donderdag 5 augustus 2021

VAKANTIELECTUUR

Net als vorig jaar gaan we een lang weekend kamperen in de boomgaard van mijn vriendin. Farmhouse Fest. Het échte Castlefest zou toch heus doorgaan dit seizoen maar, enfin, u weet het. De boodschappen (vooral veel bier) zijn besteld en bezorgd, de laatste hand is aan de kostuums gelegd, er is een kattenoppas geregeld. De grootste zorg is het weer, natuurlijk. Na de vorige zomers leek een stralende augustus vanzelfsprekend maar inmiddels zijn de kaarten met heel andere uitkomst geschud. 
Omdat het volstrekt zinloos is om je zorgen te maken over iets waarop je geen enkele invloed hebt doen we maar net of er geen drassige velden, klamme kleren en in de regen gedoofde vuren bestaan en hopen er het beste van. 


Ik concentreer me op een luxeprobleem. Wat zal ik lezen? Ik heb Aus dem Leben eines Taugenichts van Joseph von Eichendorff net uit. Een fijne novelle die de schrijver in één klap beroemd maakte en nog steeds geliefd is. De deugniet uit de titel (in feite een heel brave, vrolijke jongen) verlaat de molen van zijn vader en trekt de wijde wereld in. Hij vindt een betrekking als hulpje in de tuin op een Oostenrijks kasteel. Daar wordt hij verliefd op een schone dame, die hij voor de gravin houdt. Dat wordt natuurlijk niets en hij ontvlucht ontgoocheld het slot, op weg naar het Zuiden, naar Welschland, Italië, waar de pomeransen groeien! Onderweg beleeft hij de wonderlijkste avonturen, met rovers, schilders en rondtrekkende studenten. Met zijn vioolspel en zijn liedjes komt hij aan de kost. In Rome beland ontvangt hij via via een briefje van zijn aanbeden gravin, en spoorslags keert hij terug. Alles blijkt uiteindelijk een misverstand en niemand is wie hij lijkt te zijn in deze vrolijke romantische vertelling, die zich laat lezen als een metafoor van de adolescentie: de hoofdpersoon, hooguit achttien, negentien jaar oud, dwaalt barstensvol gevoelens door een wereld waar hij niets van begrijpt. Letterlijk: tijdens de hele Italiaanse episode verblijft hij tussen mensen die een voor hem vreemde taal spreken, communicatie gaat met handen en voeten. Het beeld dat hij van zijn omgeving heeft is een aanname, meer niet; een interpretatie, gegrondvest op niets anders dan zijn fantasie en zijn verlangens. Omdat het boek in de ik-persoon is geschreven worden we ook van een alwetende verteller niets wijzer en de lezer tast net zo in het duister als de hoofdpersoon. 


Een proefabonnement op Trouw (4 weken voor 4 euro, het moet wel erg slecht met de dagbladen gaan) beloofde me als welkomstcadeautje een boek naar keuze. Ik koos De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld, de in 1991 als Marieke geboren schrijver-dichter die ooit een mannelijk alter-ego verzon en diens naam later aan haar eigen naam toevoegde. Je moet toch een beetje bijblijven, denk ik soms in een milde bui, wie weet wat er allemaal voor prachtigs aan je neus voorbijgaat omdat je zo in die negentiende eeuw blijft hangen!
Het boek kwam aan en ik las een paar bladzijden, die me zowaar meteen pakten. Schaamteloos rauw en pezig proza, alsof Jan Wolkers door de mond van het frêle jongen-meisje heeft gesproken vanuit het schrijvershiernamaals. Maar wat een treurige, drassige, claustrofobische en onaantrekkelijke wereld, die erin beschreven wordt!
Mijn boek en ik hebben doorgaans een gelijkwaardige relatie: we laten elkaar in onze waarde. Op mijn leeftijd is kunst er niet meer om te schokken en te ontregelen maar vooral om te troosten, aan het denken te zetten en te vermaken. Ik weet nog niet of ik deze Booker Prize-winnende roman 'van brute schoonheid' uit wil lezen en neem voor de zekerheid ook nog maar een andere, lieve novelle van Eichendorff mee.
Maar ze kunnen schrijven, die Marieke en Lucas.


Geen opmerkingen: