dinsdag 21 augustus 2012

THUIS

En daar zit ik weer, op mijn plaats achter het scherm. De post doorgenomen, die een paar aardige briefjes bevatte, veel onzin en een paar teleurstellingen, en een weifelende blik geworpen op de lucht. Volgens het thuisfront wachtte me hier een onbezorgd vervolg van het prachtige zomerweer dat mijn reis in helle kleuren had gezet, maar ik zie alleen maar grijs. Nu is het zaak de moed erin te houden.
Wat had ik me ook weer voorgehouden, iedere morgen weer, als ik in Pietrabruna mijn ochtendkoffie dronk op een platte gele rots in de op dat uur nog dragelijke zon, en naar de verre dorpjes aan de overkant van het dal staarde? O ja. Ik zou me er niet meer onder laten krijgen door dat duiveltje dat ambitie heet. Ik zou me koesteren in de warmte van mijn werk, waar ik – dat moet gezegd – van houd, en me niet meer branden aan een te hoog oplaaiende gloed van ijver. Anders gezegd: al mijn energie steken in het zo goed mogelijk verrichten van mijn taken, inclusief de noodzakelijke promotie daarvan, maar me niet laten opvreten door de begeerte om die promotie ook meteen in tastbaar succes omgezet te zien. Het geheim van de gemoedsrust die ik een jaar lang min of meer gekend had en de afgelopen tijd hopeloos onder mijn vingers zag wegglippen was immers dit: doe wat je kunt doen, stuur het de wereld in, en laat het los. Komt het niet goed terecht, raakt het ergens verdwaald op zijn tocht of stuit het af op een onwillige of vijandige ontvanger, haal je schouders op. Je hebt gedaan wat je kon.
Zo zit ik hier, niet op mijn hete gele rots, maar op mijn even ongemakkelijke antieke kantoorstoel, en lees dat het door een anonieme bewonderaar aangemaakte Wikipedia-lemma over mijn muziek is verwijderd wegens ‘gebrek aan belang’. En anders dan twee weken geleden raakt me dat niet werkelijk. Blijkbaar was de tijd er nog niet rijp voor, zo die dat al ooit zal worden. Maar ik had me laten opjutten, was voorzichtig weer gaan geloven in iets dat ik allang had opgegeven, roem en onsterfelijkheid en zo meer. Nu sta ik weer met beide benen op de grond en dat voelt beter.
Ik rook mijn laatste Gauloises voor ik me weer streng tot mijn pijp zal beperken. Toen ik (gisteren nog maar!) in een tankstation in Bourgondië een pakje kocht voor zeven euro en zeventig cent, twintig rottige sigaretten, met filter nog wel, opgesierd bovendien met een kleurenfoto van een door roze gezwellen misvormde keel en besmuikt vanuit een la verkocht, alsof het smokkelwaar betrof, besloot ik dat het daar ook maar eens uit mee moest zijn, net als met die ambitie.
Terwijl ik dit schrijf begint buiten op een balkon een schuurmachine te razen. Ook niet erg. Mij krijgen ze niet meer gek.

2 opmerkingen:

Hans Valk zei

Welkom terug, Rookzanger!
Zelf ben ik nog niet helemaal aan nieuwe stukken schrijven toe, maar ik ga je weer volgen!

nico van lieshout zei

'Denn Ruhm ist schiesslich nur der Inbegriff aller Missverstandnisse,die sich in einen neuen Namen sammeln.' (R.M.Rilke)

Rookzanger, tot gauw.