dinsdag 7 mei 2019

SEREEN

Ik deed de deur van de repetitieruimte open, zag de natte stoeptegels en snoof onwillekeurig. En ja, daar was hij: die onbestemde, vrolijke en weemoedige geur. Ik liep naar de tramhalte en passeerde een bloeiende meidoorn. Een overweldigend parfum overstemde de subtiele reuk van natte stoep.
Ik herinnerde me dat mijn vriendin me die morgen had verteld over een vriendje van vroeger, die naar ijzer rook. Een angstige geur, vond ze.
Het was koel buiten. Ik liep langs een paar cafés en restaurants. Er zaten wel wat mensen te eten en te drinken, er zitten altijd mensen te eten en te drinken in Amsterdam, maar toch niet zoveel als anders.
Ook in de tram viel het me op hoe rustig het was. Er reisden maar een paar mensen mijn kant op. Ze keken kalm en koel, zoals het weer. Een meisje staarde vrijwel uitdrukkingloos voor zich uit, telefoontje was in haar tas gebleven. Het woord 'sereen' kwam in me op.
Ik bedacht dat het de specifieke sfeer van 6 mei moest zijn. Pasen, Koningsdag, 4 mei, Bevrijdingsdag - allemaal achter de rug. Het hoefde even niet meer feestelijk te zijn. Wat nu niet was gelukt kwam volgend jaar wel weer. De lente zocht het verder maar uit met zijn wilde beloften en het wachten was op de zomer.


Geen opmerkingen: