dinsdag 2 augustus 2022

Voorheen Rookzangers Notitieblog 37: Nalatenschap

Ik ben bezig een enorme nalatenschap vorm te geven, besef ik als ik mijn studeerkamer aan het opruimen ben. In stoffige laatjes, op schijfjes, in ordners, in mappen, albums, notitieboekjes, in hoekjes van boekenkasten en kastjes, overal ligt het materiaal voor mijn biografie. Ik bewaar alles. Ik kan het niet wegdoen. Hoe vaak is het me niet gebeurd dat ik naar historische gegevens zocht, en dankzij het napluizen van dagboeken, notitieboekjes of brieven de gewenste data kon achterhalen?

Maar er is een eind aan die ‘ik’, onherroepelijk. Dan heeft die bulk aan bewaarde teksten, geluidsopnamen en foto's geen nut meer. Ik denk dat ik tandenknarsend moet aanvaarden dat ik geen beroemd man word, ook niet postuum. Dus voor latere biografen hoef ik het allemaal niet te bewaren. Voor mijn kinderen dan? Ik denk, hen kennende, dat ze veel minder belangstelling hebben voor de in ouderwetse media opgeslagen bewijzen van mijn bestaan dan ikzelf. Ik zie ze in mijn verbeelding na mijn dood overwegen en overleggen, uit piëteit, maar al gauw de knoop doorhakken en de hele rotzooi bij de vuilnis zetten. Ordners, mappen en boekjes. Of misschien zullen ze handelen zoals ikzelf met de erfenis van mijn vader en moeder deed, en pro forma, als gedenkteken, een la of doos inruimen voor mijn dagboeken en fotoalbums en dat waarvan ze weten dat ik er erg aan hechtte. Om die bende vervolgens nooit meer in te zien. Al die dingen die ik zo precieus bewaar, brieven, notities, alle snippers bewijs van mijn bestaan - het gaat ooit onherroepelijk weg, en daarmee verdwijnt die neurotische culte de moi die ik mijn hele leven heb onderhouden in een zwart gat, om plaats te maken voor een portret dat ingekaderd is in het zwart van de lege anonimiteit. Alleen wat zij zich willen herinneren zal bewaard blijven - een tijdje.

Is dat erg? Nee, natuurlijk! Ik kijk naar mijn vaders erfenis. Ik heb een boekje gemaakt van een paar van zijn verhalen. Vooral voor mezelf. Daar ben ik nog steeds blij om. Dat boek roept hem terug als ik hem mis. Ook al zou de rest van de in dozen bewaarde spullen (schriftjes, papieren, foto's) verloren gaan, dan heb ik voor mijn gevoel de kern van mijn vader levend gehouden. Mijn herinneringen aan hem en die paar bewaarde mooie dingen vormen die kern. Ik vind het een fijn idee om al die brieven en paperassen enzovoort van hem te bewaren, want je weet maar nooit! Maar dat is eigenlijk overbodig. Het noodzakelijke is gedaan, het onmisbare is bewaard. In mijn hoofd en als hebbeding.

Als mijn nageslacht ook zo handelt met mijn nalatenschap, dan is het, vindt de control freak in mij, die ‘over het graf heen wil regeren’, belangrijk om zelf alvast een selectie te maken. Om te zorgen dat zij ook zo'n hebbeding hebben. Want ik meen beter te weten dan zij wat bewaard moet worden en wat weg mag.
Daarom is het zo behulpzaam, dat ik boeken maak, cd's opneem. Ook al verdwijnt al het andere, dan is dat erfgoed (dat ze toch niet zo gauw weg zullen gooien, mag ik hopen) voldoende. Het wezen van mijn aards bestaan, dat wat voort mag (nee móet!) leven. Mijn bestaan voor zover dat van belang zou kunnen zijn voor anderen. De rest is aan mij en voor mij, en mag - nou vooruit - weg ná mij.
Ik geloof eigenlijk, dat deze overwegingen, die van doelgerichte conservering en beperkte onsterfelijkheid, de enige, of nou ja, in elk geval de voornaamste reden zijn waarom ik boeken maak, cd's opneem, een blog bijhoud, kunstenaar ben. Het is alles onzekerheid, en ijdelheid. En verzet. Rage against the dying of the light. De angst om niet gezien te worden, de ondenkbaarheid van de eigen afwezigheid - heel vreemd voor iemand die zo zijn best doet om zich het boeddhistische levensprincipe eigen te maken, waarin dat ego niet zou moeten tellen.

(Geschreven op 5 juni 2020, oorspronkelijk bedoeld voor dit blog maar destijds niet gepubliceerd)

Voor slechts 25 euro in huis: Deel 3 van de Verzamelde Blogs!

Geen opmerkingen: