dinsdag 29 november 2022

DORPSPOMP

Een van de betere genoegens van het leven is dit: op een zondagmiddag in het najaar, als het begint te schemeren, aan een cafétafeltje zitten met een kelk trappist en mogelijk een schaaltje bitterballen, een goed maar rustig gesprek voeren met een dierbaar iemand, en af en toe eens naar buiten kijken door de gele raampjes; daar is het koud en guur, hierbinnen is het warm en goed. Het is wat ik het meest miste in de jaren dat ik niet dronk (want met Fanta is het genoegen toch niet helemaal hetzelfde) en het is het eerste dat ik weer invoerde toen het weer af en toe mocht. 
Afgelopen zondag hadden we een ommetje gemaakt. Het motregende en het was gemeen koud. Op de terugweg wees mijn vriendin op het café-restaurant aan het eind van het dorpje. 'Zullen we een drankje doen,' stelde ze voor. Even later hadden we ons geïnstalleerd aan een tafeltje bij het raam met uitzicht op het water. Ik nam een Gerardus tripel, zij een witte wijn, de bitterballen kwamen eraan. We betreurden het dat dit alles binnenkort zou verdwijnen en wie weet wat er voor deze herberg in de plaats zou komen, moderne herrie waarschijnlijk. Maar ja, de baas was ziek, een hartkwaal, en ze konden het niet meer bolwerken, zo'n goed draaiend bedrijf had veel aandacht en energie nodig. We hadden zicht op de keuken, waar een jongeman met een knotje en een gecoiffeerde baard aan de kachel stond. Zijn vervanger zeker.
Toen we afrekenden vroeg mijn vriendin meelevend aan de bazin: 'En hoe is het nu met je man?'
Ze keek verbaasd. 'Mijn man? Goed hoor, hoezo?'
Mijn vriendin had in het dorp gehoord van de hartkwaal.
'Hartkwaal?' Grote ronde ogen. 'Nee hoor. Ja, lang geleden, toen hij vijftig was. Hij is vandaag een beetje grieperig, maar verder is hij gelukkig kerngezond.'
Mijn vriendin lachte wat verlegen en legde uit dat ze het van deze of gene gehoord had, en het zelf helaas ook al had verder verteld. 'Zo komen de praatjes in de wereld,' zei ik afrondend. 'Maak er maar vijfentwintig van.'
Of de zaak toch verkocht ging worden durfden we niet meer te vragen. 


Geen opmerkingen: