vrijdag 31 maart 2017

Heimwee, weemoed en nostalgie


Odysseus heeft niets te klagen bij de godin Kalypso. Eten, drinken en vrouwen genoeg op haar eiland Ogygia; ze biedt hem zelfs onsterfelijkheid aan. Maar Odysseus versmaadt haar verleidelijke aanbod. Hij verlangt naar huis, naar zijn vrouw Penelope. Het pijnlijke verlangen van de Griekse held naar zijn terugkeer is waarschijnlijk de eerste literaire vindplaats van het begrip nostalgie. Nostos is terugkeer. algos betekent lijden. Nostalgie is dus oorspronkelijk niets anders dan heimwee: het ziekmakende verlangen naar een plaats of omstandigheid waar men zich thuis heeft gevoeld, en waarvan men gescheiden is.
Met 'vroeger' heeft dit verlangen niet zoveel te maken. Vroeger is het domein van de weemoed, het treuren om wat voorbij is, het gebukt gaan onder de sterfelijkheid, onder de vergankelijkheid. Weemoed impliceert niet dat men ook werkelijk terug wil naar vroeger, het is geen actief sentiment - eerder passief, zou ik zeggen: weemoed kan je verlammen.
Een synoniem voor weemoed is het chique melancholie, dat oorspronkelijk (net als weemoed zelf) een medische conditie was: The Anatomy of Melancholy van Robert Burns (1621) was bedoeld als een medisch handboek, vooral handelend over wat we tegenwoordig klinische depressie zouden noemen.

Maar woorden hebben de neiging van betekenis te veranderen. Het zijn schepen met een steeds gelijkblijvende vlag die een wisselende lading vervoeren. Weemoed en melancholie worden allang niet meer uitsluitend opgevat als een medische conditie. Beide stemmingen kunnen ook plezierig zijn - je kunt er aangenaam in zwelgen. Niemand die smult van de poëzie van Bloem of van de liederen van Mahler zal het gevoel hebben dat hij rijp is voor de psychiater.
Nostalgie is nog veel meer veranderd van betekenis. Het wordt vooral gebruikt om het idealiseren van het verleden aan te duiden. 'Vroeger was alles beter'. Het werk van Anton Pieck was nostalgie. Er bestaan Facebookpagina's die ons dagelijks plaatjes van vroeger laten zien: oude gebruiksvoorwerpen, straatbeelden, filmbeelden, tv- of popsterren, enzovoorts. Nostalgie is een gemakkelijk en tot niets verplichtend sentiment. Het staat voor behaaglijkheid. Je wentelen in mijmering over een voorbije en daarmee onschuldig geworden wereld.

In het spraakgebruik lopen overigens de drie begrippen vrolijk door elkaar heen. Ik kies vaak voor nostalgie als ik een zin eerder al weemoed heb gebruikt - om woordherhaling te vermijden dus.
Dat die slordigheid tot misverstanden kan leiden bleek toen ik deze week een mailtje kreeg van literair redacteur Marcel van den Boogert, die een bijdrage heeft geleverd (Amarcord) aan Tussen Andreasplein en Zwarte Pad, ons onlangs gepubliceerde boekenweekgeschenk voor Nieuw-West. Hij verzette zich daarin hevig tegen de door mij gedane suggestie, als zou hij nostalgie koesteren inzake Geuzenveld en zijn daar doorgebrachte jeugd. Hij verlangde daar helemaal niet naar terug, verzekerde hij me; maar die tijd was in het gouden licht van de weemoed gedompeld, dat wel.
Marcel is iemand die zorgvuldig is met zijn woorden.

Commentaar op dit blog van Boris Rousseeuw: 'Nostalgie is op vakantie willen naar het Parijs van de jaren 50. Melancholie is beseffen dat dat onmogelijk is.'


(illustratie: Arnold Böcklin, Odysseus und Kalypso, 1883)

Geen opmerkingen: