dinsdag 4 oktober 2016

GERRIT


Ik keek naar de lucht en dacht aan mijn zoon. We hebben een vaste grap samen, dat het altijd regent als je in Nieuw-West moet optreden; voor drie Marokkaanse kinderen en de mensen van de organisatie. Mijn hand vloog al naar mijn mobiel, maar ik hield me in.
In het Rembrandtpark reden we het modderige pad af, parkeerden vlak bij het podium. Ik had mijn plakkaat "Ontheffing", ooit in het Vondelpark gekregen en sindsdien vaak misbruikt, tegen de voorruit gezet, als voorzorg; maar geen hond keek op van die auto die reed waar je niet rijden mag. Dat is dan weer het mooie van Nieuw-West. Ik pakte mijn gitaar, haalde Jochs rollator uit de achterbak en samen liepen we langs een stalletje waar niemand op dit uur Kroatische wijn wilde kopen naar een zitje onder een tentzeil. Daar wachtten we af wat komen ging.
De presentator hield de moed er goed in. Hij kreeg zowaar een paar mensen zover dat ze meededen met de Tai Chi-oefeningen die een monter meisje op het podium aan het voordoen was. Toen wij aan de beurt waren was de regen iets minder geworden. Er liep wat meer volk, misschien kwam het toch allemaal nog goed vandaag. We zongen en na een dik kwartier was het gedaan. De scheidende voorzitster van de theatergroep zei dat het erg mooi geweest was. Daar was ik blij om. Zelf had ik vooral mijn eigen gitaar vanuit de monitor gehoord, schel en veel te hard, tijd voor een goede soundcheck is er nooit, bij zulke openluchtoptredens.
Joch wou nog even blijven, dus ik maakte een rondje langs de kraampjes. Kocht een cd'tje, een stukje appeltaart, aarzelde bij de Kroatische wijnen. Toen ik me weer bij mijn groepje voegde, stonden de muzikanten van de act die na ons was gekomen daar ook. De gitarist had zijn gitaar nog niet ingepakt. 'Ha, een baby Taylor,' zei iemand. 'Nee,' zei de gitarist, 'die meneer daar heeft een baby Taylor.' Hij wees op mijn foedraal. 'Dit is zijn grotere broertje.'
Ik keek hem eens goed aan. Een kiem van herkenning groeide snel. Nog voor ik het me bewust was bloeide hij op, want ik hoorde mezelf zeggen: 'Gerrit? Gerrit de Boer?'
De gitarist keek me verrast aan. 'Ja?' 'Jan-Paul,' zei ik, hem te hulp schietend.
We schudden handen.
Mijn herinnering vloog terug naar mijn schooldagen. De laatste anderhalf jaar van het gym zat ik in Amersfoort op school, als banneling, zo voelde het. Ik hechtte nog te veel aan mijn Amsterdamse vriendenkring en was er eenzaam. Een van de weinige nieuwe vrienden die ik maakte was Gerrit, een langharige jongen met een ziekenfondsbrilletje. We spraken wel eens af en speelden dan gitaar samen. Hij was bedrevener dan ik, grondig klassiek geschoold. Op een van die middagen ruilde ik mijn twaalfsnarige gitaar voor zijn mandoline, waarop ik ijverig Ierse jigs oefende.
Na de middelbare school ging ik in mijn geboortestad studeren en ik verloor Gerrit uit het oog. Via via hoorde ik dat hij naar het conservatorium was gegaan.
Ik deed eerst Oude Talen, sjeesde daarin na mijn kandidaats, ging toen alsnog naar het conservatorium, werd klassiek zanger maar begon na een jaar of wat toch ook weer gitaar te spelen. Ergens in de jaren negentig trad ik met mijn duo La Passione in Amsterdam op, een feest van de gemeenteraad, als ik me goed herinner. Wij speelden en zongen onze Napolitaanse liederen. Er was ook een Mariachi-trio. Ik herkende hem toen ook al snel, voordat hij mij herkende, de gitarist, en we praatten over het werk, over muziek, vergeleken onze instrumenten, onze stijlen. De jaren gingen voorbij, ik zag weleens een boekje in de schappen van een tweedehandsmuziekwinkel dat zijn naam droeg.
En nu stonden we weer tegenover elkaar, inmiddels allebei zestig. Op de nerveus opgewekte manier van iemand die zijn verlegenheid heeft overwonnen vertelde hij me dat hij op zijn veertigste begonnen was viool te spelen. Hij was plotseling verliefd geworden op het instrument en had zich er met overgave op gestort, had intensief les genomen. Tegenwoordig trad hij ook op als violist. Ik bewonderde dat. Als je niet als klein kind al begint wordt het meestal niks, met de viool. Hij moest een enorm doorzettingsvermogen bezitten.
'Ik heb thuis nog een compositie van jou liggen,' zei hij plotseling. 'Een habanera.' Ik had ooit, op mijn achttiende, een suite voor klassiek gitaar geschreven, Partita in a, die ik niet zonder melodrama Vijf stukken bij het vertrek uit Amsterdam had ondertiteld. Zou hij die bedoelen? Hij pakte zijn gitaar, de grotere broer van mijn baby Taylor, en speelde een akkoordverbinding die ik meteen herkende als van mezelf. Ik lachte verrast. Het gaf me een warm gevoel dat iemand zich na al die jaren nog een jeugdwerkje van mij wist te herinneren, en daar zelfs nog een fragmentje van kon spelen.
Zijn aandacht werd gevraagd door een van zijn collega's, een Italiaanse cajonspeler. Het ging over een gig. Agenda's werden getrokken, online. We namen afscheid met een vrolijk: misschien tot over nog eens twintig jaar.


