dinsdag 5 mei 2015

VLUCHT

Na mijn vierde La Belle Hélène vond ik het welletjes destijds en sindsdien heb ik nooit meer een operette gezongen. Het fenomeen verdween uit mijn leven - ik zag het alleen nog sporadisch op oude foto’s terug of, uit mijn ooghoek, op televisie, waarna ik gauw wegzapte.
Maar dit weekend zat ik er weer midden in. Mijn dochter speelde mee in Les Brigands, net als La belle Hélène van Jacques Offenbach: een mooie voorstelling van de Amsterdamse operettevereniging Thalia, die er haar honderdjarig jubileum mee vierde. Het was haar debuut en ze deed het geweldig. Ik zat in De Meervaart, trots, ontroerd, geamuseerd, en werd bestormd door herinneringen. Ik zag vooral weer hoe fijn het was om bij zo’n club te horen en in opperste lotsverbondenheid naar zo’n voorstelling toe te werken. Ik wist weer hoe je daarna de mensen, de sfeer, het harde gezamenlijke werken, de muziek en het scherpe focus van je leven miste. Alles kreeg zijn gewone rommelige alledaagsheid terug en het beruchte Zwarte Gat lag op de loer.
Terwijl Offenbachs guitige deuntjes nog natrilden dreigde voor ons een ander zwart gat. Onze poes, mijn 17-jarige bedgenoot Tijger, was ernstig ziek. Over Tijger zijn verhalen te vertellen en ik heb dat ook wel eens gedaan – De kat die een mens wilde zijn ging helaas verloren bij een computercrash. Ik zal het misschien nog wel eens doen, maar de vrees dat zo’n verhaal de vorm van een requiem zou krijgen is ondertussen gelukkig wat naar de achtergrond verdwenen. De crisis lijkt voorbij; Tijger leeft weer wat op, komt af en toe aarzelend uit haar schuilplaats tevoorschijn om wat te drinken en toont weer een beetje belangstelling voor iets anders dan haar navel. Zondagavond, na de operette, zochten mijn dochters naar oude foto’s van haar. We kwamen veel tegen dat half vergeten was en raakten in een nostalgische bui. Het was gezellig – onze zorgen waren even ver weg en de rijkdom van al die herinneringen vulde ons met een tijdloos gevoel. We bevonden ons op een uitzichtpunt en overzagen veilig hoog boven het gewoel van de wereld al die verschillende momenten in de tijd – één foto verder en hup! daar was weer een ander jaar. Eén ding bleef ongezien en wilden we ook niet zien en dat was de dag van morgen.
Nu die aangebroken is maak ik me voor het eerst weer zorgen om waar ik me oorspronkelijk zorgen om maakte, vóór de poes ziek werd. Vanmiddag vlieg ik naar Spanje. De gedachte daaraan werd uitgesteld, want als er iets met Tijger zou gebeuren zou ik niet weg kunnen gaan. Mijn reisangst leek bovendien een onbeduidend iets vergeleken met de schaduw van dreigende dood die over alles heen lag. Vliegen leek een niemendalletje in vergelijking met het vooruitzicht een dierenleven te moeten beëindigen dat zo met mijn eigen leven was vergroeid.
Nu dat vooruitzicht veel minder waarschijnlijk en in elk veel minder urgent is geworden zie ik weer onder ogen wat me eerst zo nerveus had gemaakt. En ik stel vast dat het veel van zijn beangstigende onzekerheid heeft verloren.

De volgende keer dat ik u iets bericht zal dat zijn vanuit een bloeiende abrikozenboomgaard. Mijn Panamahoed gaat mee, en een licht zomercolbertje. Ik durf me nog niet goed te verheugen op een hangmat en een zwembad; het lijkt allemaal nog onwerkelijk en als ik het beeld te scherp stel wordt het plotseling overschaduwd door sombere gedachten, door hypochondrie by proxy: dat het net als ik aan de zuidpunt van Europa zit toch weer slechter gaat met Tijger.
Duimt u voor ons, lezer?

1 opmerking:

Daniël zei

Toevallig heb ook ik een kat die Tijger heet, die volgens een schatting ongeveer 17-18 jaar is. Ook zij loopt inmiddels tegen haar einde.
Dus reken maar, dat deze lezer voor jullie duimt.