zaterdag 1 september 2018

Portugese prentbriefkaarten

2. Taal, tegeltjes en kinderkopjes

Ik wist vrijwel niets van Portugal, behalve dat ik had toegezegd er twee weken te zullen doorbrengen. Ik bereidde me op mijn manier voor. Ik leerde wat basis-Portugees omdat ik het niet prettig vind in een land te verblijven waarvan ik de taal niet ken. Ik wilde tenminste eten en drinken kunnen bestellen zonder mijn toevlucht tot toeristen-Engels te hoeven nemen.
Theoretisch geen probleem: Portugees lijkt erg op Spaans en op zuidelijk Italiaans. Maar de praktijk was ingewikkelder. Ze verstonden me wel, lief glimlachend, als ik met mijn beste Napolitaanse slis een taalgidszinnetje zei als: gostaria de pagar (goeshturiuh duh pahgaar - ik zou het prettig vinden om te betalen), en inderdaad kreeg ik dan de rekening, - maar als er antwoord kwam op een vraag moest ik meestal toch op het gemeenschappelijke Engels overschakelen. Gesproken Portugees lijkt namelijk heel weinig op de geschreven versie. Er wordt veel, heel veel ingeslikt. Ik wilde weten of de mini-mercado om de hoek de volgende dag, een zondag, open zou zijn. Het vrouwtje dat het winkeltje runde staakte een moment het dweilen van de vloer en zei: 'Amanha fsjoe.' Dat laatste in één lettergreep, als een mondje klank ergens tussen spugen en niezen in. Ik moest me de desbetreffende bladzij in mijn leerboek voor de geest halen om te snappen wat ze had gezegd: fechado, gesloten.

Andere dingen leerde ik gaandeweg. Letterlijk. Geen gids had me voorbereid op de kinderkopjes. Straten, steegjes, pleinen en wegen, alles is ermee geplaveid. In Sintra waren de steile stoepen zo gesleten en gepolijst door het vele gebruik dat de granietsteentjes spiegelglad waren geworden. Het was nu al zaak goed op te letten, vooral bij het dalen, maar ik stelde me voor dat het in de herfst, als het er flink kan spoken, levensgevaarlijk zou zijn, een glijbaan waar nu straatjes waren.
Vaak zijn er patronen in de tegeltjes aangebracht. Calçada Portuguesa heten deze straatmozaïeken, Portugees plaveisel. Het was me al opgevallen dat de zebrapaden (die anders dan bij ons door iedere automobilist worden gerespecteerd) als een bruin-wit steentjespatroon waren uitgevoerd, en ik vond dat mooi. Maar in Beja, en later in Faro, de zuidelijke Moorse hoofdstad van de Algarve, zag ik voor het eerst straten die met hele scholen granieten of porfieren sardientjes waren versierd. Het was alsof je op een ets van Escher wandelde. (Inderdaad, zo leerde Google me later, was de beroemde graficus geïnspireerd door deze in wezen Moorse kunstvorm.)


De manie om alles te plaveien gaat bij de Portugezen verder dan de vloer waarop ze lopen. Hele wanden zijn bedekt met tegeltjes, waarop vaak ingewikkelde voorstellingen te zien zijn. Een wriemelend geheel van details die toch een harmonieuze totaalindruk maken. Deze manier van woning en leefomgeving verfraaien is nog springlevend. Vlakbij ons appartement was een modern flatgebouw waarvan een hele wand in beslag werd genomen door een uit talloze tegeltjes opgebouwde afbeelding van Franciscus van Assisi. Tussen kunst en kitsch, zullen we maar zeggen.

Geen opmerkingen: