Laatst weer zoiets.
Ik zat vredig op het terras van het Ronde Blauwe Theehuis in het Vondelpark. Een frozen cappuccino, die ze daar ‘Icecino’ noemen, luidde de zomer in. Ik stopte een pijp, een nieuwe aanwinst die ik net in Smokiana aan de Prinsengracht had gekocht. Ik neus, als ik daar ben, altijd even in ‘de la’. Daarin liggen, voor de liefhebber, curiosa en vintage-pijpen, bekomen uit legaten. Vandaag kon ik niet weggaan zonder me te ontfermen over een extreem gebogen pijp van een model dat ze ‘Uncle Paul’ noemen, naar de Zuid-Afrikaanse president Paul Kruger. Het ding heeft een afgeplatte onderkant, zodat het zonder steun van een rekje kan staan. Kijk eens, met losse handen! Ik stak de brand in Oom Paul.
Een harde stem achter me. ‘O, de wind staat net verkeerd!’
Ik blies een wolk de zomermiddag in.
‘Meneer!’
Ik pretendeerde niets te horen.
‘Meneer, zullen we van plaats ruilen?’
Ik keek quasi verrast uit gepeinzen om me heen, zoekend waar of dat geluid vandaan kwam.
Een man van mijn leeftijd, godbetert, met een staartje en een oorringetje. Een antirook zeloot, waarschijnlijk, een bekeerde roker, roomser dan de paus.
‘Ik ga wel in de zon zitten, was ik toch net van plan,’ zei ik laf.
Waarom ging ik de discussie niet aan? Dit was toch het Vondelpark, Amsterdam, en niet een terrasje in Manhattan of het strand van Californie?
Zulks is het effect van de antirooklobby. Ze krijgen je eronder of je wilt of niet. Alcoholisten kunnen nog schermen met de resultaten van wetenschappelijk onderzoek, die melden dat een paar glazen wijn per dag eerder goed dan slecht is voor je gezondheid. Maar de roker heeft zo’n troef niet om uit te spelen. Roken is slecht, punt uit. Zelf ben ik van mening dat gematigd en genietend roken een fijne hobby is die bijdraagt aan het geestelijk welbevinden van de mens, die werkt tegen stress, agressie, constipatie, overijverigheid en babbel- alsmede vraatzucht, en daarom, indirect, wel dégelijk goed is, juist ook voor de gezondheid, maar dat is een standpunt dat buiten kringen van mederokers op weinig sympathie kan rekenen.
Gisteren in de pauze van een concert sprak ik een oud studiegenoot van me. In de tijd dat we beiden Klassieke Talen studeerden in het voormalig paleis van Lodewijk Napoleon aan de Utrechtse Drift rookte hij pijp (hoewel hij geen baard had). Nu keek hij naar de mijne: ‘Zingen en roken?’ vroeg hij, daarmee onbewust de titel van mijn vorige bijdrage aanhalend.
Zijn blik had iets eigenaardigs, dat me de laatste tijd vaker is opgevallen als ex-rokers het over roken hebben. Nog niet zolang geleden zouden ze met een toegeeflijke weemoed hebben gezegd: ‘Ach ja, vroeger rookte ik ook pijp.’ Of: ‘Wat voor tabak is dat nou?’ Nu komt er een soort glazige uitdrukking in hun ogen. Ze registreren het feit dat ik rook, keuren het misschien niet eens zozeer af, maar negeren het veiligheidshalve. Alsof ze gehersenspoeld zijn. En, bien entendu, dat zijn ze ook!
Ik word doodmoe van de discussie over het antirookbeleid, omdat die zinloos is: alle stemmen zijn geteld, alle argumenten schijnbaar gewogen; wij hebben misschien niet hét maar toch een gelijk aan onze kant, maar het zal ons niet baten. De schijn is tegen ons, de publieke opinie nog meer, en we kunnen alleen maar stug en koppig volharden in wat meer en meer een excentrieke gewoonte wordt. Vroeg of laat zullen we van goede huize moeten komen om het überhaupt nog te durven, dat roken. Nu al voel ik me als roker soms al een halve crimineel. En er komt een tijd, ik zeg het u maar vast, dat dat ‘halve’ geschrapt kan worden, en dat roken bij de wet verboden zal worden. En mocht u dat niet zo erg vinden, bedenk dan wel dat dezelfde maatschappelijke tendens die daarvoor zorgt nog lang niet uitgewoed is. Na het roken zal het drinken worden aangepakt, ik geef het u op een briefje. Verplichte gezondheid voor iedereen. Uw lichaam is uw bezit niet. Het is van de staat, u hebt het in bruikleen en moet er wel zuinig op zijn. Bent u stout, en rookt en drinkt u toch stiekem? Snoept u? Drinkt u koffie? Eet u te vet? Zelf weten. U valt dan wel buiten het zorgstelsel, zoals u zult begrijpen. De zorgverzekering verklaart u vogelvrij.
Sherwood Forest, here I come!
2 opmerkingen:
Het is mijn theorie dat de georganiseerde misdad achter het anti-drugbeleid zit. In de twintiger jaren werd in de VS de alcohol verboden. Dat was precies het duwtje in de rug dat de "mob" nodig had om groot en machtig te worden. Ook de Italiaanse mafia doet weinig romantisch meer: de "core-business" is doodgewoon heroïne.
Verbieden van dingen = werkgelegenheid scheppen voor geboefte.
Met als grootste boef de staat: de steeds hoger wordende accijnzen spekken de staatskas. Dat niemand tegen deze inkomsten uit 'drughandel' protesteert komt doordat de prijsverhogingen de schijn wekken van een ontmoedigingsbeleid. In werkelijkheid rookt niemand er een Marlborough minder om.
Een reactie posten