woensdag 17 december 2014

Post Zuid (6)

Rookzanger heeft, daartoe verleid door romantische fantasieën over het mooie buitenleven der postbodes, een tijdelijk overschot aan vrije tijd en de hopelijk eveneens tijdelijke behoefte aan extra verdiensten (of misschien in een vlaag van verstandsverbijstering) zich aangemeld als decemberhulp bij de posterijen. De komende tijd doet hij daarvan verslag.



Dag 7.

Kun je als hulppostbode ook een identiteitscrisis hebben?
Ik antwoord maar meteen: ja hoor.
Ik zit om half tien aan de vergadertafel, in mijn hoedanigheid als componist. We spreken over een productie die volgend jaar herfst in première moet gaan. Maar ik denk aan de regen en aan mijn ronde straks, en hoe ik de tijd tussen de vergadering en mijn postloop moet doorbrengen, want naar huis gaan heeft geen zin, daar is het te kort voor. De penningmeester begint over mijn boek, dat hij heeft gelezen, maar die pet kan ik even niet vinden in mijn assortiment hoofddeksels en ik kom niet verder dan wat schutterige dankbetuigingen voor zijn complimenten en nee, je wordt er niet steeds vrolijk van, dat is waar.
In de auto gaat mijn telefoon. Het is Rob, vanuit het sorteercentrum, die me meldt dat hij mijn post met een eerdere zending kon meegeven, zodat ik al om elf uur kan starten. Ik ben hem innig dankbaar. Rob en ik zijn een geweldig team! Ik parkeer vlakbij het depot (het is mijn zone, dat had ik al gecheckt), koop een croissantje bij de bakker en haal mijn post op. Ik probeer mijn rug recht te houden terwijl ik het karretje met één hand door de dichte regen duw. Want wat is er nou precies misgegaan?

Gisteren, na mijn eerste echte postloop zonder toezicht, wachtte me niet de huiselijke en tevreden avond waarop ik me had verheugd. Hoe de kerstboom ook flonkerde, ik voelde me onbehaaglijk, bedreigd. Koortsig ook, mijn oren suisden en ik had behoorlijk veel last van mijn rug. Mijn dochter was naar een kerstborrel, dus ik warmde een rest pasta op, keek naar het journaal en ging vroeg slapen. In bed viel het me in dat ik van de ronde van die dag niets zou kunnen navertellen, behalve de ontmoeting met de eenzame mevrouw die ik gisteren optekende. Ik had als een bezetene mijn aandacht laten opzuigen door enveloppen, adressen en huisnummers. Als een idiot savant in spe was ik door de wijk geraasd. Dat was wel heel ver verwijderd van het beeld dat ik had gehad van het werk: een beetje meditatief wandelen en ondertussen lichtpuntjes verspreiden in de digitale deemstering van onze tijd.

Als ik merk dat ik weer zo gespannen en fanatiek begin te bestellen fluit ik mezelf terug. Mijn leven hangt er toch niet vanaf? Ik vertraag mijn pas en haal diep adem, zoom uit naar het grotere verband van bakstenen huizen. Het werkt. In het antiquariaat halverwege dwing ik mezelf rustig in de bakken te kijken om me eraan te herinneren dat ik nog niet zo heel lang geleden een kamergeleerde en Kammersänger was. Ik koop een paar boeken en maak een praatje met de eigenaar, een man met een ziekenfondsbril en een walrussnor. Even later spreekt een verregende vrouw me aan, het type warrige, weldenkende oudere dame dat ik van mijn eigen buurt zo goed ken. Oud-Zuid van voor de overname door yuppen en rijke provincialen. Ik heb u al een paar keer zien lopen, mijn neef heeft het ook gedaan, zegt ze. Het loopt zo lekker hè? Ik beaam dat, en neem het ter harte.
Op twee derde van mijn ronde, op de hoek van de Hendrik Jacobszstraat en de Pieter Lastmankade, stop ik voor een rookpauze. Dat wordt inmiddels al een gewoonte en dat is goed, ik houd van vaste gewoonten en vaar er wel bij.
Daarna is het zo gepiept. Ik loop kalm verder terwijl ik grote rookwolken blaas uit mijn natte pijp, een postbode zoals ik het bedoeld had. Identiteitscrisisje voorbij. Voorlopig.


(Illustratie: Vincent van Gogh, 'Portret van de postbode Joseph Roulin', 1888)

3 opmerkingen:

Daniël zei

Mooie reeks!

Misschien is het hoofdverhaal van het stripalbum 'Donald Duck als postbode' een leuke leestip. Een verhaal van Carl Barks.
http://coa.inducks.org/issue.php?c=nl/BV+++4

Hans Valk zei

Ja, Jan-Paul; nu koop je alweer een croissantje. Vorige keer was het weliswaar een waldkornbol met oude kaas, maar eerlijk gezegd wacht ik op het moment dat je zelf een pakje brood meeneemt van thuis.

Dan pas ben je een èchte arbeider!

Jan-Paul van Spaendonck zei

Nou Hans, er zijn grenzen... Zolang ik nog bij de bakker mijn luxe-artikelen koop lijkt het een vrije keus, deze carrière-move... Maar... als ik hierna bij de vuilnis of de plantsoenendienst ga zal ik het zeker overwegen, dat broodpakketje.