vrijdag 29 augustus 2025

SCENARIO



'Wat een grote moedervlek heb je daar,' zei mijn oudste dochter. 'En hij is helemaal korstig. Zou je daar niet eens naar laten kijken?' Ik trok een fleurige blouse aan, mompelde een bevestiging en zette het weer uit mijn hoofd. Die moedervlek zou het restje vakantie niet bederven.

Eenmaal thuis moest ik de verontrustende gedachte wel toelaten. Mijn vriendin had het ook al gezegd. Bij een vorig doktersbezoek was ik het zogenaamd vergeten. Ik vond die verhoogde PSA al genoeg. Mijn kop ging weer even in het zand.
Op de laatste zomerse uitspatting voor onherroepelijk een sobere tijd zou, moest aanbreken beloofde ik dat ik de dokter zou bellen. Ik nipte van mijn digestief en maakte grappen over het scenario dat ik daarmee zelf in het leven riep: natuurlijk was het een melanoom. Misschien was ik er nog net op tijd bij, maar mogelijk was dit onze laatste vakantie samen geweest.
'Zo erg ziet het er nou ook weer niet uit. Ga jij nou maar gewoon even naar de dokter,' zei mijn vriendin, 'dan heb je tenminste duidelijkheid.'
Maandag kon ik de moed nog niet vinden maar dinsdag belde ik dan toch. Ik kon de volgende morgen al terecht. Ik sliep slecht, de beelden van op Google gevonden pigmenttumoren nog vers op mijn netvlies. Morgen zou alles er misschien heel anders uitzien maar er was geen weg terug.

Na mijn karige ontbijt - ik wilde het juist begonnen gezonde regime niet meteen opgeven uit voorbarige troost - liep ik tamelijk gedachteloos naar de praktijk. Ik zou in elk geval een verwijzing naar de dermatoloog krijgen, daar rekende ik op. Dit was duidelijk een heel ander geval dan die dikke maar onschuldige moedervlek waarover ik me een aantal jaar geleden zorgen had gemaakt. Die was mooi rond geweest, deze was rafelig en langwerpig.
In de wachtkamer repeteerde ik de zinnen waarmee ik mijn klacht zou verwoorden. Niet te dramatisch, met de nadruk erop dat die moedervlek er al héél lang zat (ik was daar overigens helemaal niet zeker van) maar in de loop der tijd, ook volgens mijn vriendin, wel dikker en donkerder was geworden en dat ik er toch maar eens naar wilde laten kijken. 
Dokter keek me onaangedaan aan door zijn stalen brilletje. 'Bloedt het?' vroeg hij. 'Nee,' zei ik met alvast iets van opluchting.
'Doet u uw shirt maar even uit en ga daar liggen, dan kijk ik even.'
Ik strekte me uit om de behandelbank. Zijn oordeel kwam meteen. 'Dat is geen moedervlek. We noemen dat een ouderdomswrat. Totaal onschuldig.'
Ik ging weer zitten, een beetje ongelovig nog.
'U kunt het gewoon laten zitten, of het laten weghalen, net wat u wilt.'
'Moet ik daarvoor naar de dermatoloog?' Ik was van mijn zelfbedachte scenario nog niet af te brengen. 'Nee,' zei hij met een ietwat vermoeid glimlachje. 'Ik kan het hier doen. Nu meteen als u dat wilt.' 
Even later voelde ik de prikjes van de verdoving. 'Gaat het?' vroeg hij. Ik wou iets zeggen over de parodontoloog en dat ik wel wat anders gewend was maar besloot om nu maar eens geen grappen te maken. Die kon ik opsparen voor als een beetje galgenhumor echt nodig was.
Omdat ik niks zien kon, zo op mijn buik, vertelde de arts geduldig wat hij deed of ging doen. Ik stelde me het scherpe lepeltje voor dat het weefsel wegschraapte. 'Nu doe ik er een verbandje op, en een gaasje. Dat maak ik vast met een paar pleisters.'

Ik kleedde me aan, bedankte hem uitvoerig en zei dat een mens ook niet zoveel moest googelen voor hij naar de dokter ging. Hij knikte zuinig.
Buiten wilde de opluchting nog niet meteen komen.


Illustratie: George Grosz (1893-1959) - Der Hypochonder Otto Schmalhausen (1923)

vrijdag 22 augustus 2025

HEREMIETKREEFTEN


'En,' vroeg mijn broer, 'hoe bevalt het thuis?'
Ik antwoordde in negatieve termen. We hadden al van de katten-oppas gehoord dat er steigers tegen de voorgevel waren opgesteld, het schilderwerk ging eindelijk beginnen. Driehoog in de stad voelde na alle vrijheid van de Bretonse kust als een kooi. Bovendien was ik moe, kortademig en hypochondrisch.
'De eerste dagen na de vakantie zijn altijd lastig,' relativeerde ik.

Mijn dochters vroegen me op het zonnige terras van Podium Mozaïek waar we onze reis afsloten, om eens wat minder te mopperen. 'Benoem eens wat vaker de positieve dingen.' Ik besef dat ik mijn rol als brombeer iets te enthousiast speel. Mijn zoon en schoondochter oefenen zich in dankbaarheid en ik kan daar wat van leren. Dus ik zette mijn glas neer, knikte ze toe en vertelde hoe geweldig ik het vond dat ik op mijn leeftijd nog - nee, niet eens werd gedoogd, maar me welkom, gezien en bemind voelde: wie gaat er als humeurige bejaarde heer nog met vriendin, kinderen en kleinkinderen op vakantie, niet omdat je de familie moreel onder druk hebt gezet, maar op hun eigen initiatief, op hun verzoek? Een gezegend mens was ik, zei ik, en ik meende het oprecht.

De volgende morgen zette ik koffie met mijn vertrouwde caffettiera die het op de inductieplaten van het vakantiehuis niet had gedaan en ik was dankbaar voor mijn Bialetti Moka Express, na ruim een week vieze koffie uit capsules in een budget Nespresso-machine. 
En ik was dankbaar voor het gezelschap van de katten natuurlijk, die eerst een beetje onwennig en beledigd hadden gedaan maar zich de volgende dag alweer gezellig bij me voegden voor het dagelijkse middagdutje - een routine die merkwaardig snel weer terug was nadat ik er een kleine twee weken totaal geen behoefte aan had gehad. 
De tweede dag speelde ik plichtmatig wat op mijn luit. Liever zocht ik heremietkreeftjes op het strand met mijn kleinkinderen. Maar vandaag heb ik een nieuw stuk in studie genomen dat ongehoord pittige eisen aan mijn eenvoudige techniek stelt. Dat is het effect van reizen, je kijkt na terugkeer - niet meteen! - opgefrist tegen de dingen aan. 

Wat is het meest bijzondere aan zo'n vakantie? Ik ga voorbij aan de feiten en de plaatsen. Mijn blog is rond deze tijd al té vaak een persoonlijk ingekleurd toeristengidsje. Om een indruk van het Bretonse departement Morbihan te krijgen kunt u beter de ANWB-gids erbij pakken of even googelen.
Ik signaleerde het al in het eerste blogje dat ik schreef over een roadtrip met mijn familie. Ik vat het nog eens samen. Er ontstaat tijdens zo'n reis een groepsdynamiek van een tijdelijke, speciale aard. In die groep mensen ga je op, los je op. Praten met anderen neemt de plaats in van de normale innerlijke monoloog. Het denken wordt een ruis op de achtergrond. Woorden zijn eruit voor je het weet en je voelt je veilig om ze los te laten, in zulk dierbaar en vertrouwd gezelschap.

Dat, en die immense tuin met ligstoelen onder de moerbeiboom en met uitzicht op de zoutmoerassen die bij vloed een glinsterend binnenzeetje vormen, zal ik het meeste missen.




vrijdag 8 augustus 2025

SPANGA


We reden naar Friesland, naar buurtschap Spanga om precies te zijn, onderdeel van gemeente Weststellingwerf, om de opera Tosca te zien. Ik was nog nooit naar dat gelauwerde, al meer dan dertig jaar bestaande locatietheater geweest. Een vriend van mijn vriendin ging erheen om Aylin, de vrouw van zijn achterneef, te zien en te horen. Wij haakten aan. 
We parkeerden de auto in een weiland. Vrijwilligers hielpen ons te manoeuvreren, zodat we er als het donker werd makkelijk weer uut konden rijden. Er wapperde een vlag met het gezicht van Aylin erop. Op het festivalterrein hing een apart sfeertje. Luchtig. Ontspannen. Wij - vriendin, jongste dochter en ik - zijn gewend aan de jaarlijkse openluchtvoorstellingen van theatergroep Vis à Vis. Die worden professioneel omzwachteld door alle mogelijke randstedelijke luxe. Hier in het verre Spanga is er maar een beperkte keus aan de bar, en die wordt in kleine plastic bekertjes geserveerd. Er is geen overtollig vertier. Geen vuurkorven en feestelijke nazit. Alles draait om de voorstelling in de schuur. We liepen een beetje rond, keken uit over water en weiland. Een man van de organisatie vertelde ons over Bommen Berend, die op zijn mars naar Groningen, in het rampjaar 1672, Saksische soldaten had meegevoerd. Die kwamen, hoe weet ik niet meer, terecht in deze contreien en zo komt het dat de Stellingwerfers geen Fries maar Nedersaksisch spreken. 'We willen eigenlijk onafhankelijk worden,' grapte de man van de organisatie.

De uitverkochte voorstelling begon. Ik schatte dat er zo'n 300 man in de schuur zat. Vanaf de eerste klanken was duidelijk dat het hier om een uitvoering van hoog niveau ging. Drama, lyriek, tempo, actie, slagen en kwinkslagen - het was er allemaal in overvloed. De setting was die van het Italië van Mussolini. Niet nieuw, maar zeker niet verkeerd. De herkenbare fascistische grijsgroene snit maakte barone Scarpia, de ultieme grensoverschrijdende machtswellusteling (wanneer cancelt iemand die man nou eens?!) nog wranger en wreder dan wanneer hij in het uniform van een politiechef uit 1800 was gestoken. 
In de auto had ik het verhaal kort samengevat voor mijn reisgenoten. Liefde, jaloezie, macht, verraad, dood en verderf. Ik rakelde de van Gerald Durrell (My Family and Other Animals) geleende anekdote over de legendarische opvoering in Korfoe nog maar eens op: hoe de sopraan pijnlijk hard was neergekomen na haar zelfmoordsprong van de bordkartonnen Engelenburcht, en hoe er bij de volgende voorstelling een stapel matrassen was neergelegd; tot verbazing en hilariteit van het publiek zag men Tosca weer omhoogkomen, dalen, weer omhoogkomen...
Hier was geen Engelenburcht om vanaf te springen. De voorstelling eindigde met een aantal droge pistoolschoten: twee of drie voor de mannen van Scarpia, één voor Tosca zelf. Melodrama, wat u zegt, en ik merkte dat ik voor Puccini niet jong genoeg meer ben - de tranen van vroeger bleven uit en dat lag zeker niet aan de prachtige zangers en de voortreffelijke muzikanten.

Dertien jaar geleden zocht ik een zangeres voor de Meervaart-productie Ze vroegen arbeid, er kwamen mensen. Een Turkse collega bracht me in contact met Aylin Sezer. Ze had de leeftijd van mijn zoon, ze was aardig, mooi en door en door muzikaal en ze stal onze harten met haar interpretaties van mijn liedjes.
Aylin heeft sindsdien een voorbeeldige carrière gemaakt. Ongeforceerd, maar tempo commodo gestimuleerd door steeds nieuwe uitdagingen bouwde ze haar lichte lyrische sopraan uit, tot die een dramatische rol als Tosca schijnbaar moeiteloos aankan. De natuurlijke schoonheid van haar stem en het precies goede vibrato bleven behouden terwijl het volume en de breedte en diepte zijn toegenomen. Een operazangeres met power maar zonder de bijkomende nadelen daarvan: geen gegil en geen gewaggel, alles blijft van grote elegantie. Om met Ilja Gort te spreken, die deze avond naar eigen zeggen voor het laatst op tv te zien was: Goed bezig Aylin, ga zo door!


Bovenste foto: Robbe van der Vloet


Voorheen Rookzanger is een week of wat naar Bretagne en zwijgt even op deze plek. Hopelijk tot later!


vrijdag 1 augustus 2025

GOUDA


Leiden was ons goed bevallen, Duitsland kwam er niet van, dus waarom niet eens naar Gouda? Een paar jaar geleden hadden we het voornemen gemaakt om alle Zuid-Hollandse steden en stadjes een voor een te bezoeken, te beginnen met Delft, stad van mijn moeder. Het was hoog tijd voor Gouda en het plaatselijke museum stond allang op onze verlanglijst. Er was nu een bewierookte expositie te zien met werk van Jo Koster (1868-1944), een grote reputatie van voor de oorlog, net zo vergeten als haar schrijvende naamgenoot Jo Boer (1907-1993 - wie leest haar nog, de auteur van briljant geschreven boeken als Catherina en de magnolia's en Kruis of munt?)

Er was wat oponthoud en het was al wat later in de middag toen we Gouda binnenreden. Maps stuurde ons naar een parkeergarage vlak bij de Hoge Gouwe waaraan ons hotel lag. In de parkeergarage wees een bord naar de parkeerlaag vlak onder het hotel. Daar was een lift die in de lounge uitkwam. Zo checkten we in zonder te weten waar we waren. Mijn vriendin die zich graag en goed oriënteert wordt daar ongemakkelijk van. Mij deed het denken aan de metro in Parijs. Je stapt ergens in, slaat een hoop decor over en duikt op in een andere wereld. We zien straks wel hoe het hotel er van buiten uitziet, troostte ik haar.
Niet veel later liepen we in een miezerig regentje de waterstad Gouda in. Meer Delft dan Leiden leek me. Voor het museum vonden we het te laat, dat kwam morgen wel. De Sint-Jan moest het worden en dan na wat rondlopen en sightseeing de gastronomie in. Het Griekse restaurant dat ons in Leiden door de neus was geboord (alles tot op de laatste tafel bezet) moest hier een vervanger vinden. Twee mogelijkheden, een op de Korte, en een aan de Lange Tiendeweg. 
De kerk, een museum tegenwoordig, tickets en merchandise, boogt op 72 wereldberoemde gebrandschilderde ramen uit de zestiende eeuw. Gelukkig had ik Egeraat bij me, Dr. L van, Il Dottore. Die nam ons bij de hand en zei vriendelijk vermanend op pagina 80 van Wegwijs in Nederland (1962)

'Ga niet álle ramen bekijken, maar beperk u tot onderstaande en bezie die rustig en intens. De nummering staat duidelijk aangegeven.' 

Zo bezagen we de nummers 5, 6, 7, 8, 30 (??), 12, 18, 22, 23 en vooruit, ook 28a, De bevrijding van Nederland: 'een zeer geslaagd modern raam van Charles Eyck.'
Ik zag al die toeristen met hun audiotoer totaal oververzadigd van zestiende-eeuws glas-in-lood de kerk verlaten en wreef in mijn handen. Mijn hoofd was nog fris.
De kerk heeft het langste middenpad van Nederland (111 meter) en bezit een bizar mooi barokorgel. Mijn vriendin moest denken aan de Sainte-Marie-Madeleine in Vézelay, maar dat vond ik te veel eer.
De stadswandeling voerde ons langs stadhuis, waag, het Joodse Poortje. De regen joeg ons een overdekt terras op. Bitterballen en tripel. Mijn vriendin schreef een in de Sint-Jan gekochte ansichtkaart om haar zuster te feliciteren die de volgende dag zou verjaren. Een kaart schrijven op een terras. Vakantiegevoel.
Bij de Griek (die van de Lange Tiendeweg was met zomerreces, maar die op de Korte was open, al maakte het blonde en mollige dienstertje nog een grapje over "alles vol" waarna ze me joviaal op de schouder sloeg) - bij De Griek was alles gul en groot. Gipsen beelden, mythologische muurschilderingen in de slechtst denkbare stijl, ongevraagd neergezette ouzo, voorgerechten die ruimte opeisten die voor de hoofdgerechten was bedoeld, een barokke badkuip die een glas Metaxa moest voorstellen... Na de Griek liepen we door de nu serieuze regen naar het hotel en daar was het snel bedtijd.

De volgende morgen aten we toch, ondanks aanvankelijke tegenzin, grote porties van het ampele ontbijtbuffet. Daardoor aangesterkt liepen we naar Museum Gouda. We moesten ons eerst door een zaal vol opvallend slecht geschilderde religieuze altaarstukken heenworstelen (maniërisme op zijn áller, állersmalst) - maar de expositie was zeer beslist de moeite waard. Jo Koster mag wat ons betreft per direct terug op de lijst van toonaangevende twintigste-eeuwse kunstenaars. Een eclectisch maar sterk oeuvre, met autoriteit op het doek gezet. 
Maar de grootste verrassing volgde nog toen we al op weg naar buiten waren.
In een zaal over de geschiedenis van Gouda was een interactieve maquette die de historische ontwikkeling van de stad verbeeldde. Ik herinnerde me opeens dat mijn vriend Ger voor dit museum had gewerkt. Met zijn bedrijf Mapping History, dat na zijn dood in 2021 is opgeheven. Vertederd verliet ik het voormalige Catherina Gasthuis. De zon was inmiddels gaan schijnen.

Bij het schrijven van dit stukje ontdek ik dat de interactieve maquette van een bedrijf "IJsfontein" is en dateert uit 2020. Ik vond het al wat lichtgewicht en speels voor mijn serieuze vriend. Wat hij dan wel voor het museum heeft gedaan blijft in het duister.