dinsdag 19 november 2013

NIETZSCHES PAARD

Geschiedkundigen en biografen zijn door de aard van hun professie op zoek naar de historische waarheid. Ze willen mythen ontmaskeren en weten hoe het écht gegaan is. Een volstrekt begrijpelijke en ogenschijnlijk zinvolle nieuwsgierigheid naar keiharde data drijft hen onvermoeibaar voort. Maar hoe belangrijk is die historische waarheid, die in ons Westerse denken zo ongenaakbaar hoog staat aangeschreven, eigenlijk? Hebben we er altijd iets aan om de precieze feiten te weten? Kunnen we er iets van leren?
Wat we ervan zouden kunnen leren is vaak al gebeurd door het mechanisme dat mythes aanmaakt. Feiten zijn in de regel onsamenhangend, willekeurig en op zichzelf zinloos. Een mythe kiest er intuïtief die gebeurtenissen uit die het grootste belang lijken te hebben, ordent ze en smukt ze desgewenst een beetje op om ze pakkender te maken. De precieze toedracht wordt al snel vergeten en een iconische anekdote komt er voor in de plaats.

Ik wilde in dit stukje iets zeggen over het breekpunt dat optreedt na een periode van spanning. Je kunt niet zomaar terug naar een ontspannen toestand als je te lang onder hoge druk hebt geleefd. Iedere overwerkte carrièremaker die vergeefs probeert op dag één van zijn vakantie meteen te genieten van het niks doen weet dat. Er is een katalysator nodig om die andere mens, die ontspannen mens, in ons vrij te maken.
Ter illustratie wilde ik het huiveringwekkende voorbeeld aanhalen van Nietzsche en zijn paard. U kent het natuurlijk. De vermetele filosoof had zichzelf tot zulke hoge pieken van megalomanie opgezweept dat er wel een breekpunt moest komen. Het kwam op een plein in Turijn. Hij zag een werkpaard afgeranseld worden. Een verhard gemoed kan ontdooien, maar bij hem knapte het ijs, scheurde met een oorverdovende knal, en het donkere water welde op en verzwolg hem. Hij viel het dier huilend om de hals en was vanaf dat moment krankzinnig.
Tenminste, zo wil het hardnekkig doorvertelde verhaal. Al lezend op internet kwam ik al gauw terecht bij een goed gedocumenteerd artikel dat niets heel liet van dit mooie, droeve sprookje. Nietzsche was op straat in elkaar gezakt en naar huis geholpen, dat is waar. Maar het snikkend omarmen van het mishandelde paard stamt uit Schuld en boete van Dostojevski. Erich Podach leende het illustratieve voorval van de Rus en introduceerde het in een publicatie over Nietzsche uit 1930, zonder opgaaf van bronnen. Het sprak tot de verbeelding en leerde ons iets over de gevolgen van hoogmoed, te diep denken en emotioneel isolement. De Italiaanse schrijfster Anacleto Verrecchia bracht in 1973 de feitelijke toedracht aan het licht in haar boek La catastrofa di Nietzsche a Torino en daarmee waren we weer een illusie armer.

De aanleiding voor mijn mijmeringen over dat breekpunt was klein. Zo klein, dat zij net zo goed in een haiku zou hebben gepast, als ik Nietzsche er niet bij had gehaald.
Na alle concertdrukte van de afgelopen weken wilde het niet vlotten met de ontspanning die ik zocht. Valeriaan hield die er een beetje onder, maar ik voelde het nog steeds: een te grote alertheid, die nergens meer toe diende. Adrenaline, cortisol, zo u wilt.
Ik reed naar huis na een koorrepetitie. De ruitenwissers stonden op de laagste stand, het was een beetje mistig en het motregende. In het licht van de koplampen dwarrelde een groot geel blad naar beneden, heel langzaam. Het raakte de grond. Opeens rilde ik. Er knapte iets en ik liet iets los. Mijn pijp smaakte me voor het eerst in weken weer. Ik was van plan was geweest te stoppen bij het tankstation om sigaretten te kopen, maar besloot dat niet te doen.

In het koplamplicht
dwarrelt een geel blad omlaag
lachend geef ik gas

4 opmerkingen:

Hans Valk zei

Nietzsche kun je inderdaad rustig vergeten, als je op zoek bent naar een sprekend voorbeeld van iemand die het breekpunt passeert.
Een ander verhaal is dat Nietzsche al op relatief jonge leeftijd Syfilis heeft opgelopen. Dat is, onbehandeld, een slopende ziekte. Nietzsche was een groot deel van zijn leven ziek, zwak en misselijk. Met die krankzinnigheid als uiteindelijke climax. Hij was ook verslaafd aan Van Houten's cacao, naar het schijnt ("ik verzin dit niet", om met Sylvia Witteman te spreken), maar dit terzijde.

Hoe het ook zij; wéér een persoonlijk doorbraakje, zou ik zeggen. Hoewel ik wèl even schrok van dat sigaretten kopen. Dat van die pijp was al langer duidelijk en dat is je ook van harte gegund, wat mij betreft. Maar sigaretten? Ben je nou helemaal betoeterd, Rookzanger?
Remember Denny, zou ik willen zeggen. Die klonk ook niet meer zo best, na een half leven lang kettingroken.
De drank is er af. En de sigaretten ook, mag ik hopen.

Een welgemeende moralistische groet uit Dordrecht!

Jan-Paul van Spaendonck zei

Hans, je herhaalt jezelf! Zie hier wat je op 23 oktober 2012 schreef in reactie op mijn blog 'Marathon': "Sigaretten? Waar is de pijp gebleven?
Voorts: pijptabak inhaleer je niet (vermoed ik), maar sigaretten rook je voor de nicotine, dus die inhaleer je wèl. En dat voor een zanger! Het moet niet gekker worden."

Hans Valk zei

Alsjeblieft! Zo schokkend vind ik het dus, dat roken van je!
Het helpt ook niet tegen dementie, anders zou ik het nog willen overwegen..

Daniël zei

Lennaert Nijgh sprak in februari 2001, dat roken bij hem een teken van gezondheid is. Toen hij geen trek meer had in sigaretten, bleek hij ziek te zijn. Vertelde hij, lichterlijk ziek vanwege kou tijdens een fotosessie op onder meer het station.

Maar ik betwijfel ten zeerste, in hoeverre ik hem als arts serieus kan nemen. :)