dinsdag 24 maart 2020

OP SLOT (9)



Dag 8.

Het gevoel dat alles onwerkelijk is wat er gebeurt. Vooral de vorige week was dat sterk. Maar geleidelijk begin het te wijken voor een soort van acceptatie. Het innerlijk verzet tegen deze bizarre crisis neemt af.
Maar op sommige momenten... Gisteren nog wandelde ik met mijn vriendin door de polder. Op flinke afstand van andere wandelaars. Er sneed een koude wind door de blauwe hemel, we hadden mutsen op. Rare mutsen, maar dat gaf niet, ijdelheid telt nu niet; iemand zei op internet, aan het eind van deze periode zullen we ieders echte haarkleur leren kennen. Het was stil en prachtig aan het meer in de Eilandspolder, maar die koude oostenwind gaf alles nog een soort passende dramatiek. Toen ik vanmorgen terugreed naar de stad was de wind gaan liggen. Mijn vriendin had me fruit en vitamines gevoerd en ik voelde me goed, zelfs het zweempje neusverkoudheid was verdwenen. De dorpjes met de rode daken en de groene gevels lagen als speeldgoedstadjes in het groene landschap, lieflijke fantasieën uit Madurodam. Het nieuws die morgen was, naar omstandigheden, nogal mild geweest. En dan komt opeens dat gevoel, dit kan niet waar zijn. Straks komt Rutte op tv om te vertellen dat het allemaal maar een boze droom was, en dat we weer gewoon verder kunnen gaan met onze levens. Dat zijn gevaarlijke momenten, dat zijn de momenten waarop groepen mensen door een lentegevoel overmoedig worden en met z'n allen naar strand of bos gaan, of toch maar een feestje gaan vieren.
Vanavond geeft Rutte een persconferentie. Ik vrees het ergste. Misschien zal ik mijn vriendin een tijd niet meer kunnen zien. Ik ben  niet rancuneus, maar ik zal dat toch voor een deel wijten aan de ontkenners.

Dag 9.

Going to the mattrasses

Het viel mee gelukkig. Ik mag nog naar de polder. Maar tot 1 juni geen... niks! Dat betekent dat het jaarlijkse familie-uitje met Hemelvaart niet doorgaat, dat vind ik eigenlijk nog het ergst. Ach, het betekent zovéél. Voor mij, man van steeds kleinere pleziertjes, is het allemaal wel te doen, al zie ik nu al uit naar het ogenblik in de toekomst dat ik weer in restaurant of café mag zitten. Erger dan voor eenzelvige mannen met een voorkeur voor wandelen en mediteren en schrijven, oneindig veel erger, moet deze quarantaine zijn voor meisjes en jongens die nu opgroeien. Ik denk aan mijn nichtjes, drie ervan in de pubertijd. Toen ik hun leeftijd had was een periode van één, twee maanden een heel Tijdperk. Alles kon veranderen, je kon nieuwe vrienden, nieuwe interesses, een nieuw uiterlijk en een nieuw innerlijk hebben in die tijd. In hun herinnering zullen ze later eindeloos lang thuis hebben gezeten, een hele oorlog lang, terwijl wij de periode, als die eenmaal voorbij zal zijn, snel zullen vergeten.

Ook niet fijn vind ik dat de winkels toch nog open blijven. Mijn dochter werkt in een grote boekwinkel. Zorgelijk.

Ik moet de laatste dagen vaak denken aan The Godfather, aan de scène waarin de familie zich terugtrekt in een safehouse om zich voor te bereiden op een Totale Oorlog. Going to the mattrasses noemen ze dat. De mannen moeten het met elkaar zien te rooien in een krappe ruimte. Internet is er niet, lezers zijn het niet. Peter Clemenza kookt voor het hele stel. Tomatensaus met gehaktballen. Een van de vaardigheden die een man moet beheersen volgens hem. Het geheim is een schepje suiker, zegt Clemenza terwijl hij in de pan staat te roeren.

Zojuist hoor ik dat de winkel van mijn dochter tóch sluit voor publiek. Het verscherpte deurbeleid is, met drie ruime verdiepingen, niet te handhaven. Achter iedere hoek kan een vergeten klant schuilen, snuffelend in boeken. En ik hoor van mijn dochter dat boekenmensen opvallend veel kuchen en snuiven. Ze gaan nu alles inzetten op de onlineverkoop.


Geen opmerkingen: