dinsdag 16 september 2014

TERUGWEG


We stonden op het punt om uit te gaan toen mijn oog viel op een artikel in de bijlage van de Volkskrant. Het ging over de heruitgave van het werk van Simenon en ik las het met grote betrokkenheid. Toen we even later in de auto op weg waren naar Stompetoren was ik niet met mijn hoofd bij het Wilhelmina-gemaal en al helemaal niet bij de prachtige nazomermiddag. Ik formuleerde zinnen. Zinnen, geboren uit noodzaak. Want ik moest de wereld laten weten wat ik wel niet dacht van dit razend interessante artikel. Zo was het een misvatting dat het in het Parijs van Maigret altijd regende. Als ik een willekeurig deel opensloeg, op zoek naar die ‘gezellige’ sfeer, bleek het juist opvallend vaak voorjaar of zomer te zijn. En over die vertaalvoorbeelden – vroeger en nu – viel ook heel wat te zeggen. Zo was die nieuwe versie mooi strak, maar had Simenon het wel zo geschreven? Was zijn typische, vaak rommelige parlando niet gecorrigeerd, bijgevijld tot het staccato dat wij van een moderne thriller verwachten? En mocht je dat wel doen, als vertaler?

Ik probeerde mijn aandacht bij de uitleg van de machinist te houden en keek naar al die imposante machines van gegalvaniseerd metaal. Deze bakbeesten hadden tot in de jaren tachtig perfect gefunctioneerd, maar tegenwoordig werd de polder op -5 meter NAP gehouden met behulp van computergestuurde propellorpompen. De molens die het werk nóg vroeger hadden gedaan waren zichtbaar achter het raam. Ter ere van de Open Monumentendag waren ze zwierend in bedrijf.

Soepel lopende apparaten die nu zinloos waren geworden. Was met de machinerie in mijn hoofd niet iets dergelijks aan de hand? Ik werd steeds vaker door het gevoel bekropen dat dit blog zijn doel niet langer diende. Voor wat ik wilde was het niet langer geschikt. Ik besteedde minimaal twee lange morgens per week aan werk dat me niets opleverde en kon steeds minder het argument aanvoeren dat ik dat voor mijn lol deed. Daarvoor had ik te veel ambitie. Ik duwde tegen deuren die niet wilden openen. Ik spuide opinies die geen opzien baarden. Ik speelde de grote columnist tegenover een slinkend publiek. Werd het niet eens tijd er in deze, arbeidsintensieve vorm mee te stoppen? Geen nieuwe gedachte, maar nog nooit was hij zo sterk.

In Spanbroek zochten we tevergeefs naar de halte van de paardentram. In een nette snackbar vroegen we de weg en werden door twee oude dames die een kroketje nuttigden verwezen naar het oude raadhuis. Daar bleek de tram al vertrokken te zijn, maar als pleister op de wonde vonden we de oude pastorie waar Rob de Nijs gewoond had in de roerige jaren zeventig. Huize Hommeles, heette het in de volksmond, vanwege de luide echtelijke ruzies van de zanger en zijn toenmalige vrouw. Ik nam er een foto van en verder ging onze tocht door West-Friesland.

Vroeger was het anders geweest, zei ik nu hardop, want het rondtoeren had me uit mijn schulp getrokken en mededeelzamer gemaakt. Ik miste dat veilige hoekje op het internet waar ik mijn zelfbespiegelingen optekende, die gerust meegelezen mochten worden door anderen. Ik had het gevoel dat ik nu midden op een drukke verkeersweg op een zeepkistje stond te roepen. En in wat ik las herkende ik mezelf soms niet meer. Achter het pseudoniem Rookzanger verschool zich een prestigieuze en ietwat verbitterde man. Niet de man die ik wilde zijn. Ik schreef alsof ik ieder moment door Trouw gebeld kon worden, alleen het telefoontje bleef maar uit. Een beetje sneu. Ik wilde terug naar vroeger.

In Zwaag zagen we een wolkje rook en hoorden we het tuut dat allang uit de werkelijkheid is verdwenen maar toch onmiddellijk herkend wordt zodra je het hoort. Een man in een zondags uniform hief zijn spiegelei. Uit de open raampjes hingen lachende gezichten. Puffend en stomend verdween het kleurige speelgoedtreintje om de hoek. Mensen zwaaiden. Ik keek ze, plotseling vol weemoed, na tot ze uit het zicht waren verdwenen.

(Illustratie: Rosanne van Spaendonck)

7 opmerkingen:

Roberto zei

We moeten ons en het literaire sociale medium waar we ons in bewegen opnieuw uitvinden. Een open vrije bijdragenblog dan misschien? Och me bekruipt ogenblikkelijk een onzegbare vermoeidheid.
Een internet-tijdschrift dan maar?
Of in plaats van een blog een openbaar notitieboekje (kortere opmerkingen, maar dan meer, gevarieerde aforismen, nijdige discussietjes, curiosa)?

Jan-Paul van Spaendonck zei

Het openbare notitieboekje bevalt me wel, maar het lijkt wel erg op een combinatie van Twitter en Facebook, nietwaar? In feite wil ik terug naar het openbare dagboek zoals ik dat ooit hanteerde. Geen 'kijkcijfers' meer nastreven, geen openbare kwesties meer aanroeren, me niet meer mengen in discussies, slechts schrijven wat en wanneer ik zelf wil. Met het risico natuurlijk, dat het blog langzaam uitdroogt. Want de meeste zelfbespiegelingen zijn al gemaakt, van varianten op eerdere reflecties word ik moe. Nu ja, we zullen zien. Eerst de vaste ochtenden er maar eens uitgooien en zien wat die vrijheid me oplevert...

Roberto zei

Eerst nog een tweede boekje, zou ik zeggen...

Jan-Paul van Spaendonck zei

Ja, dat verschijnt deze herfst, deo volente. Dus dat materiaal is al bij elkaar geschreven!

Hans Valk zei

Tja. Vaste ochtenden eruit gooien.. Ik herinner me ineens een paar adviezen die ik je al een paar maanden geleden heb gegeven.
Maar een mens van jouw statuur moet misschien toch altijd zelf tot inzicht komen. Je goed recht en helemaal prima.

Ik heb het zelf trouwens nooit anders gedaan: schrijven wanneer ik zin heb. Tegenwoordig is dat vaak: wanneer ik tijd heb, maar dit terzijde. Wel jammer, vooral voor mezelf..

Terwijl ik dit typ, zie ik Billy Connoly bij "De wereld draait door" (wat een buitengewoon merkwaardig programma is) iets zeggen over Schotland en distels. Kortom: de actualiteit is buitengewoon rijk aan onderwerpen op dit moment.

Persoonlijk denk ik dat er bij de Schotten meer aan de hand is dan dom, ongezouten nationalisme. De Schotten hebben een andere inborst dan de Engelsen. Ze willen eigenlijk een socialer land, inplaats van dat neo-liberale gedram van Cameron en consorten. Ze willen bovendien Europeanen zijn. Dus hoezo: nationalistisch?

Tegelijkertijd lijkt het me geen goed idee, die onafhankelijkheid. Er is al teveel versplintering in de wereld en waar houdt het op?
Een heus dilemma, dus.

Ik bedoel maar. Schrijf over de wereld en ik zal je lezen.

Jan-Paul van Spaendonck zei

Misschien heb ik mijn boodschap in te veel laagjes vertelling en metafoor verpakt, - maar over dit soort zaken wil ik dus juist niet meer schrijven. Dat laat ik graag over aan de bezoldigde dagbladcolumnisten en aan de twitterende massa. Maar als je wilt lezen over de kruisspinnen in mijn balkontuintje, dan ben je welkom!

Hans Valk zei

Die kruisspinnen in je balkontuintje zijn ook de wereld, toch? Dat stukje over de Schotten was puur ingegeven door wat me even afleidde toen ik op je stukje reageerde. Hoewel ik, met mijn hang naar het Keltische, met ze meevoel. Ik ken ze een beetje en ik hou van ze.

Het belangrijkste lijkt me: schrijven wanneer je zin, tijd en inspiratie hebt.
Verder: je flirt nogal eens met het idee van zen-achtige verlichting. Schrijven over kruisspinnen kan dan zonder meer helpen..