(Foto: Fred Martin)

7 opmerkingen:

Hans Valk zei

Een Baby Taylor; ik had er nog nooit van gehoord.
Ik wist dat 3/4 klassieke gitaren (nylon snaren) bestonden, maar dat er iets soortgelijks was met stalen snaren, wist ik niet.
Heb je een speciale reden om op een gitaar met een kleinere mensuur te willen spelen?

Jan-Paul van Spaendonck zei

Ha Hans, neen, een baby Taylor is een normale gitaar, geen 3/4. Vanwege zijn kleine formaat zo genoemd....

Jan-Paul van Spaendonck zei

Of, om preciezer te zijn, het is misschien wel een 3/4, qua formaat, maar hij wordt normaal gestemd en gedraagt zich ook verder als een volwassen gitaar, met een opvallend fors geluid voor zo'n bescheiden ding.

Hans Valk zei

Ik weet niet precies hoe groot de mensuur van 3/4 klassieke gitaar is. Normaal is ongeveer 65 cm, geloof ik. De Baby Taylor heeft een mensuur van 22,75 inch, wat neerkomt op 57,8 cm. Niet letterlijk 3/4, dus.
Overigens worden de klassieke 3/4 gitaren, die sommige jonge leerlingen van mijn vriendin gebruiken, ook normaal gestemd. Omdat de frets wat dichter bij elkaar staan, zijn dergelijke gitaren wat vriendelijker voor mensen met kleine handen.
Vandaar de vraag naar jouw reden om een dergelijke gitaar te gebruiken.
Als ik er op googel zie ik nog al eens de term 'travel guitar' voorbijkomen, dus makkelijker mee te nemen is kennelijk ook een overweging.

Hans Valk zei

Het scheelt ook in de snaarspanning.

Jan-Paul van Spaendonck zei

OK, een 3/4 gitaar, die dusdanig geconstrueerd is, dat hij volwassen klinkt, in normale stemming. Ze spelen heerlijk, zijn handig inderdaad in gebruik, etc. Is jouw vriendin gitariste? Ik heb ook een klassieke 3/4 gitaar gehad, een 'terts-gitaar', maar die klinken in normale stemming voor geen meter, en moet je echt een terts hoger stemmen. Speelde er luitmuziek op.

Jan-Paul van Spaendonck zei

En de afstand tussen de frets is normaal, volgens mij.