofdstuk zou men, als men consequent wil zijn, ook kunnen zeggen: "Er staat wat er staat."

Lennaert en religie. Ongeacht wat Lennaert zelf wel of niet geloofde, en ongeacht waar hij wel of niet de draak mee stak, ik gis dat hij zich enorm door religie en religieuze belevenissen liet inspireren. En niet alleen door de Bijbel, maar ook door esoterie.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Esoterie

Daniël zei

(correctie en aanvulling)

Lennaert als waterman. Ik schreef "16 februari tot 12 maart", maar dat is wanneer volgens Wikipedia de zon in het sterrenbeeld Waterman staat.
Ik bedoelde de astrologische Waterman. In de westerse astrologie is Waterman het zonneteken van mensen die geboren zijn vanaf ca. 21 januari tot ca. 19 februari, aldus Wikipedia.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Waterman_%28astrologie%29

Overigens stelt Lennaert in 'Tekst en uitleg' (1991), pagina 115, als uitleg van 'Pastorale' (1968), dat Ramses Shaffy een Leeuw is.
Ramses is geboren op 29 augustus 1933. Dat is volgens mij een Maagd.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Leeuw_%28astrologie%29
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ramses_Shaffy

Volgens tekstbundel 'Ik doe wat ik doe' (2000), bij 'In het teken van de Ram' (1969), speelde Lennaert ooit met de gedachte om een langspeler te schrijven over alle tekens van de dierenriem.
"Maar mijn geloof in astrologie reikte niet verder dan de Ram, Astrid's geboorteteken."

Geloof of niet, korrel zout of niet, Lennaert liet zich aantoonbaar door ook de astrologische wereld inspireren. Om vervolgens in de televisieserie 'Geheim van het Nederlandse lied' (2001), de draak te steken met "new age"-aanhangers die van alles in 'Pastorale' zien.