dinsdag 29 juni 2021

IJSJE

Gisteravond at ik, rijkelijk laat, mijn eerste ijsje van het jaar.
Ik kwam van de repetitie van mijn veilig uitgedunde kerkkoor, zag dat het bij de populaire vestiging van IJscuypje op de hoek van de Middenweg niet te druk was, en dacht: ach ja, waarom niet. Tot vorig jaar was het vaste prik: na de koorrepetitie een ijsje halen in het seizoen. 
Sinds dit weekend doet iedereen of alles weer gewoon is, Deltavariant of niet. Ik wilde grootmoedig meedoen met dat optimisme en liep zonder mondkapje de winkel binnen, om een drietal jongemannen heen, die buiten stonden te praten en te lachen. Meteen werd ik door het meisje dat de ijsjes verkoopt terechtgewezen: 'Wilt u even buiten wachten?' Ik telde drie mensen in de zaak. Blijkbaar gold het maximumaantal klanten hier nog, hoewel ik nergens een bordje zag. 
Buiten begreep ik nu ook, dat de drie jongemannen niet zomaar op straat aan het lanterfanten waren maar dat ze in de rij stonden. 'Sorry,' zei ik, 'ik drong voor zeker?'
'Geeft niks hoor,' zeiden ze ontspannen. 
Mijn voorgangers waren al snel aan hun ijsjes geholpen en ik liep opnieuw naar binnen. Links in die winkel zijn de bakken met licht ijs, op basis van fruit en yoghurt, rechts die met het echte spul - op room, koekjes en karamel wordt daar niet gespaard. Tussen de beide helften was een spatscherm geplaatst met enkele stroken waarschuwend plakband er diagonaal op aangebracht. Ik nam het rechter compartiment, achter een andere klant. 'U mag daar even wachten,' zei het meisje, wijzend naar de fruit- en yoghurtafdeling. Ze bedoelde moet, natuurlijk. Ik ging braaf links staan. Maar waarom stonden er nergens regieaanwijzingen? Het meisje had al genoeg met me te stellen gehad en ik hield de vraag maar voor me. Dit was een winkel met een buurtfunctie, iedereen wist blijkbaar ook zo wel wat de gewenste gang van zaken was.
Toen ik uiteindelijk mijn hoorntje met kletskoppen in handen had nam ik het mee naar de auto en ging het achter het stuur zitten opeten. Nadat ik ook het laatste saaie puntje had opgeknabbeld startte ik de motor en reed naar huis met het prettige gevoel, dat het bijna weer even als vroeger was geweest.


Geen opmerkingen: