dinsdag 18 april 2017

Gelagkamerveiligheid


Het hotel moest in de buurt van 's Heerenberg liggen, want we wilden het kasteel aldaar weleens bezoeken. Verder moest het voldoen aan een aantal specifieke eisen. Het moest een ouderwets hotel zijn, zonder herrie en lelijke moderne onzin. Geen kuipstoelen van antracietkleurig gevlochten kunststof, geen strakke, wit gestuukte muren met Ikea-kunst. Het mocht niet opgeleukt zijn om met de tijd mee te gaan, je mocht niet zien dat het eerste oogmerk van de nering was om geld te verdienen. Gastvrijheid moest het uitstralen, en tijdloosheid.
Vele hotels vielen af nadat we de bij de site gevoegde foto's kritisch hadden bekeken. Maar toen we De Gouden Karper in Hummelo op de kaart prikten sprong mijn hart op. De naam alleen al! Als Slot Bommelstein om een of andere reden (vuur- of waterschade, restauratie) niet beschikbaar was, hield Heer Ollie zijn eenvoudige doch voedzame maaltijden in De Gouden Karper te Rommeldam. De ligging leek bovendien gunstig, het had luiken voor de ramen, een karpervormig uithangbord, een houten portico met een colonnade langszij, omakleedjes op de tafels, en waren dat hertenkoppen aan de muur? Waarachtig! Een grote eetzaal in een serre met witgedekte tafels, kristal en tafelzilver en een leger zwartgejaste obers complementeerde het beeld. Ja, dit moest het zijn. We reserveerden.
We bereikten het aardige, ongerepte dorp Hummelo op zondagmiddag, checkten in, snoven de geur van een vroeg paasvuur op, en namen plaats in de gelagkamer. Onze indruk was juist geweest. En wat meer was, hier was inderdaad sprake van 'tijdloosheid', want de ouderwetse horecaparafernalia waren niet sjofel en stoffig, maar zagen er fris en goed onderhouden uit. Er leek bewust gekozen voor deze ouderwetse uitstraling, blijkbaar wisten ze te Hummelo nog een leverancier te vinden die dit soort vooroorlogse attributen kon leveren. Ik dronk mijn cappuccino van een neppersje zonder sleetse plekken en knipoogde vol verstandhouding naar het hert dat boven me aan de muur troonde. Er viel een last van me af. Voor vandaag was ik veilig, dat gevoel kwam over me. Wat er ook gebeurde, in De Gouden Karper zouden ze goed voor me zorgen. De wereld kon woeden wat zij wilde, tenminste tot morgenochtend had ik geen enkele zorg, behalve welk gerecht ik van de menukaart moest kiezen.
Dat we diezelfde avond, na een verkeerde inschatting van de verhoudingen op de kaart, uren zouden lopen door het zwarte achterland, aangeblaft door honden, om bij een paasvuur te geraken, dat ergens aan de horizon oplichtte, kon ik toen nog niet weten.



Geen opmerkingen: