vrijdag 22 november 2013
PAUZE
Vandaag twee weken geleden werd ik in Wildschut geïnterviewd door mijn op een na favoriete krant, Het Parool. Er was een fotograaf bij en we maakten een portret tegen de marmeren wand van het halletje bij de deur. Zoiets gebeurt vaak in Wildschut; het is een makkelijk trefpunt en bekende Nederlanders, meestal uit de culturele sector, komen er af en aan, soms door cameraploegen vergezeld. Het vervulde me met trots. Ik hoorde er nu ook bij. Het personeel kent me als een eenzelvige habitué, nu zouden ze begrijpen dat het niet zomaar iemand is die daar elke dag zijn koffie verkeerd drinkt en zijn krantje leest.
De eerste keer dat ik er weer kwam gebeurde er niks. Geen zonnebril nodig. Goed, niet iedereen leest Het Parool en het zou wel even duren voor het nieuws zich rondgesproken had. Maar een paar dagen later dan toch sprak een dienstertje me aan. ‘Ik zag u in de krant. Ik heb het ook gelezen, leuk stukje!’ Blijkbaar is het niet meer vanzelfsprekend dat je ook léést wat je in de krant ziet. Ik bedankte haar charmant en gepast verstrooid, alsof ik dagelijks in kranten sta, en rekende glimlachend af, maar helemaal tevreden was ik toch niet. Als ik een buzz rondom mijn persoon had verwacht kwam ik bedrogen uit.
Tot gisteren. Ik stond aan de bar te wachten tot de pinautomaat zijn fiat aan de transactie wilde geven toen de bazin me plotseling recht in de ogen keek en gezellig vroeg: ‘Heeft u even pauze nu?’
Ik was verrast door de formulering. Begreep ze iets van de pieken en dalen van het artiestenleven, snapte ze de behoefte aan het verblijf in een schelp na alle exposure, wat wist ze precies, hoe openhartig kon ik antwoorden? Om tijd te winnen papegaaide ik: ‘Pauze?’
Nu raakte zij een beetje in verwarring. Ze hakkelde niet, daar zijn die dames veel te gehaaid voor, maar ik zag een licht ongemak in haar ogen. Ze legde uit: ‘Komt u hier in uw lunchpauze… u werkt toch bij die sigarenwinkel?’
Voor mijn geestesoog vergeelde de krantenpagina, verdroogde en werd broos. Haarscheurtjes en ezelsoren verschenen en even later werd het verfrommelde stukje oud papier door de najaarswind weggeblazen.
(Illustratie uit ‘Tom Poes en het platmaken’, Marten Toonder)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Mooi opgebouwd en met een sterke climax aan het eind.
Reve schijnt ooit gezegd te hebben: "ècht gebeurd is geen excuus", daarmee implicerend dat heel erg autobiografisch schrijven nooit tot echte literatuur kon leiden. Nou goed; laat ik het er dan maar op houden dat dit in aanmerking komt voor het kwaliteitslabel "klassiek cursiefje" (zo heetten dit soort stukjes voor "column" in zwang kwam).
Soms waag ik me aan een 'Carmiggeltje', als ik het geluk heb dat het leven me een gebruiksklaar plotje in de schoot werpt. En dan besef ik hoeveel die man onder de mensen moet zijn geweest om wekelijks, zo niet dagelijks, van dit soort column-geschikte voorvallen mede te maken. En hoe zijn oren en ogen openstonden, niettegenstaande zijn alcoholische bedwelming.
Een reactie posten