dinsdag 4 maart 2014
VERHUIZEN
Wat ik mis in de discussie over internet en privacy is relativering. Grote Broers Google en Facebook worden als boosaardige en alziende spionnen voorgesteld. Enge wakende ogen. We doen geen stap zonder dat ze op de hoogte zijn. Maar is dat wel zo? Het is op het web al net zo druk als in de echte wereld, misschien wel drukker. Het is er overbevolkt. Alles staat erop. Als je meer wilt dan een globale, geautomatiseerde inventarisatie van persoonsgegevens om gerichter reclame te kunnen maken, heb je tijd en mankracht nodig. In de goeie ouwe Maigrets kost het vele honderden manuren om uit de miljoenenstad Parijs één schurk te ziften. Het politieapparaat maakt overuren. In de digitale miljardenstad die internet heet gaat het niet anders, hoezeer ook verontruste sceptici ons een beeld willen schetsen van dusdanig gebundelde informatie dat een gezocht profiel met één druk op de knop tevoorschijn floept. Voorlopig blijft dat een dystopie. We zijn op het net even anoniem als op straat. Over hoe anoniem dat precies is, met al die bewakingscamera’s, daar kun je over twisten.
Voor mijzelf gaat de parallel met de echte wereld verder. Hoewel ik op sommige dagen nauwelijks een mens zie heb ik als fervent internetter meer en meer het gevoel te stikken in de drukte van stemmen, opinies, informatie, reclame, prietpraat en ontboezemingen, de niet aflatende neerslag van andermans dagelijks leven. Het benauwt me, en het belemmert me vrijuit te spreken: met zoveel virtuele contacten om te vriend te houden speelt mijn oude kwaal weer op, ik ga mensen naar de mond praten en ze het naar de zin maken, ten koste van mijn gemoedsrust. Bovendien vertoont mijn gedrag compulsieve trekken. Op de dagen dat ik blog blijf ik op een serviele manier alert op het commentaar van de onzichtbare buitenwereld. ‘Zelfbespiegeling voor anderen’, zo typeerde ik mijn stukjes wel eens. Maar dat ‘zelf’ krimpt en het ‘anderen’ neemt hand over hand toe. Tijd om mijn verhouding met het medium drastisch te herzien, zou je zeggen.
Maar hoe moet dat, als je ook de voordelen van dat medium niet wilt verliezen? Internet is zo in mijn bestaan geïntegreerd dat ik me een kluizenaar zou voelen zonder sociale media. Blogjes schrijven en ze op goed geluk de wereld insturen zonder enig benul van wie ze leest, dat lijkt me een eenzame bezigheid. Ik zou bijna het modieuze ‘sneu’ gebruiken.
Gisterenmorgen begon ik mismoedig aan de yogales. Gedeprimeerd, overprikkeld, met een flinke piep in mijn oren en een hoop watten ertussen. Maar toen, terwijl ik me op andere dingen moest concentreren en nu eens even niet moest denken over wat er aan mijn leven schortte, bedacht ik dit, in een flits die zich uitbreidde tot een gloed: als internet inderdaad net als de echte wereld werkt, dan kun je er ook verhuizen. Je hoeft niet te blijven zitten waar je zit, en je kunt op meer plaatsen tegelijk zijn, naar believen en behoefte. Dit is wat me te doen stond: ik moest vertrekken uit de grote stad en een huisje op het platteland betrekken. Mijn appartement in de stad zou ik wel aanhouden voor een dagje statten nu en dan als de stilte me begon te bedrukken.
Met andere woorden, ik moest een Facebookpagina aanmaken voor mezelf waarop ik mijn behoefte aan communicatie kon uitleven ver weg van het rumoer van de openbare ruimte. Als genoeg mensen die 'leuk vonden' hield ik mijn lezers, hoewel het er misschien wat minder zouden worden. Op mijn oude account kon ik af en toe inloggen als ik me in een sociale bui voelde.
Zo gezegd zo gedaan. En, o wonder, ik voelde me onmiddellijk beter.
Ik schrijf dit nu met uitzicht op de bergen. Ze zijn nog wat nevelig, maar de zon breekt al door. Door het bedauwde gras sluipt een kat op zoek naar de eerste vogelnestjes. Ik ga straks een douche nemen in het bouwvallige schuurtje onder de kastanjeboom en dan wandel ik naar het dorp verderop om in de kroeg een kop koffie te gaan drinken en de berichten in de plaatselijke gazet te spellen. Die zullen ook wel over Kiev gaan, zoveel verandert er nu ook weer niet.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Mijn vluchtoord is een eenzame oefenruimte zonder ramen. Een ruimte waarin het zonder verlichting aardedonker is, echt zwart.
Er is daar geen internet en (in mijn geval) geen telefoon, maar wel een Senseo - een die het doet.
Ik beschouw die ruimte als een grot, ver weg van de bewoonde wereld. Het kan evengoed een andere planeet zijn.
Het is er, alsof het mogelijk is om de voor nachtmensen o zo inspirerende nacht te vangen en er ook overdag van te kunnen genieten.
Een reactie posten