zaterdag 28 augustus 2010

PINOCCHIO

Hij lijkt op een buiksprekerspop, of op Pinocchio. Een karikatuur, niet helemaal menselijk. Dus je kijkt naar hem, of je wilt of niet: hij haakt naar je blik en trekt die naar zich toe, een geroutineerd visser naar aandacht.
En dan zit je eraan vast: tenzij je harteloos bent en ongemanierd kom je zo gauw niet meer van hem af. Zijn grote ogen kijken je even doordringend als onschuldig aan. Hij wenkt charmant gebiedend. Blijf kijken: ik ben een pias, ik ga je vermaken. Neem een foto, niet vergeten! Hij neemt potsierlijke poses aan, wringt zijn lichaam in rare bochten, speelt de clown. Tussentijds vertelt hij in een samenraapsel van taalrudimenten over zijn carrière: hij is overal geweest, in Denemarken, in Amsterdam ook, ja!, in Frankrijk, in Engeland. Iedereen vond hem geweldig, op straat. Kijk eens goed: dit ben ik, vroeger. Een beduimeld fotootje komt uit zijn tot op het varkensbot versleten portefeuille. Een bedeesd Italiaans jongentje met net gekamde haartjes. Het jongetje is nooit groot geworden.
Er gaan mensen naast ons op het bankje zitten. Een eerbiedwaardig echtpaar van buiten, misschien wel helemaal uit Rome, hier voor de processie van San Sebastiano. Onze aandacht wordt even afgeleid. Hij lummelt nog wat rond maar zoekt dan naar andere bewonderaars.
Even later komt hij onze kant weer op.
Niet kijken, zeg ik tegen mijn vriendin.
Ik rook een Esportazione en kijk stug de andere kant op. Paulien vindt dat moeilijk, maar doet haar uiterste best. Hij peilt de toestand, schat zijn kansen in, doet nog een flauwe poging ons bij de les te krijgen, maar geeft het dan op. Teleurgesteld mengt hij zich onder de inwoners van Gaggi, die hem geen blik waardig keuren. Hij mokt.

Geen opmerkingen: