maandag 4 oktober 2010

MEER FLIKKEN

Omdat we de file wilden vermijden en ons niet aan de bedelstaf wilden laten brengen door de parkeermaffia parkeerden we de auto buiten de Ring en aten verbazend goed in een Thai aan de Johan Huizingalaan.
Zo kwam het dat we laat thuis kwamen en ik midden in Flikken Maastricht viel.
Maar het mooie van die serie is dat het niet zozeer om de verhalen gaat, als wel om de verhoudingen tussen de hoofdpersonen, die als kleine, steeds verder uitlopende kronkellijntjes door de eenmalige hoofdlijn lopen. Dus die Duitse crimineel en wat hij precies had uitgevreten kon me gestolen worden. Ik zag Wolfs in een ziekenhuisbed liggen, blijkbaar neergeschoten. Zijn dochter zat aan zijn zij toen hij bijkwam. Al snel verliet ze hem weer.
(U moet weten, dat een van die rode draadjes de poging is van onze held Wolfs (Victor Reinier) om zijn teruggevonden dochter voor zich te winnen. Hij heeft haar op jonge leeftijd verwekt en zich verder niet met haar bemoeid, tot hij haar terugvindt in de stad Maastricht, waar zij studeert, en waarnaar hij overgeplaatst is, - waarom weet ik niet, ik heb de serie niet vanaf het begin gevolgd.)
Afijn, Wolfs komt dus bij, ziet zijn dochter naast zijn bed en is ontroerd. Maar zij staat bijna meteen op. Ze heeft een afspraak. Hij verwijt haar dat. Zij maakt hem uit voor zelfmedelijdende egoïst en verdwijnt. Net nu we dachten dat het goed zou komen tussen die twee! Maar dan gebeurt er iets opmerkelijks. Zijn dochter wordt hartelijk bij haar naam gegroet, bij haar vertrek, door de zuster van dienst.
‘Ken je haar?’ vraagt Wolfs.
‘Natuurlijk,’ zegt de zuster. ‘Ze heeft drie nachten naast uw bed gewaakt.’
Bam. Dat treft als een mokerslag. Tranen biggelden me over de wangen. Nu ben ik momenteel wel een beetje labiel, dus mijn reactie kan overdreven zijn geweest, maar toch, dramaturgisch was dit een meesterlijke vondst.
En zo zijn er meer in deze serie, die alle Duitse Krimi’s hoonlachend achter zich laat, en best een bescheiden plaats mag innemen naast de grote Engelse en Amerikaanse voorbeelden.
Er was dit keer zelfs een heuse achtervolging met bitse u-bochten, gierende remmen en omvallende marktkraampjes door de Maasstad in scène gezet, die er goed uitzag! Wel was Maastricht opvallend stil, er was bijna niemand op straat. Maar omdat wij die stad kennen, valt dat op. Voor een Amerikaan ziet New York er waarschijnlijk ook surrealistisch verlaten uit bij die spectaculaire achtervolgingen waaraan hele wagenparken meedoen en de spannende shoot outs die we kennen uit de films.

Niets dan lof dus weer. Blijft alleen het acteerwerk van sommige spelers. In de tweede reeks is de voortreffelijke Wil van Kralingen als commissaris vervangen door Helmert Woudenberg, een Theateracteur, een Kunstenaar. En dat hoor je zo verschrikkelijk duidelijk! De minste figurant speelt natuurlijker, ik zei het meen ik al in mijn vorige stukje. Mijn handen jeuken om daar op de set spraakcoach te worden.
Ik geef u een voorbeeld van dezelfde, fictieve zin, zoals uitgesproken door Victor Reinier en Helmert Woudenberg.

Reinier: ‘wih j’n kob kóffie f’me pakke?’
Woudenberg: ‘WIL-JE-EEN-KOP-KOFFIE-VOOR-ME-PAKKEN???’

En vreemd genoeg is Reinier verstaanbaarder.

Geen opmerkingen: