dinsdag 19 januari 2016

PRULLENBAK


Na afloop van de repetitie nam ik Leo even apart.
'Zeg, jij hebt Jaap de K. toch ook gekend?'
'Jazeker! Lange Jaap!' Leo nam een hanige pose aan - mond en schouders breed getrokken, kont naar achteren - snoof diep, en deed of hij met grote passen liep. Ik herkende de macho-manier van bewegen - Jaap speelde graag voor Mick Jagger.
'Wist je dat hij dood is?'
Leo wist het niet. Erg verbaasd was hij niet, en erg bedroefd evenmin. Hij vertelde hoe ze samen naar Noord-Spanje waren gegaan om af te kicken, cold turkey in een busje. Hoe hij ruzie met hem had gekregen - met Jaap kreeg je vroeg of laat heibel, hij was een echt haantje, altijd vooraan in de pikorde. Als hij ging paardrijden op de manege van het Geuzeneiland, dicht bij Jaaps huis, dacht hij nog wel eens: hoe zou het met hem gaan? Nou, zo dus. Dood.
Ik had net een verhaal voltooid over Jaap, voor een bundeltje dat binnenkort verschijnt. Toen ik de laatste alinea had geschreven had ik een buurjongen van vroeger gemaild die daar nog woont, in mijn oude buurt. Of hij wist hoe het nu met Jaap ging. Zo kreeg mijn verhaal een nieuw en onverwacht slot. Nu luisterde ik naar Leo's verhalen. Kritisch: ik merkte dat ik onderwijl overwoog wat ik gebruiken kon voor mijn eigen verhaal. Ik besloot dat de nieuwe informatie niets wezenlijks toevoegde, en alleen maar voor ruis zorgde die de heldere verhaallijn vertroebelde. Leo en ik lachten nog een beetje zoetzuur om die rare Jaap en namen afscheid.

De dag erna zat ik bij een huisconcert in Egmond aan Zee. Er werd goed gemusiceerd maar ik vond het moeilijk ervan te genieten. Ik voelde me leeg. Te veel geschreven, te veel gecomponeerd. Mijn genotsreceptoren waren misschien overbelast door het geconcentreerde werken aan iets dat ik mooi en de moeite waard vond. Ik zag een batterij flessen wijn opgesteld staan naast de pannen soep die de organisatrice had verzorgd. Vroeger zou ik die leegte in me wel hebben weten te vullen! Elke dag een roesje, dat was jarenlang het devies geweest. Ik nam een glas appelsap en wachtte geduldig tot mijn vriendin klaar was met haar gesprek en ik afscheid kon nemen. Buiten was het koud. We liepen nog even naar het strand, de zon ging bijna onder, een goud licht lag op de platte zee, de wolken achter de windmolens die het uitzicht bedierven waren paars. Mijn e-sigaret was bijna leeg - hoe ik ook zoog, ik kreeg nauwelijks iets binnen van de weeë vanilledamp. Toen het lampje begon te knipperen stopte ik hem berustend in mijn zak.
'Het leven hoeft niet altijd leuk te zijn,' zei ik tegen mijn vriendin.
Het was een van de belangrijkste lessen die ik in de kliniek geleerd had. Nota bene op een 'terugkomdag'. Ik had daar tegenover mijn therapeut gezeten als een hoopje ellende en mijn beklag gedaan over de zwaarte van het leven 'zonder', het droge leven buiten de muren van de instelling, dat me niet meeviel. Toen had hij die woorden gesproken. Het was een openbaring geweest, want in mijn bestaan was het lange tijd een ijzeren wet dat iedere doorstane dag gul beloond moest worden. Gewoon maar eens een dag laten schieten, voorbij laten gaan in afwachting van een betere, dat was een levenshouding die ik lang geleden achter me had gelaten. De gebruiker is ongeduldig. Behoefte moet onmiddellijk bevredigd worden. Het moet nú leuk zijn! Tot morgen wachten is ondenkbaar.
Terwijl ik langs het strand liep en dacht aan andere dagen dat ik langs het strand had gelopen en daar wél van had genoten deed ik wat ik met Leo's verhaal had gedaan. Deze dag kon ik niet gebruiken in de grote vertelling van mijn leven. In gedachten schrapte ik hem uit de kronieken. Dat luchtte op. Het was alsof ik een mislukte aanzet tot een verhaal verfrommelde en in de prullenbak wierp. Helemaal niet erg: een nieuw vel lag immers al klaar.

1 opmerking:

Unknown zei

Zo is het maar net J.P. Het doet me denken aan een eye opener die ik eens had toen ik las in een boek over relaties: je bent nou eenmaal niet 24 uur per dag in de stemming om voor elkaar te sterven. En zo is het ook maar net.