vrijdag 9 februari 2024

JONGENSKAMER

Gistermorgen vroeg, in halfslaap - het was nog donker - stond ik weer in de gang waaraan mijn jongenskamer lag. Daartoe was ik de smalle trap afgedaald.
Ons huis lag op de eerste verdieping van een portiekflat. Op de begane grond waren de fietsenboxen. Achter die fietsenboxen was nog een woonlaag, grenzend aan de achtertuin, en alleen te bereiken via die binnentrap vanaf de eerste etage.
Het was daar zeldzaam veilig. Mijn kamer was de middelste van drie. Rechts naast me was mijn vaders studeerkamer, die begrensd werd door de rechter buitenmuur van het gebouw. Er liep alleen een fietspad langs. Links was de kamer van mijn zusje, de enige met openslaande deuren die toegang gaven tot het verwaarloosde tuintje dat door een hoge heg werd omzoomd. In mijn rug, als ik voor de deur van mijn kamer stond, werd ik gedekt door gangkast en badkamer met daarachter, ongezien en eigenlijk ook ongeweten, de blinde boxen. Vanuit mijn raam, waartegen bij herfstwind de takken van een ongesnoeide rozenstruik zwiepten, keek je over de heg heen naar de toppen van de bomen die op het plantsoen in het midden van een rotonde stonden. Op de Slotermeerlaan was 's avonds laat nog maar weinig verkeer. Westoever, dat niet veel later President Allendelaan zou gaan heten, was nog niet de drukke verbindingsweg met Osdorp die het nu is. Geel lantaarnlicht scheen hoogstens op een enkele fietser, een eenzame auto, een late wandelaar met hond. 
Zo had ik mijn eigen, door een gevelconvector warm gehouden, Hobbithol. Boven mij waakten mijn ouders. De wereld achter de gesloten gordijnen was gehuld in soliede duisternis. Wat er aan onrust bestond drong hier beneden niet door. 

Dat ik zo intens aan mijn jongenskamer op het Immanuel Kanthof moest denken vond ik niet zo vreemd; ik ben druk bezig de verhalen te corrigeren die zijn ingeleverd voor onze jaarlijkse bundel Tussen Andreasplein en Zwarte Pad, en daarin staat zoals ook in de eerdere edities veel te lezen dat verband houdt met mijn jeugd; veel nostalgie; veel topografie - vergeelde kaarten van straten die niet meer precies zo bestaan.
Wat me wel verbaasde was de manier waaróp ik me mijn thuis van de vroege jaren zeventig herinnerde. Meestal denk ik aan mensen en gebeurtenissen. Meestal zie ik die vanuit een afstand. Nu dacht ik alleen aan de plaats. En ik dacht er niet echt aan, ik was er. Alles strekte zich in 3D, bijna tastbaar, rondom me uit. 
De herinneringen aan mensen en gebeurtenissen hebben al snel de neiging vermengd te raken met emoties - onbegrip, schaamte, spijt. Ik neem ze waar, vanuit mijn verre afstand in de tijd, die dingen van toen, en heb er een oordeel over. Associaties woekeren, van de ene naar de andere ongemakkelijke herinnering reis ik. Vragen rijzen van het soort waarop Google geen antwoord weet. Hoe het precies ging toen, wat het verband was tussen al die losse eindjes ervaring. 
Nu was er niets van dat alles. Ik kon zelfs, na even wat wakkerder te zijn geweest, weer teruggaan naar die gedroomde kamer van toen. Die wachtte stil op mij, zonder mensen en zonder gebeurtenissen, nog lauw, gestold in de tijd. 

Jammer is wel, na zo'n verblijf in de knusse holen van een gestold en niet meer aan verandering onderhevig verleden, dat de echte wereld onherroepelijk tegenvalt; in eerste instantie doet ze onwerkelijk aan en vervolgens, als je eenmaal gewend bent, lijkt ze angstaanjagend chaotisch, vluchtig en voorbijgaand. 

Naschrift: En de denkmachine gaat weer aan. Die probeert redenen te vinden voor deze staat van genade. Misschien was het wel, oppert hij, doordat mijn dekbed precies de goede temperatuur had die koude morgen: zeer behaaglijk, maar net niet te warm.

En natuurlijk dit : (hoe kon ik het vergeten!) Afgelopen zaterdag was ik wezen wandelen in het Ruige Riet (voorheen Vogeleiland). Daarna reed ik nog even door mijn oude buurten Geuzenveld en Slotermeer. Ik zag dat ze bezig waren de Filosofenbuurt op te knappen. Geen sloop gelukkig, maar grondige renovatie. De meeste flats waren al klaar, het Kanthof nog niet. Overal zonnepanelen op de rode dakpannen, luxe nieuwe glaswanden, nieuwe appartementen met dakkapelletjes waar de zolders waren geweest.



Geen opmerkingen: