vrijdag 22 maart 2019

Ratten en uilen


In bed probeerde ik mijn aandacht bij mijn boek te houden maar wat ik uit de woonkamer hoorde komen verstoorde mijn concentratie. Ik vernam, in flarden tussen de volzinnen van Dickens door, dat 'wij' erfgenamen waren van de grootste beschaving die ooit bestaan had. 'Wij' hadden ijstijden overleefd en mammoeten gevloerd. Zo, dacht ik, dat is nog wel even iets anders dan piramides bouwen, of het Gilgamesj-epos schrijven. Mammoeten!
Ook hoorde ik de inmiddels veelgeciteerde zin over de uil van Minerva, die zijn vleugels bij het vallen van de avond spreidt. De symboliek was me glashelder, want net als de man die op tv aan het woord was heb ik gymnasium gedaan (hoewel niet fluitend en 'met twee vingers in de neus'). Ik koketteer daar niet mee, noch schaam ik me ervoor. Normaal gesproken kan ik wel sympathie opbrengen voor mensen die tegen de platte tijdsgeest durven ingaan en in het openbaar getuigen van hun eruditie, maar deze metafoor ergerde me, zoals de hele man me ergerde. 
Hij is bepaald niet van de straat, Thierry Henri Philippe Baudet: meester én doctor. Hij heeft naast politieke studies en pamfletten twee romans geschreven. [Hoewel zijn debuut vooral bekend werd door die idiote openingszin, een tijdje dé risee van Twitter: 'Het is aapdagen dat vrouwen naar bed willen met ruwe, ongebonden mannen.'] Hij draagt ons culturele erfgoed op gemanicuurde handen, deze getalenteerde maar dweepzieke gymnasiast, adoreert klassieke muziek, barokke architectuur en romantische poëzie. En toch straalt zijn optreden een merkwaardig dommige zelfingenomenheid uit. Want hij is gelukkig geen begenadigd demagoog. Hitler kon tenminste nog flink blaffen en rood aanlopen, en zelfs Wilders heeft een zekere humeurige scherpte als hij op dreef is. Maar Baudet klinkt alleen maar lijzig, breedsprakig en pedant, en als hij eindelijk opwarmt en gaat roepen lijkt het gespeeld. Zijn aanhang juicht hem niettemin amicaal toe: 'Thierry, Thierry!' 
Het lijkt een studentikoos spel. Hij appelleert op hoogdravende maar originele wijze aan een gevoel van onbehagen. De euromunt ontvlechten... Zijn gehoor snapt de ballen van wat die bal daar allemaal zegt, maar weet dit: hij is tegen immigratie, tegen 'groene gekte', tegen Europa, voor vroeger, voor de gulden en die goeie ouwe tijd. En aangezien hij knap praat 'zal hij het wel weten'. Hier is een les uit te trekken. Groen Links, Partij voor de Dieren, PvdA en SP: stop met de taal des volks te willen spreken, buk niet langer, schrap die Jip en Janneke-zinnetjes maar citeer Homerus en Dante, Vondel desnoods, en gebruik veel vreemde woorden, liefst van Latijnse origine. Ga, kortom, terug naar het politieke idioom van de jaren vijftig. Om de Grote Baudet aan te halen: Reikt voorbij uwe horizonten, heren en dames politici der boreale naties!
Baudet wordt geflankeerd door een wormstekige raadsheer, een smoezelige man die zijn schaarse haar tot een allerwonderlijkst kuifje op het achterhoofd pommadeert. Deze als heer vermomde boerenzoon aarzelt tussen dandyisme en platte brutaliteit. Hij doet me aan twee personages uit de Bommel-saga denken: A. de Lazuur, de 'contactheer' van de Beweging der Opstandige Heren (B.O.H.), en de rattige, verlopen en drankzuchtige advocaat Mr. Woordkramer. In gedachten zie ik Theo Upt H. als stripfiguur en geef ik hem een Toonderiaans pseudoniem: Hidde Ritselaer.
Dit alles is puur literatuur, beste lezers, en Baudet kan zich maar beter tot de literatuur beperken, als hij eerst nog wat oefent. Want uilen van Minerva horen in de poëzie thuis, en niet in de politiek.

1 opmerking:

Hans Valk zei

Ze verschijnen de laatste veertig, vijftig jaar jaar ongeveer om de twintig jaar. Zou dat een wetmatigheid zijn? Na Boer Koekoek en Pim Fortuyn, hebben we nu Thierry Baudet. Hoewel; nog veel langer geleden, in de jaren '20 van de vorige eeuw hadden we Had-je-me-maar.

Het verschijnsel is van alle tijden.

Een andere constatering is, dat het tijdperk waarin rechtse mensen allerlei dingen, die linkse mensen onwelgevallig waren, niet mochten zeggen, nu ècht voorbij is. Ze dàchten het ook alleen maar, trouwens, maar het was altijd een fijne jij-bak richting links.

Opvallend in dat verband is ook dat je, wanneer je het partijprogramma van Forum voor Democratie bekijkt op hun website, denkt: "dat valt eigenlijk wel mee".
Hoor je vervolgens die overwinningstoespraak van Baudet en ben je een beetje thuis in de retorische stokpaardjes van het fascisme (dat ben ik, helaas), dan vallen je de schellen van de ogen.
Forum voor Democratie, of beter gezegd: Baudet, deugt niet.

We gaan zien hoe het afloopt.

Ik zie trouwens ineens tot mijn vreugde dat mijn blog weer in je vriendenlijstje prijkt. Leuk!