vrijdag 13 december 2019

ILLEGAAL

Ik glipte door het poortje in andermans kielzog. Maar mijn OV-kaart was in de gauwigheid misschien toch geregistreerd, dus voor de zekerheid, om de teller niet te laten lopen, checkte ik meteen weer uit. Herstel: probeerde uit te checken. Niet mogelijk, zei het schermpje, wegens te weinig saldo. Te weinig saldo? Ik ging hier toch alleen maar koffiedrinken in Grand Café 1e klas? Ik ging toch geen reis maken? Ik probeerde het nog eens, met hetzelfde resultaat. Een ongemakkelijk gevoel bekroop me. Ik was illegaal het station binnengekomen en kon er niet meer uit. Ik snapte ze wel, al die maatregelen. Gevaarlijke tijden, dreigingsniveaus. Maar wat nu te doen? Ik keek een beetje verloren om me heen, naar de rails, het perron, de hoge ijzeren koepel. Een trein kwam gierend binnen. Opgesloten. Zou ik hier ergens mijn saldo kunnen opwaarderen? Zou je net zien natuurlijk, dat zulks alleen mogelijk was in de stationshal, buiten bereik van illegale insluipers met spijt.
Gelukkig kwam daar mijn vriend aangewandeld. Per trein uit Den Haag gespoord, om straks weer verder te reizen naar Haarlem. Hij had het volste recht om hier te zijn. Terwijl we de gang van zaken overwogen liepen we naar het café. De ingang daarvan had ook een digitaal checkpoint. Gratis in- en uitchecken, stond er. Aha, je mocht dus nog wel, desnoods een hele middag, zonder te betalen voor je lijfelijke aanwezigheid in de horeca doorbrengen. Dat was tenminste iets, de wereld was nog niet helemaal bedorven door inperkende regelgeving en belemmerende veiligheidsmaatregelen. Op de perrons was de maximum verblijftijd een uur, had ik inmiddels geleerd, daarna ging je dokken. Het café was een soort heerlijkheid binnen het militaristische station, waar minder strenge wetten golden.
Mijn vriend hield zijn kaart tegen de lezer. Ik ook, tegen beter weten in: ook hier in de heerlijkheid was het apparaat onverbiddelijk - te weinig saldo. De tien euro die ik voordat ik in de tram was gestapt op mijn kaart had gezet was al aangebroken. En tien euro, zei mijn telefoontje, was het minimumbedrag dat op je kaart moest staan wilde je stationsbezoek zelfs maar overwégen.
Mijn vriend zei goedmoedig bassend dat ik me geen zorgen hoefde maken: desnoods glipte ik op zijn kaart weer naar openbaar terrein, zoals ik ook was gekomen. Maar helemaal gerust was ik er niet op. Ik zag mezelf al door onvermurwbare spoorwegrecherche worden afgevoerd, tevergeefs aanvoerend, dat ik te goeder trouw had gehandeld - een illegaal tegen wil en dank, een logge dinosaurus die klem was komen te zitten in moderne tijden.
Nadat we afgerekend hadden liepen we naar de roltrap. Maar die konden we links laten liggen, met poortje en al, want onze gang kwam rechtstreeks en zonder enige hindernis uit op de openbare hal. Blijkbaar was deze sluiproute aan de aandacht van de bazen ontsnapt. Niet erg veilig, maar prettig voor mij.