vrijdag 14 juni 2019

Schoon schip

Ik was al op weg naar het park om te gaan zien hoe het met de ooievaars stond: hadden de twee resterende jongen de laatste storm wel overleefd? Broertje of zusje was uit het nest gewaaid bij de grote onweders van vorige week.
Ik passeerde het kastje met weggeefboeken. Zoals altijd wierp ik daar een blik in. De blik trof een kloek boek en bleef eraan kleven. Schoon schip, van Gerard Reve. Dat had ik nog niet. Ik nam het uit het kastje, ontdekte dat het te groot was voor mijn jaszak en besloot het eerst in het trappenhuis te leggen voor ik mijn wandeling naar de ooievaars zou vervolgen.

Thuisgekomen (de twee jongen maakten het goed) deed ik droge kleren aan, draaide de verwarming maar weer aan en installeerde me in mijn zetel van rood trijp. Vol voorpret begon ik te bladeren in Schoon schip.
Ik las een paar stukken. Een paar goeie stukken, uit de jaren vijftig. Een paar aardige brieffragmenten uit de jaren tachtig. Dit was typisch een boek waarvan je kon zeggen: 'er valt weer veel te genieten'.
Maar al snel zakte het peil van het plezier en kwamen alle bezwaren die ik in de loop der jaren ben gaan verzamelen tegen het verschijnsel Gerard Reve weer naar boven. Gerard beschouwde op latere leeftijd het geschreven woord toch vooral als klinkende munt, als koopwaar om uit te venten. Zijn uitgeverij drukte op zijn verzoek geen boeken maar geld in de vorm van taal. In dit boek, een verzameling van alle nog niet eerder in druk verschenen teksten uit de periode 1945-1984, staan veel te veel fragmenten die alleen maar van belang zouden kunnen zijn als je een intense interesse koestert voor de mens Reve. Contactadvertenties, flapteksten, losse eindjes, schetsjes en kladjes, onderschriftjes, opschriftjes en bijschriftjes, verslagjes van enkele regels uit Het Parool - het enige wat nog ontbreekt zijn facsimile's van zijn ingevulde en ingezonden kruiswoordpuzzels. Tot overmaat van ramp moet de uitgave (verzorgd door Joop Schafthuizen a.k.a. Matroos Vos) het geheel zonder voetnoten of ander verhelderend commentaar stellen. De losse stukjes worden zonder enige context gepresenteerd, alsof het Grote Literatuur betreft die op zichzelf moet kunnen staan. Maar wat moeten we bijvoorbeeld met een fragment als dat op pagina 234, onder de titel Over een jaar of tien... ?
'Over een jaar of tien zal dit land gebukt gaan onder een definitieve linkse terreur, het gepeupel gaat de macht overnemen en wie nu verstandig is neemt de benen zolang het nog kan.'
Het is ondertekend 'Gerard Reve' en als bron staat vermeld: De Nieuwe Limburger, 18 maart 1974. 
Een citaat uit een vraaggesprek, een ingezonden brief? Geen idee. Maar het is ook van geen belang. Zelfs de meest rabiate Reve-volger zal weinig belang stellen in een dergelijke overkill aan restjes, tenzij uit de manie om alles, maar dan ook alles volledig in de kast te hebben staan.

Gerard Reve was, alle poeha en flauwe gein terzijde, een groot schrijver. Er is een tijd geweest waarin die mening gestaafd werd door publicatie op publicatie te stapelen. Briefboeken, verzameld werk, uitgaven zoals Schoon schip en het verwante Archief Reve beweerden onvermoeibaar dit: Reve is zo groot, dat ieder krabbeltje dat hij schreef bijgezet moet worden in het papieren mausoleum dat zijn majesteit eer bewijst. Ja zelfs zijn afgekeurde en verfrommelde boodschappenbriefjes kun je verhandelen of desgewenst inlijsten.
Wordt het nu, zoveel jaren later, zo langzamerhand niet eens tijd om Reve postuum een veel grotere dienst te bewijzen? Laat er een commissie van kritische liefhebbers en kenners komen, die alleen het beste bewaart en de rest (voor zover nog in druk) in de papierversnipperaar werpt, of desnoods in kartonnen dozen naar het Letterkundig Museum verscheept waar het in de catacomben mag rusten ter inzage voor neerlandici en biografen.
Laten we schoon schip maken en van de Burgerschrijver alleen dat bewaren wat van belang is. Alleen het serieuze werk, de romans, de reisbrieven, de gedichten, en vooruit: een paar van de beste brievenboeken.
Opdat potentiële nieuwe lezers verrast kennis kunnen maken met de best stellende en best gestileerde stem van een verdwenen tijdperk. En opdat ze niet ten prooi vallen aan dezelfde melige treurnis die mij beving na te lang bladeren in Schoon schip.


2 opmerkingen:

Roberto zei

Ik ben enkele decennia geleden (het lijkt korter, maar als ik begin te rekenen kom ik uit op einde negentiger jaren) gestopt met het lezen van nieuw werk van de volksschrijver. Niet veel later had ik ook geen rapport meer met het oudere werk. Toen ik een paar jaar geleden in Edinburgh tevergeefs trachtte mijn favoriete boek van hem te herlezen, begreep ik dat de romance ten einde liep. Ik doe nu langzaamaan zijn geldverdienboeken weg om kastruimte te winnen.

Jan-Paul van Spaendonck zei

Bewaar zijn beste romans en lees af en toe één volzin. Lach en bewonder. Dat volstaat. Of brevier in Nader tot U. Gedichten ook altoos goed, mits je er zijn sonore dictie bij denkt.