zondag 27 juli 2014

RAAF


De hele vakantie hebben we gespeurd naar raven. Nadat ik er vorig jaar drie gezien meende te hebben boven de Bretonse kust werd het voor mijn dochter, die bij een vogelopvang werkt, een erezaak om de geheimzinnige reuzenkraai ook zelf in het wild te zien. In Wales moest dat wel lukken, en zeker in het natuurreservaat Brecon Beacons. Daar lagen de schapenkarkassen voor het oprapen, en de raaf is voornamelijk een aaseter, afhankelijk van road kill en wat de boer laat liggen.
Hoopvol citeerden we Poe. Bij elk gekras hief ik vermanend mijn vinger op.
Maar hoe we ook naar de hemel tuurden, alles wat we zagen bleek bij nadere beschouwing toch een kraai of een roek. De raaf is zo groot als een buizerd, met een spanwijdte van ruim een meter. Die omvang haalden de zwarte vogels die over de groene heuvels klapwiekten bij lange na niet.
Wel hebben we hem gehoord, Corvus corax.
Officieel is hij een zangvogel. Maar over hoe je moet zingen verschillen de kikkerschool en de leeuwerikschool van mening, volgens een Chinese wijsgeer. De raaf hangt duidelijk de kikkerschool aan. Het ‘kruk’ of ‘groink’ uit de boekjes klinkt in de praktijk als het kwaken van een kikker. Een kikker met een diepe bas. Dat morrende gekwaak hebben we verschillende keren uit bomen en velden horen komen maar de bijbehorende vogel hield zich goed verstopt.
Alleen mijn zoon heeft, vlak na het klinken van dat ‘groink’, het gefladder van grote zwarte vleugels gezien. In de avondzon, vanaf de transen van het sprookjesachtige Dinefwr Castle. Daarmee staat de enige waarneming van dit jaar op zijn naam. Of die helemaal telt is overigens de vraag. Hij is een muzikant met een vlijmscherp gehoor, maar zijn gezag als vogelaar is volgens mijn dochter twijfelachtig.


Geen opmerkingen: