vrijdag 10 februari 2012

NIKSEN

Gisteren was Paulien Cornelisse te gast bij DWDD, de auteur van de bestseller Taal is zeg maar echt mijn ding. Ze heeft een nieuw boekje uit. Fijn voor de zieltogende uitgeverij, maar zou de linguïstische mode echt zo snel veranderen dat een nieuwe collectie alweer nodig is? God beware me.
Adriaan van Dis zat ook aan tafel. Of hij wist wat chillen was? Het moest hem uitgelegd worden. En hoe of hij dat dan vroeger noemde? Niksen, zei van Dis met zijn precieuze stem. ‘Wij zaten lekker te niksen.’ Hij glunderde beschaafd, en genoot van het gelach uit de zaal.
Woorden komen en gaan en het heeft weinig zin ze al te gretig over te nemen, maar er komt een moment dat je er niet langer onderuit kunt, of tot je verbazing merkt dat je een bepaald woord of een zekere uitdrukking waarop je altijd kritisch bent geweest, zonder erbij na te denken opschrijft. Ik had dat onlangs met ‘op rij’. Een jaar of tien geleden hoorde ik dat voor het eerst, als alternatief voor ‘na elkaar’ of ‘achtereenvolgend’, maar ik gruwde ervan. En nu stond het daar opeens op mijn scherm. Een vergelijkbaar geval is ‘met afstand’. Iets is tegenwoordig ‘met afstand’ het beste, in plaats van ‘verreweg’ het beste. Ik zou het niet uit strot of toetsenbord krijgen, maar wie weet over tien jaar? Taalpuristen zijn niets dan behoudzieke nurkse betweters. Hun verzet is zinloos, de taal gaat zijn weg ook zonder hun goedkeuring. Hoogstens kun je stellen dat ze ervoor zorgen dat er een rem op de verandering of een filter op de verloedering zit, zodat de o zo leuke neologismen van de dag niet meteen in de Van Dale belanden.
Bij de Albert Heijn bij mij in de buurt werkt een caissière die haar dagen al babbelend doorbrengt. Ze is niet slim maar wat ze aan geestelijk potentieel bezit ligt ergens in haar spraakcentrum opgeslagen, zodat het onmiddellijk de ether in wordt geslingerd. Haar platte inzichten worden steevast ingeleid met: ‘Ik zeg altijd maar zo...’ Toch is het dat niet wat me haar kassa als het even kan doet vermijden. Het is de uitdrukking die ze gebruikt als ze de boodschappen heeft aangeslagen en ik mijn pincode mag invoeren. Ze zegt het als een bevel, met een koude klank die waarschijnlijk ooit als warm en jolig begonnen is, toen ze de uitdrukking voor het eerst bezigde: ‘Hij is voor uuu!’
Niet voor mij.

Geen opmerkingen: