vrijdag 6 maart 2020

SEIZOENSARBEID

Sinds 2003 maak ik scheurkalenders. Dat komt zo. We vierden Oudejaarsavond bij onze vrienden Peter en Yvonne Loeb. Zij bestierden een uitgeverij (Interstat B.V.) die voornamelijk wenskaarten, kalenders en schoolagenda's publiceerde: stationary, 'bedrukt papier', zoals Peter graag zei. Peter vertelde die avond dat ze voor 2003 met een scheurkalender over The Lord of the Rings kwamen, toen hot vanwege de filmtrilogie. De champagne vloeide en ik riep brutaal: 'Maar er mag geen onzin in staan!'
'Waarom maak je hem zelf niet?' ketste Peter fijntjes terug. Ik schonk nog eens bij en beloofde stoer dat ik dat zou doen.

Die eerste kalender was hard werken, maar ik bleek er handig in te zijn en leerde al snel de juiste aanpak bij zoiets. Niet tobben, discipline en vooruitzien. Indachtig de woorden van Laozi: 'Ook een mars van duizend mijl begint met de eerste stap' berekende ik hoeveel stukjes ik per dag moest maken om comfortabel de deadline te halen. Vervolgens zette ik het dreigende einddoel uit mijn hoofd en tikte dagelijks mijn portie. En zie, om en nabij de geplande datum was de kalender klaar om naar vormgever, corrector en drukker te gaan. In het begin voelde dat als een klein wonder.

Ik werd gevraagd om mijn goede pen en mijn zelfverklaarde expertise over dit specifieke onderwerp, maar de betoonde handigheid maakte me een echte broodschrijver. Jaarlijks werden nieuwe onderwerpen bedacht, inspelend op de tijdgeest. Sommige bleken eendagsvliegen (zoals een kalender over drank, een over downloads, Groen Leven, en De gekte van alle dag, samengesteld uit bizarre krantenberichtjes), andere hielden het wat langer vol (Frankrijk van dag tot dag, Crime Fiction, Oneliners) en enkele waren blijvertjes: ik heb onlangs mijn vijftiende (!) moppenkalender ingeleverd, heb al heel wat Oosterse wijsheden bijeengesprokkeld, en werk nu aan mijn zesde kalender over mindfulness, een onderwerp dat me zoals u weet na aan het hart ligt sinds ik in een kliniek in het zuiden des lands kennis maakte met meditatie, en een oud vooroordeel overboord kon gooien.

Peter en Yvonne hebben de uitgeverij alweer jaren geleden van de hand gedaan, maar gelukkig had de nieuwe directie eveneens behoefte aan een ervaren Kalendermacher, zodat wat ik als seizoensarbeid ben gaan beschouwen gewoon doorging na de overname: de eerste drie, vier maanden van het jaar zit ik dagelijks, omringd door stapels knipsels en boeken, achter de computer, tik mijn tien of vijftien lemma's en zet voor die dag de kalender weer uit mijn hoofd. Soms gaat het vlot, soms is het taai werk. Maakt niet uit: ik heb geleerd nooit méér te doen dan mijn dagrantsoen. Te lang doorgaan als je er lol in hebt betekent vaak een katterige tegenzin de volgende dag en leidt uiteindelijk tot oponthoud. Remmende voorsprong! Alleen bij ziekte of een tussentijds vakantiereisje moet ik de verloren tijd inhalen. Dat betekent dan grotere porties, de regelmaat blijft.

Vandaag rond ik Mindfulness 2021 af. Pagina's 15 tot en met 31 december zijn nu nog blanco maar zullen vanmiddag met beschouwelijke, inzichtelijke en opbeurende tekstjes gevuld zijn. Ik heb er plezier in dit jaar. Het slechte weer en de zorgelijke sfeer daarbuiten maakten de dagelijkse schrijfsessie tot een veilige en behaaglijke retraite in een overzichtelijk wereldje. Ik stak soms zelfs een kaarsje aan, toverde mijn opgeslagen favoriete websites tevoorschijn, en bladerde in de groeiende stapel boeken op mijn bureau. Daar lagen onder meer: Hesse's lieve Siddhartha en grimmige Der Steppenwolf, het cynische Afterzen (Experiences of a Zen Student Out on his Ear) van Janwillem van de Wetering, Bij Lao Tsé op de thee van Michel Dijkstra, Taoist Tales, The Tao of Pooh, Zen Wisdom, en vier verschillende vertalingen van Daodedjing ofwel Tao Te King, waarvan twee uit de boekerij van mijn vader. En als ik zin had schreef ik zelf een toepasselijk tekstje. Zoals dit, getiteld 'Vergankelijkheid':

Het aanvaarden van de vergankelijkheid is een van moeilijkste dingen die er zijn voor de moderne mens. Het leven lijkt maakbaar. Alles lijkt mogelijk en haalbaar. Geluk en succes zijn bijna verplicht: de beloning die ons wordt voorgespiegeld voor hard werken. Maar op het verstrijken van de tijd hebben we geen greep. We kunnen jong proberen te blijven wat we willen, oud worden we toch – als we geluk hebben. Er is geen remedie tegen het onvermijdelijke verval. Het vruchteloos zoeken naar die remedie doet pijn. Alles komt en gaat, niets blijft. Hoe meer we ons verzetten tegen die natuurlijke cadans van opkomst en ondergang, des te meer hebben we ervan te lijden. Alleen als we de vergankelijkheid kunnen accepteren als wezenlijk onderdeel van de schepping zijn vrede en geluk mogelijk.

Osho, eat your heart out! Of deze, genoteerd na een wandeling in het park, begin deze week:

Ik liep door het Vondelpark en zag dat het pad voor me één grote modderpoel was. Ook het grasveld ernaast leek meer op een moeras dan op een gazon. Ik dacht aan wat Eckhart Tolle had gezegd: 'Als er geen uitweg is, dan is er altijd nog een weg doorheen.’ Zuchtend wilde ik de eerste stap zetten in de glibberige en zuigende modder. Niks aan te doen, mijn schoenen waren volgens de winkel waterdicht, ik zou ze thuis wel even goed schoonmaken.
Maar toen viel mijn blik op de bosjes rechts van het pad. Zo te zien was de grond daar droog. Ik duwde de overhangende takken opzij en baande me over boomwortels en stevige aarde een weg door het halfduister tot ik bij de bestrate wandelweg was aangekomen. Met droge voeten.
Berusting, wu-wei, loslaten, allemaal leuk en aardig, maar soms is het goed een beetje lateraal te denken. Eerst maar eens kijken of er geen omweg is voor je door de drek gaat lopen.

Was getekend, Swami Shri v.h. Rookzanger-san Maharaj



Geen opmerkingen: