vrijdag 2 augustus 2024

SPROAKSTEE


Voor we later in augustus serieuzer op reis zouden gaan wilden we wat kleine excursies maken. Een paar dagen weg, even 'helemaal eruit', andere omgeving, andere taal - maar dan zonder de voorbereidingen en organisatie die een langer buitenlands verblijf vergt. De distels kunnen een dag of twee pluizen op het land van mijn vriendin, de katten hoeven mij maar kort te missen.
Onlangs bezochten we het tot dan toe verwaarloosde Aken. Deze week zouden we naar Heimbach gaan, een plek in de Eifel waar ik erg op gesteld ben geraakt. 

We vierden een tweedaags familiefeest in de tuin van mijn vriendin. Tenten opgezet in de appelboomgaard. Kinderen en kleinkinderen. Dat was enorm gezellig maar het hakte erin. Na al die Bourgondische zorgeloosheid en die vrolijke chaotische gesprekken tot diep in de nacht bij een walmende vuurkorf, begeleid door luidkeels gezang en ongeremd gitaarspel, was ik stuk. Ik vroeg om een dag respijt. Een gewone dag van wandelen en stilte. Om bij te komen van dat woeste en volle leven. 
Mijn vriendin kwam dat ook goed uit en zodoende gingen we woensdag pas weg.

Maar... we moesten onverwachts vrijdagnamiddag alweer terug zijn. Ik lag daar 's ochtends in bed over na te denken, inmiddels uitgerust. Heimbach was drieënhalf uur rijden, theoretisch. Maar de schrik zat me nog in de benen na die trage reis naar Aken. Heen en terug file op file, de A2 is haast niet meer te doen. Bovendien voorspelde de app juist voor die donderdag onweer en regen in de Eifel. 
Verandering van plannen. Flexibel zijn! Ik appte mijn vriendin om 7:15: 'Zullen we soms naar De Lutte gaan en daar de grens oversteken?'
Zij is in dat Twentse plaatsje geboren en heeft er haar eerste levensjaren doorgebracht. Ze was meteen voor. Het vooruitzicht op een meestal rustige A1 hielp ook. 


In De Sproakstee stond de tent algauw. Het was er niet zo rustig als toen we er in het eerste Corona-jaar waren. Een dozijn dure campers bewoond door stille, grijze echtparen omzoomde het iets te kort geschoren grasveld. We aten in het dorp, buiten. Om niet al te veel in herhaling te vallen bij een ander restaurant dan vier jaar geleden. We zaten nog wat voor ons tentje. De avond was zoel. Ik tekende de bomen.
De verkwikkend stille nacht op een spartaans matrasje werd abrupt kort gehouden door luid koerende houtduiven. Roekoe-koe-koekeroe-koe. Net een ander dialect dan in Noord-Holland.

In Bad Bentheim ontbeten we heerlijk bij koffiehuis en bakkerij Tietmeier. Wie daar ooit komt moet niet verzuimen een van hun zware, smaakvolle broden mee te nemen. Zulk lekker brood proef je zelden.
Mijn vriendin verleidde me tot een bezoek aan de burcht. Ik kende die alleen van gezicht. Zelf had ik ('Ik kén kastelen zo langzamerhand wel') willen volstaan met een beetje rondlopen door het stadje om eetlust op te doen maar ik had er geen spijt van.

Het evidente voordeel van toerisme is dat je te zien krijgt wat is beloofd. Dat geldt niet voor vogels kijken, bijvoorbeeld. Voor de tent had ik gemeend een grauwe klauwier te zien, maar het schuwe diertje hield zich verstopt en eer ik mijn verrekijker had gericht was het verdwenen. Onbevredigd borg ik de kijker weg, onzeker of ik de waarneming in mijn notitieboekje mocht noteren.
We kregen wat ons was beloofd en tegen de tijd dat we het grote en mooie kasteel verlaten hadden was het ook wel genoeg. De verzadiging van een toeristische attractie wordt nog eens versterkt door de bordjes met informatie en het aanschouwelijke onderwijs - het met levensgrote poppen en flakkerende lichtjes aangeklede alchemistenlaboratorium had ik kunnen missen.
De logeerkamer van koningin-regentes Emma daarentegen (Pauline van Waldeck-Pyrmont, gehuwd met Alexis van Bentheim-Steinfurt, was haar zuster en zij, Emma, kwam jaarlijks bij haar logeren om te kuren in de heilzame bronnen van Bad Bentheim) had ik best willen betreden, maar de weelderige slaapzaal was met plexiglas afgesloten.
Mijn vriendin wist nog dat het hier vroeger anders was, veel minder netjes, en zei dat ze de boel aan het verpesten waren. We verschilden even filosofisch van mening. De nieuwe Vorst van Bentheim und Steinfurt is een vooruitstrevend ondernemer. Misschien te commercieel. Maar als je niks doet vervalt de boel van charmant antiek tot een niet meer te redden zooitje. Ik dacht aan de talloze steenklompen in Engeland en Wales. Ik speelde de advocaat van de duivel. In mijn hart was ik het mijn vriendin eens. Ik kon dat plexiglas en die informatieborden missen als kiespijn.

We lunchten buiten in een Biergarten. Net over de grens en meteen krijg je twee schnitzels in plaats van één, voor dezelfde prijs, vergezeld van een overvloed aan heerlijke, 'op grootmoeders wijze' gebakken aardappels.
We deden inkopen in een supermarkt. De lucht was betrokken. Terug in Nederland was er een niet voorspelde regen begonnen die voorlopig niet van ophouden leek te weten. Het nadeel van primitief kamperen manifesteerde zich. We zochten ons heil aan een picknicktafel onder het afdakje van het sanitair. Daar aten we een avondmaal van meloen en ham, broodjes tonijn en lokale kruidenkaas, begeleid door een fles Schwarzriesling. Een beetje bevreemd bekeken door de keurige camperbewoners die ons passeerden om hun borden en pannen af te wassen. Daarna zat er niets anders op dan vroeg te gaan slapen met een boek. 
Die mooie wandeling over het loabultpad maakten we de volgende morgen, heerlijk uitgerust.


Geen opmerkingen: