vrijdag 20 september 2024

Manen en maantjes


Gisteren, op de kop af een dag na een gedeeltelijke maansverduistering, was het vollemaan. En niet zomaar een. Een supermaan; en ook nog eens de eerste volle van de herfst.
De harvest moon waarover Neil Young op de gelijknamige plaat uit 1992 zong (niet te verwarren met het iconische Harvest uit 1972) heet in het Nederlands oogstmaan, boekweitmaan of bindmaan. Gezien de etymologische verwantschap van harvest en herfst zou ik pleiten voor de naam "herfstmaan". Wel her en der te vinden op internet (en door mij in het verleden onder andere gebruikt in een liedjestitel) maar niet in het woordenboek opgenomen. Dit exemplaar was dus een superherfstmaan
Zij (maan is vrouwelijk, wat de Duitsers ook denken) stond in Pisces, het Teken van de Vis.
(Ook al een liedje van mij: het is mijn sterrenbeeld en ik heb me, hoewel geen aanhanger van de astrologie,  altijd herkend in de karakterbeschrijvingen die gangbaar zijn als het om Vissen gaat.)

Volgens de spirituele broeders en zusters ontvouwt zich met een supermaan in die positie een krachtige energetische gebeurtenis. Het moment nodigt me uit om diep in mezelf te duiken. Welke lering kan ik uit het verleden trekken? Wat kan ik loslaten, wat neem ik mee? 
Ik zat op een bankje in de warme septemberzon (de Indische zomer, las ik ergens op Facebook) en overdacht wat de spirituele gemeente me voorhield: het was nu tijd om te oogsten. De vruchten van mijn harde werk waren plukrijp. Ik mocht genieten van mijn successen en mezelf mijn tekortkomingen en zelfs misstappen vergeven. Normaal gesproken onderdrukte emoties kwamen misschien boven en boden me een kans op diepgaande spirituele groei. Nieuwe dromen en ambities lokten en als ik op mijn intuïtie vertrouwde en naar mijn innerlijke stem luisterde waren er ongekende nieuwe mogelijkheden.

Zover de theorie. In werkelijkheid was ik futlozer dan ooit. Ik hing meer op dat bankje dan dat ik erop zat. Ik was ertoe overgegaan weer eens een milde stemmingsverbeteraar te slikken en als gevolg daarvan droomde ik heftig en confronterend. Wat er in me opkwam aan emoties en inzichten beviel me maar matig. Hoogstens kon ik erkennen dat er een realisatie was van wat mijn stemming bepaalde. Ik bedroog mezelf niet en keek kritisch naar binnen, zoveel was zeker. Maar of dat iets opleverde? 
Ik dacht na over neurotransmitters (de zg. geluksstofjes) en de rol die deze hormonen in ons leven spelen. Endorfine, dopamine en hun broertjes en zusjes. Nog steeds waren er te veel pieken en dalen in mijn bestaan. Van het egaliseren van stemmingen was te weinig sprake hoewel het dagelijkse mediteren dat ik doe daar een gunstige invloed op heet te hebben. En dat had soms onvoorziene gevolgen.
Bij de langzaam maar zeker vorderende lezing van Doctor Faustus van Thomas Mann kwam ik de volgende passage tegen: 

'"Mensenschuw" noemde hij zichzelf en hij had daarmee, zei hij, niets tot zijn eigen lof gezegd. In deze eigenschap, oordeelde hij, kwam een gebrek aan warmte, sympathie, liefde tot uitdrukking...'

Ik schrok daarvan. Mijn met het klimmen der jaren weer groeiende mensenschuwheid heb ik altijd gezien als een tekortkoming die ik liever niet had bezeten maar die toch onschuldig is. Ikzelf heb er last van maar ik doe er de anderen geen kwaad mee. Nu leek het me opeens toch wat minder onschuldig. Schoot ik inderdaad tekort in liefde en sympathie voor mijn medemens?
Zeker is dat ik, als ik me lekker voel en van mijzelf houd, véél positiever tegenover anderen sta dan op momenten dat de endorfine niet ruim voorhanden is. Ik uit dan min of meer ongegeneerd mijn gevoelens. Dronken liefdesbetuigingen, ach, ze waren talrijk. Geremde personen hebben nu eenmaal een ontremmer nodig voor ze zoiets durven.
Maar het idee dat ik anderen ongewild lijk te minachten of misschien wel kwets als ikzelf niet lekker in mijn vel zit was nieuw voor me.
Misschien komt dat inzicht toch doordat het licht van de superherfstmaan op de bladzijden van Thomas Mann, de Tovenaar, viel?

Later op de dag las ik dat we een tijdelijke metgezel uit de ruimte hebben. Een buurmaan, een minimaantje van tien meter breed draait deze herfst zijn hoefijzervormige baan om de aarde. Wat dat voor invloed heeft op ons Vissen, daarover heb ik de spirituelen nog niet gehoord. 


Illustratie: 
Takahashi Shōtei (1871-1945) "Herfstmaan bij de Tama-rivier"


Geen opmerkingen: