dinsdag 14 februari 2017

BUIENRADAR


Dierbare volgers van dit blog, lieve vrienden, beste mensen, ik leer het nooit.
- Wat leer je nooit, Rookzanger?
Dat je geluk niet moet najagen. Dat men zich niet zo moet verheugen. Dat het geluk niet in andere omstandigheden ligt. 'Nun fängt auch mein Glück wohl an' zingt de held van Mahlers Lieder eines fahrenden Gesellen. Terecht corrigeert hij zichzelf onmiddellijk: 'Nein, nein!'

Ik had de weersvoorspellingen op de voet gevolgd. Was het maar op de voet! Fanatiek gebogen over het scherm tikte ik keer op keer 'Buienradar' en 'Temperatuur Amsterdam' in, Google wist al wat ik wilde en had aan een enkele letter genoeg. Zouden we nu toch echt weer eens zo'n ouderwetse sneeuw krijgen? Het was te lang geleden, de kans op echte sneeuw had in mijn hoofd sprookjesachtige dimensies aangenomen. 'Nun fängt auch...'
Toen de wolk op Buienradar boven de stad zweefde keek ik gespannen uit het raam. En ja, daar begon waarachtig een fijn sneeuwtje neer te dalen. Motsneeuw, noemen de weermannen dat tegenwoordig. Poedersneeuw zeiden we vroeger als ik me goed herinner. Omdat het vroor werd de straat al gauw wit. Ik kleedde me warm aan, zocht een mooie pijp uit en ging naar buiten. Rondom de gele lantaarns dansten de vlokjes. Ik liep een paar straten om. Het was stil, een enkele eenzame gestalte liep gehaast voor me uit. Toen ik terug in huis was en ging slapen liet ik de gordijnen een beetje open.
De volgende morgen zette het door. Ik liep opgewekt naar Wildschut, waar ik minder oog had voor de krant dan voor wat er buiten gebeurde. De eerste sneeuwpoppen werd geboetseerd. Over dertig jaar zullen de kinderen van nu het over de legendarische winters van hun jeugd hebben. Thuisgekomen wekte ik mijn dochter, die al net zo dwaas is als ik, en ze haastte zich op pantoffels naar buiten. Ze vroeg of ik mee ging, maar mijn enthousiasme was al iets geluwd, ik bleef in de deuropening staan. Daar was hij dan, de sneeuw. En nu? Het begon alweer te wennen, het wonder was er al vanaf. Ik begon stiekem naar dat 'vleugje lente' te verlangen waarover de weerman had gesproken.
Zondagmiddag liep ik met mijn vriendin over de dijk. We kwamen van een concert. Acht saxofoons in een klein kerkje. Een ijskoude wind vond kieren in mijn dikke jas en spotte met mijn Noorse trui. Ik had mijn kraag hoog opgezet. Mijn hoed moest ik met beide handen vasthouden. Mijn vriendin wees me op iets moois in de velden, ik ben vergeten wat. Maar ik kon niet antwoorden, ik was te veel bezig met de kou te bevechten.
De volgende dag wilde mijn vriendin het VW-busje verplaatsen. Er moest ruimte worden gemaakt voor een andere auto. De wielen verloren hun grip op de bevroren grond en het busje gleed terug, de helling af, en drukte een forse deuk in haar Peugeot Partner. We keken naar de sneeuw die fonkelde in de zon.
'Nu mag het weer weg,' zei mijn vriendin.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Te koop:
Bestel HIER.

Geen opmerkingen: