vrijdag 20 december 2024

KWEETAL


Ik ben uit de jaren vijftig en weiger me aan elke zegening van deze tijd klakkeloos te conformeren. Het eerste en enige kledingstuk dat ik ooit bestelde via het internet was een blouse met korte mouwen, versierd met zwemmende vissen in contrasterende kleuren. Het ontwerp deed prettig oosters aan en de blouse kwam dan ook, zo bleek algauw, uit China. De Amsterdamse leverancier was een bedrijf dat alleen in naam bestond: elk besteld exemplaar moest van de Chinese lopende band rollen en van daaruit verstuurd worden.
Helemaal frauduleus was de procedure toch niet. Je betaalde en kreeg er iets voor terug. Maar als ik de commentaren op diverse fora mocht geloven was het maar afwachten of wat je kreeg ook hetzelfde was als wat je had besteld. Sommigen kregen een heel andere blouse, anderen de juiste, maar in een verkeerde maat. Het voorgespiegelde katoen bleek veelal polyester te zijn.
Ik had geluk. Toen de blouse eindelijk arriveerde, weken nadat ik hem uit het Verre Oosten verordonneerd had, beviel hij me goed. De vissen waren rood en blauw, de maat was XL, de stof was weliswaar geen katoen, maar ook geen polyester: een ademend soort vezel waarvan ik de naam vergeten ben. Ik hing hem over een stoel in mijn slaapkamer in afwachting van de mooie nazomerdag dat ik hem kon dragen.

De nazomer ging voorbij en ook de herfst. Soms wreef ik aarzelend over de gladde zilvergrijze stof. Toen het november werd was het duidelijk dat de vissen pas op zijn vroegst de volgende lente de wereld in zouden zwemmen. 
Toch borg ik de zomerse blouse niet weg in de kast. Ik liet - en laat - hem rustig over die stoel hangen in afwachting van de eerste mooie voorjaarsdag. Voor je het weet is het zover. 

Dat de tijd sneller gaat naarmate je ouder wordt merkte ik ook aan mijn oude luit.
De lezers van dit blog met een goed geheugen zullen zich misschien mijn worstelingen met het via Marktplaats aangeschafte instrument herinneren. Twee reparaties konden niet voorkomen dat het fragiele opzetstukje waardoor de stemschroef van de hoge g-snaar gaat wederom afbrak. Ik werd er mismoedig van en bestelde een nieuwe luit. Bij een bouwer uit Dublin, via internet. Het oude geblesseerde beestje liet ik in zijn standaard in afwachting van inzicht. Ik kon en wilde het niet weggooien maar wat ik er nog mee kon doen wist ik niet. 
Op zekere dag verscheen inzicht in mijn huiskamer in de gedaante van rietblazer en instrumentenbouwer Lucas. Hij bekeek de gehavende luit eens goed en sprak de verwachting uit dat daar nog wel iets mee gedaan kon worden. Rimpels verschenen op zijn voorhoofd. Kweetal, zei hij. Hij stelde zich een messing plaatje voor dat het opzetstukje in bedwang moest houden. Nieuwe lijm en een messing plaatje - dat zou werken, dacht hij. En nee, hij had nu geen tijd, maar hij wilde dat wel voor me doen, als het geen haast had.
Nee, haast had het niet.

Een jaar ging voorbij. Mijn zangleerlingen verbaasden zich soms over die kapotte luit die daar in de weg stond bij hun lessenaar. Ik vertelde dan dat zij binnenkort gemaakt zou worden door een bevriende hobobouwer. 

Lucas is de enige van mijn vrienden die nog onaangekondigd op bezoek komt. Een mooie, bijna vergeten gewoonte. Hij belt weleens op goed geluk aan als hij in de buurt moet zijn. Dit keer was ik thuis. We dronken koffie en praatten een uurtje aangenaam over onze gezamenlijke interesses voor ik hem de deur moest wijzen omdat ik een afspraak buitenshuis had. Op de valreep bracht ik de luit ter sprake. Hij bleef bij zijn prognose (messing en nieuwe lijm) en wist zijn belofte nog, die hij zéker wilde houden. Laten we nu een afspraak maken voor er weer een jaar voorbij is, besloten we. We kwamen een dinsdag overeen waarop ik de luit bij hem zou brengen.
Die dinsdag kwam gauw genoeg. Nu was het wachten op witte rook uit zijn woonboot. Haast was er niet maar hij moest er toch wel een geschikt moment voor vinden want de klus was tamelijk tijdrovend en moest secuur gebeuren.

Gisterenmorgen reden mijn vriendin en ik door de ijsregen naar de kade waar zijn voormalige vrachtschip voor anker ligt. Nadat Lucas driftig slingerend koffie had gemalen met een ouderwetse wandmolen, scheutje voor scheutje water had opgeschonken, en we over van alles hadden gesproken, was het moment van de onthulling daar. Ik haalde de luit uit haar foedraal en keek naar de glimmend gelakte, zo goed als onzichtbare reparatie. Lucas had de sporen van de eerdere lijm (respectievelijk konijnen- en superlijm) zorgvuldig verwijderd en het breukvlak zachtjes geschuurd. Van het messing plaatje had hij, na enig turen en intuïtief schouwen in het gewonde instrument, afgezien. In plaats daarvan had hij gekozen voor een extreem sterke epoxyhars en een paar pinnetjes die het gelijmde hout op zijn plek moesten houden. Daarvoor had hij cocktailprikkers gebruikt die hij afgevijld had en had laten verzinken. Ik gniffelde om deze creatieve benadering die de echte ambachtsman verried. Zen en de kunst van het repareren. 
Thuis zette ik probleemloos een nieuwe g-snaar op. De schroef werkte soepel. Ik verving ook de ontbrekende snaren, die ik voor mijn andere luit had gebruikt. Ik stemde zorgvuldig, wat met de matige conditie van de oude stempinnen na al die tijd niet makkelijk was, en speelde een paar stukjes vroeg zestiende-eeuwse luitmuziek. 
Een uur later zette ik de luit terug in de standaard. Alsof er niets gebeurd was. Die twee jaar waren al vergeten. 
Straks zal ik mijn Chinese blouse dragen.



1 opmerking:

Anoniem zei

Heerlijk,

Mooie dagen …

Nico van Lieshout