vrijdag 24 maart 2017

TELEURSTELLING

De Beroemde Acteur was bijkans in een visionaire roes geraakt toen hij mijn samenvatting van het verhaal had aangehoord en begon mee te denken. Zijn ogen waren stijf gesloten of staarden verlangend naar een punt ver in het lege landschap, een hand beschreef tastende cirkels, een vinger wees in de lucht. 'Ah, ja, dat is mooi! Dat is mooi!' riep hij uit telkens als er een idee opkwam, verrast, nee verrukt over de vruchten van zijn eigen brainstorm, die hem zomaar in de schoot werden geworpen. 'Over de liefde moet het gaan! Ja, dat is mooi!' Zijn stiltes waren goed getimed, zijn stem kleurde warm. Zo kenden we hem van de televisie. Wij zaten glimlachend te luisteren in de serre van zijn herenboerderij. De zon scheen op de groene polders. Ik was betoverd door de voordracht van de B.A. en wuifde een paar bezwaren gul weg. Van mijn verhaal was maar heel weinig overgebleven na de visioenen van B.A. Maar wat zou dat? Hij had voorgesteld om zijn vriend, de Beroemde en door mij Bewonderde Schrijver, bij het project te betrekken. Voor een samenwerking met deze B.B.S. wilde ik wel een paar veren laten. Ons beider handtekeningen onder het theaterstuk! Dat was me nog eens wat!
B.A. zegde medewerking toe en ging meteen aan de slag, zei hij. Ik was in de wolken en verheugde me op een roemrijke toekomst.

Gisteren spatte de luchtbel uit elkaar. BBS had te veel bezwaren en te weinig tijd. Nu zijn vriend niet meedeed, haakte ook BA af, met een eenregelig mailtje. De visioenen waren blijkbaar vervlogen in de dagen na onze ontmoeting en zo mooi was het ook allemaal niet geweest, die liefde enzo. Uit een niet uitgewiste staart van voorafgaande mailtjes die hij met BBS gewisseld had, maakte ik op dat hij niet bepaald geïnspireerd was geraakt door mijn muziek. Hij had BBS voorgespiegeld dat ze carte blanche hadden, en zelf hun muziek konden kiezen. Debussy, Fauré. Uit een verdwaalde opmerking meende ik zelfs te lezen dat hij mijn liedjes 'verschrikkelijk' vond.

Ik plofte neer op bed. De zon scheen te fel. Een leeg gevoel bestormde me. Het feit dat ik het altijd zonder BBS en BA had gedaan telde niet: ik had hen al in mijn cv bijgeschreven en zonder onze wederzijdse bewondering leek mijn werk me plotseling flets.
Mijn partner was eveneens ontdaan. Dagen had hij besteed aan het uitwerken en indienen van subsidieaanvragen. De naam van de beroemde mannen was nog net voor de deadline aan de samenstellers van de theaterbrochure doorgebriefd.
We hielden een korte krijgsraad. Veel viel er niet aan te doen. Er zou nog een telefoontje aan gewaagd worden, maar de onderneming was eigenlijk al kansloos geworden: de wetenschap dat iemand je werk 'onbruikbaar' en mogelijk zelfs 'verschrikkelijk' vindt is niet bepaald de beste basis voor een mooie samenwerking.

Een langere krijgsraad hield ik met mezelf. Waarop was mijn teleurstelling eigenlijk gebaseerd? BBS kon er niks aan doen. Die werd er via via bij betrokken, en voor hem was ik maar een onbekende componist. Het monster van de Sloterplas was voor hem niet meer dan een gerucht uit een verre, onverschillige buitenwijk. Ik kon mezelf altijd nog troosten met de illusie dat ik hem bij persoonlijk contact misschien wel had kunnen overtuigen. Goed, BBS viel niets aan te rekenen, en hij bleef onverminderd Bewonderd, besloot ik.
Maar wat BA betreft: zijn enthousiasme was maar handwarm geweest. Hij had ons ingepalmd, hij had bewonderend publiek gehad, een paar uur lang. Toen bleek dat hij het theaterstuk niet helemaal naar zijn eigen hand kon zetten maar met een paar duidelijke premissen rekening te houden had was er van zijn begeestering niet veel meer over geweest. Deze BA kon ik afserveren. Hém had ik trouwens nooit bewonderd, besefte ik. Natuurlijk had ik liever dat hij waardering had getoond voor mijn kunsten, maar in zijn wereld was blijkbaar maar plaats voor één kunstenaar, en dat was hijzelf. Een jij-bak lag voor de hand.
Langzaam trok het lege gevoel weg. Aarzelend kwamen nieuwe gedachten op. Nu we geen rekening meer hoefden te houden met BA en BBS, kon het verhaal zijn oorspronkelijke loop weer krijgen. Onbruikbaar of niet, verschrikkelijk zelfs misschien, het was míjn verhaal. Opeens zag ik de valkuil waarin ik bijna was getrapt. Bedwelmd door de illusies van roem en gevleid door de medewerking van beroemde mensen had ik mijn ideeën wel érg gemakkelijk verruild voor die van anderen. Daarmee had ik iets van mezelf verloochend.
Je moet het uiteindelijk toch altijd zelf doen, was mijn conclusie. Als je gelooft in wat je doet is het fiat van anderen mooi meegenomen, maar uiteindelijk nooit bepalend. En wat doe je na een teleurstelling? Je zet je uitgangspunten op een rij, inspecteert ze nog eens grondig, en als ze valide blijven in jouw ogen, ga je door, met rechte rug. Ook zonder BA en BBS. Die zijn immers BA en BBS geworden omdat ze dat ook altijd zo hebben gedaan.


(Illustratie: Rosanne van Spaendonck)

Geen opmerkingen: