dinsdag 21 januari 2014

SETH

Bij de verbonden ademhaling (‘van top tot teen’) dacht ik opeens aan Seth Gaaikema. De stem van de yogajuf dreef weg en ik probeerde me te herinneren wat ik over hem gedroomd had die nacht. Toen ik besefte waar ik mee bezig was zoomde ik weer in op de instructies maar even later, tijdens de meditatie, was hij er weer. Seth.
Ik heb nooit iets met die man gehad. Wat deed hij dan in mijn hoofd? Alles aan hem ergerde me vroeger – zijn guitigheid, zijn zelfingenomen lachje, zijn in al zijn schalksheid onmiskenbaar opgeheven domineesvingertje. Zelfs zijn krullenbol stond me tegen. Ik weet nog dat Carré voor het eerst kwam met zijn rode reclameborden waarop slechts een voornaam prijkt. SETH stond erop in koeienletters. Achternaam overbodig. We moesten daar erg om lachen, en zeiden smalend, bij de borrel: Seth, wie is Seth? De ‘th’ spraken we op zijn Engels uit. Het werd traditie; eerst waren de voornamen nog wel aan te vullen (‘Freek’) maar nu staat er gewoon Jan en moet je maar raden of het Jan Smit, Jan Akkerman of Jan Lul is.
Dat de oude cabaretier mijn meditatie kwam verstoren was natuurlijk omdat hij op het achtuurjournaal was geweest, vanwege zijn afscheid. Van zijn pannenkoekenhoofd was niets meer over. Een oud, versleten vogeltje was hij geworden. Alleen het kokette glimlachje was gebleven, maar nu had het iets geruststellends, alsof het wilde zeggen: ik lijk wel afgetakeld, maar pas op, ik ben er nog.
In gedachten begon ik deze column te formuleren. Daarna bedacht ik de zin die u zojuist heeft gelezen. Daarna deze laatste weer. Het bewustzijn dat het bewustzijn gadeslaat, terugkaatsende zelfreflectie, spiegels die zich spiegelen in spiegels: het is een Droste-cacao-bus-effect dat me verwart en waar ik nooit aan wen, en een van de valkuilen van meditatie. Je bent je ervan bewust dat je iets denkt, bent je weer bewust van het je bewust zijn van dat denken, en vervolgens daar weer van. Om gek van te worden als je erin meegaat, maar ik ben niet echt meer een beginner dus ik kan me er met een innerlijk schouderschokje van loswrikken.
Zo lukte het me nog om een paar minuten vrijwel niets te denken en me op het door de juf aanbevolen gevoel van welbehagen tussen buik en borst te concentreren voor de klankschaal zijn zilveren toon liet horen. Maar van verbondenheid was geen sprake geweest: mijn medemediteerders en ik waren eilandjes in een mist, dezelfde mist die buiten hing.
Mijn vriendin zei in de auto dat ze opeens aan de laatste blik van haar vader had moeten denken in die laatste minuten. Ik kon de grap niet laten liggen, fout of niet: als je je ontspant en openstelt komen vanzelf de dingen boven die er toe doen - je vader, of Seth Gaaikema.
Er moet iets mis geweest zijn met mijn hoofd, want op weg naar huis nam ik voor het eerst in de tien jaar dat ik van de polder naar de stad terugrijd de verkeerde afslag. Voor ik wist wat er gebeurde reed ik naar de Westelijke Havens. Ik dacht nog, er komt wel weer een afslag terug naar de A10, maar de weg werd stiller en stiller en verloor zich in een nevelig niemandsland. In de verte walmende fabrieksschoorstenen en het silhouet van een schip. Een eenzame jogger.
Er zat niets anders op dan rechtsomkeert te maken, en of het met deze dag nog goed zou komen was zeer de vraag. In de Egyptische mythologie was Seth de god van de chaos.

Geen opmerkingen: