zaterdag 2 juli 2011

D'ARTAGNAN

De toekomstige huisbaas van mijn dochter bleek een veertiger met een staartje en een oorringetje. ‘Dag meneer de troubadour,’ groette hij me. Hij had me gegoogeld. Hij bleek erg geïnteresseerd in de opleiding die Rosanne gaat doen aan de Toneelschool van Maastricht. Kostuumontwerp. Zelf mocht hij zich ook graag verkleden. Kon mijn dochter geen trouwjurk maken? Zijn vriendin en hij gingen trouwen en wilden dat in middeleeuwse stijl doen. In hun vrije tijd waren ze lid van een vereniging die historische veldslagen naspeelt.
Ik had die club wel eens aan het werk gezien in Flikken Maastricht. In die stad lijken ze erg van de archaïsche pracht en praal van traditionele functies te houden. De clerus loopt er in vol ornaat op straat, en je kunt er zelfs volwassen padvinders in groepjes aantreffen. Mooie uniformen, glimmend koper, het gedijt goed in de zuidelijke zon die al aarzelend over de Maasstad straalt.
Maar bij historische reconstructies van krijgsgeweld moet ik toch vooral denken aan Monty Python. Een plattelandsvrouwenvereniging, The Batley Townswomen’s Guild, voert The Battle of Pearl Harbor op. We zien muisgrijze dames met malle hoedjes die zich aan twee kanten van een modderig veld opstellen. Er klinkt een fluitsignaal. De vrouwen vliegen elkaar aan en proberen, gillend en wild uithalend met hun handtasjes, elkaar de modder in te werken.
’s Avonds zaten we op het verwarmde terras van Het Wapen van d’Artagnan, tegenover de Onze Lieve Vrouwekerk. We aten er uitstekend. Knien op z’n Maastreechts. Naast ons zaten twee zorgvuldig geklede mannen, een schuchtere knappe zwarte en een lelijke maar zelfverzekerde witte. Ze ontmoetten elkaar voor het eerst, en er werd gezocht naar onderwerpen. Het eerst was de wijn aan de beurt, die met zorg besteld was, en vandaar wijn en drinken in het algemeen. Op clichés werd niet gespaard.
Over een glooiend klinkerstraatje tegenover het terras naderde een processie. Mannen in uniform en purperen jurken droegen vaandels, kaarsen, een Mariabeeld. De zwarte man was ontroerd. De witte vroeg: ‘hoe kan je nou wel in Maria geloven en niet in God?’ Ze hadden een stevig onderwerp te pakken. Misschien werd het wel wat met hun date. Bij het afrekenen ging ik het restaurant binnen. Het restaurant was iets te chic, ik iets te shabby. Er hing een enorm schuttersstuk. ‘Is de historische d’Artagnan niet gesneuveld bij het Beleg van Maastricht in 1672?’ vroeg ik langs mijn neus weg. De kelner keek me verbaasd aan. ‘U bent de eerste die dat weet.’ Blij om mijn triomfje liep ik naar buiten. Op de terugreis waren er mooie luchten.

Geen opmerkingen: