dinsdag 12 januari 2016

EXTRAVAGANZA


Ik heb nooit zoveel met Bowie opgehad. Maar hij werd me opgedrongen - zijn wolvengehuil klonk onafgebroken uit de kamer van mijn zusje: 'Wild is the wind....' Zijn stoere nichterigheid, zijn androgyne heroïek, aangezet met zeemansooglapje of schmink, zijn 'periodes' met bijbehorende gedaanteverwisseling, zijn fixatie op de pose, op het uiterlijk - het stond allemaal haaks op dat waarin ik wilde geloven. Bovendien vond ik, een paar dingetjes daargelaten, zijn muziek niet erg boeiend.
Maar zijn dood kwam als een schok, toch. Een pilaar valt niet ongemerkt om. En het verschijnsel Bowie was een pijler van een periode, die nu voorgoed voorbij is. Een peiler van de tijdgeest ook: hij bleef met één scherp oog de veranderende populaire cultuur volgen, en slaagde erin een leidende rol te blijven spelen in de beeldvorming daarvan. Zijn betekenis als icoon is daarmee vele malen groter dan die van zijn muziek, die wel bleef veranderen en verjongen, maar zonder het imago van haar beroemde maker niet veel weerklank meer zou hebben gevonden, ben ik bang - daarvoor was het toch allemaal te magertjes wat hij sinds zijn gloriedagen op cd zette.
Rock & roll-iconen die in zichzelf gaan geloven regisseren hun leven tot in de dood: Herman Brood deed het, Bowie deed het; als het niet zo tragisch was zou ik het aanstellerig vinden, maar dat mag je niet zeggen natuurlijk. Ik zeg het toch: drama queen. Sorry, lieve vriendinnen!

Zondagavond, toen de wereld nog onbewust was van het Bowie-drama, zag ik op tv hoe Wibi Soerjadi een Bösendorfer liet opvoeren om er beter op te kunnen scheuren. In zijn eigen, nogal stuntelige woorden zei hij iets over zijn held Franz Liszt. Wibi is een raar manneke, de Michael Jackson van de klassieke muziek misschien, maar hij is ook een fantastische pianist, dus als hij iets zegt luister ik. Liszt was de eerste popster, hoorde ik. Het eerste bewust gecreëerde icoon. Maar het uiterlijk vertoon van Liszt had diepgang, zei Wibi. Onder al die klaterende watervallen van noten straalde een innerlijk licht. De diepgang van het uiterlijke, ik vond het een prachtige paradox. Normaal zou ik het als provocerende blabla hebben geclassificeerd, maar komend uit de mond van iemand die zich zo verschrikkelijk goed kan concentreren voor hij de piano aanvalt, moest er meer achter zitten. Kon het waar zijn, dat de ene extravaganza de andere niet was? Dat er iets als lege virtuositeit bestond, tegenover uiterlijk vertoon dat de weerspiegeling was van een innerlijke krachtbron? Uitgestraald innerlijk licht dat gebroken wordt en schittert in fel glinsterende kleuren? Als dat waar is geldt dat misschien ook voor David Bowie, en heb ik iets over het hoofd gezien al die tijd.

2 opmerkingen:

Hans Valk zei

Als Liszt de eerste popster was, dan heb ik ook nog een mooie: Franz Schubert was de Neil Young van de vroege 19e eeuw.

Bowie. In grote lijnen zag ik hem zoals jij hem ziet. Ik heb nooit één plaat of CD van hem gekocht.
Maar of het zo zijn moest: tussen Kerst en Nieuwjaar bezocht ik de tentoonstelling in Groningen (vriendin en ik waren weer eens rond oud en nieuw in het noorden), waarbij ik toch getroffen werd door 's mans veelzijdigheid.
Je kon zien hoe hij de Elephant Man speelde in het gelijknamige toneelstuk, bijvoorbeeld. Hij bleek ook een niet onverdienstelijk schilder. Zijn schilderijen van James Osterberg (Iggy Pop) mogen er zijn.
Voor het eerst luisterde ik eens goed naar de tekst van het lied 'Heroes', dat ik altijd al een van Bowie's meest indringende nummers vond, en dat een zin bevat die luidt: "And the shame was on the other side". In de context van dat lied, dat naar mijn idee gaat over zijn wie je wilt zijn, een prachtige stelling.
Maandagavond, bij DWDD, zong Wende Snijders een sterke eigen versie. Terwijl ik eerlijk gezegd Wende Snijders wel eens een beetje té vind; net als Bowie, bij wijze van spreken. Maar niet dit keer.

Dus ja; om kort te gaan: ik ben iets anders over Bowie gaan denken..

Daniël zei

Van David Bowie ken ik slechts enkele albums. 'David Bowie' van Decca/Deram (zijn echte eerste album, 1967), 'The Man Who Sold the World' (1970) en 'The Rise and Fall of Ziggy Stardust and the Spiders from Mars' (1972).
Verder ken ik wel veel hits van hem, waaronder 'Space Oddity' (1969), 'Ashes to Ashes' (1980) en 'The Hearts Filthy Lesson' (1995).

Zijn nadruk op uiterlijk en show deed mij afvragen wat er van zijn werk eigenlijk oprecht is.
En wellicht is daarom een confrontatie met zijn kwetsbaarheid des te indringender.

Zijn afscheid doet mij denken aan dat van Freddie Mercury (Queen), die eind 1991 overleed aan de gevolgen van AIDS. Na een macho-achtige periode geven de laatste tijdens zijn leven verschenen Queen-albums, namelijk 'The Miracle' (1989) en 'Innuendo' (1991), een gedoseerd inkijkje in de mens achter de showman. Verwondering, levensvragen en zelfs een liedje over een kat.
En dan de videos voor 'Headlong', 'I'm Going Slightly Mad' en 'These Are the Days of Our Lives', waarin zijn vakmanschap sterk genoeg blijkt om een gevorderde terminale ziekte slechts een bijzaakje te doen lijken.

De dood regisseren. Veel mensen hebben eisen met betrekking tot hun afscheidsdienst. Zo regeren ook zij al vanuit hun graf voordat ze erin liggen. Bijvoorbeeld de muziekkeuze.
In zijn laatste woorden op video fluistert Mercury de woorden "I still love you". Zo wilde hij als artiest eindigen.

Aan het afscheid van Mercury moest ik denken bij het zien van de laatste twee videos van Bowie, namelijk 'Blackstar' en 'Lazarus'.
https://www.youtube.com/watch?v=kszLwBaC4Sw
https://www.youtube.com/watch?v=y-JqH1M4Ya8
Die videos en hun muziek, met ondertussen ziekenhuisbezoeken en chemokuur, zijn zelfs voor een gezond mens een gigantische prestatie.
De mystieke symboliek is inmiddels al voer voor discussie op internet.

"In the villa of Ormen, in the villa of Ormen
Stands a solitary candle, ah-ah, ah-ah
In the centre of it all, in the centre of it all
Your eyes"

(Uit 'Blackstar'.)

Mercury en Bowie wilden bij de aankondiging van een dicht naderende dood niets liever doen dan doorgaan met hun creativiteit.
Wilden ze hun dood regisseren, of wilden ze overleven?

Herman Brood. Ik vind dat een ander verhaal.
Daar ligt de nadruk vooral op narigheid en uitzichtloosheid. En ik zie daar geen regie en geen overleving in.

Overigens, hier een video die gepubliceerd is op 8 januari 2016, kort voordat Bowie overleed.
Vanaf 1:28 is een bijzondere foto van de 'Lazarus'-videosessie te zien. Volgens mij een creatieve manier om te vragen om mee te helpen aan het promoten van het album.
https://www.youtube.com/watch?v=dVADGRUoZdg

De plotselinge dood van Bowie grijpt mij meer aan dan ik had verwacht. Zijn creatieve aanwezigheid was voor mij zo vanzelfsprekend, dat ik eigenlijk nooit echt bij zijn sterfelijkheid heb stilgestaan.
De video 'Lazarus' heeft een smal beeld, alsof het zicht steeds minder wordt. En dan het einde, waarin hij smartelijk geschrokken opkijkt voordat hij berustend, verstart de houten kast ingaat... Ik vind dat hij het onvermijdelijke en ontegenzeggelijke van de dood hiermee onbeschrijflijk raak heeft neergezet. Met als verschil, dat hij er iets moois, kunstzinnigs van heeft weten te maken.