vrijdag 1 juli 2022

WEGGOOIEN


Een appje op maandagmorgen. Mijn zuster waarschuwde ons dat ze de familiewieg ging wegdoen. Hij stond te veel in de weg en was stuk bovendien.
We hebben allemaal als baby in die rieten wieg geslapen. Onze kinderen ook, en zelfs mijn kleindochter nog. Vandaar die waarschuwing, we konden haar nog onderscheppen onderweg naar de stort.
Mijn jongste broer reageerde eerst laconiek ('Sja. Eens gaat alles voorbij...') maar drong er bij nader inzien op aan dat ze tot vrijdag zou wachten, dan zou alles er misschien anders uitzien. Mijn zuster wierp tegen dat ze niet meer dronk en fris en fit was op maandagmorgen. We berustten er verder maar in en ons aller eerste bedje zal nu wel vermalen zijn. 
Gisteren kreeg ik opeens zin om op te ruimen. Een verlate voorjaarsschoonmaak, ontstoffen, schoon schip. Het zal wel met het naderende nieuwe tijdperk te maken hebben, dacht ik. Met zo weinig mogelijk ballast de AOW in. Maar waarschijnlijk werkte ook die rigoureuze actie van mijn zuster door. Ze had natuurlijk groot gelijk: we zeulen te veel spullen te lang met ons mee. Eerst nog uit sentiment, een goede reden, maar later puur uit gewoonte.
Voor de zoveelste keer haalde ik de doos met postzegelboeken van mijn opa tevoorschijn. Mijn broer had die ooit heel stoer weggedaan. Lees: de verantwoordelijkheid op mij afgeschoven. Wat is zo'n collectie nou helemaal waard? De boeken zien er wel goed uit, maar al die enveloppen die uitpuilen van de losse, gebruikte zegels? En wie doe ik er een plezier mee als ik ze bewaar, al die papieren bewijsjes van mijn opa's gepensioneerde verveling? Zijn nagedachtenis? Die is immaterieel.
Ik bladerde wat en opende een envelopje waarop stond: Van Markens Drukkerij, bijkantoor voor Amsterdam: Rijnstraat 222. Mijn geboortehuis.  Mijn opa was vertegenwoordiger van de Delftse drukker geweest en in de logeerkamer fungeerde een bureau met een Olivetti tikmachine als het Amsterdamse filiaal. 
Ze zagen er kleurrijk uit, al die zegels. En de collectie was oud, sommige ervan moesten best wat waard zijn voor een verzamelaar. Er heeft heel lang een filatelist gezeten in de Roelof Hartstraat. Een bordje in de etalage zei uitnodigend: "Wij kopen al uw postzegels". Een oude man in een stoffig pak zat er een denkbeeldige sigaar te roken en geduldig te wachten op klandizie. Ik heb er nooit durven binnengaan met die verhuisdoos en daar had ik nu spijt van. 
Ik besteedde een half uur aan een zoektocht op internet maar zag op tegen de moeite om naar Breda of Zeist te moeten rijden. Zou ik die doos niet liever keihard wegmieteren, samen met de lege flessen, het klein chemisch afval en andere troep? Of hem aan straat zetten bij het weggeefkastje, samen met een plastic feetje met gazen vleugels, een sculptuurtje van Winnie de Poe waarvan mijn kleindochter vindt dat het niet lijkt, en The Science of Harry Potter?
Wij bewaarders lijden aan een te groot verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van het verleden. Wij moeten de boel bewaken die ons in bewaring is gegeven door onze gestorven voorouders, want anders doet niemand het.
De doos, alles wat er van mijn opa's lange winteravonden over is, staat nu te wachten op de eettafel. Voor het einde van de dag moet ik een beslissing hebben genomen. Want ik wil hem niet nog eens  tegenkomen als ik in zo'n zeldzame opruimstemming ben.


Illustratie: Le Philatéliste, François Barraud (1899-1934)

Geen opmerkingen: