donderdag 19 maart 2020

OP SLOT (5)


Dag 4.

De titel van deze stukjes is feitelijk natuurlijk onjuist. Anders dan andere landen hebben wij geen totale lockdown. Toch zijn het vooral de graduele verschillen die de woordkeus rechtvaardigen. In het streng gesloten Oostenrijk bijvoorbeeld mag je alleen naar buiten als je daar iets te zoeken hebt, werk, boodschappen, anderen helpen. Maar je mag wel wandelen, alleen of met gezinsleden, maximaal vijf personen. Bewegung im Freien - alleine, of met de mensen met wie je samenwoont.
Ik wandelde vandaag zoals alle dagen door het Vondelpark. Niet echt het romantisch klinkende Freie. Daar stel ik me vrije natuur van Schubert bij voor, die op zondag Wenen verliet om met zijn kunstenaarsvrienden door bos en veld te dwalen, welk uitje afgerond werd met kannen groene wijn, gezang en een lustig maal in een herberg. Voor zover ik kon zien hield in het park bijna iedereen zich naar de geest aan de Oostenrijkse norm. Mensen die niet alleen liepen waren duidelijk iets van elkaar. Geliefden, ouders en kinderen. Als er twee vrienden of vriendinnen samen de hond uitlieten bewaarden ze gepaste afstand. Er patrouilleerde wat politie, anticiperend misschien op die lockdown. Het was een stille grijze middag. Ik zag de ijsvogel weer, een complete verrassing: al die weken had ik, na de eerste waarneming, naar hem uitgezien. Corona had hem helemaal verdrongen uit mijn hoofd en daar was hij opeens, in zijn zuurtjesblauwe jasje. Er is toch een god, dacht ik.
In een gat in een boom vlak bij het Blauwe Theehuis zag ik een kauwtje naar binnen kruipen. Ik moest denken aan een hilarisch moment op mijn verjaardag. Bestaan er eigenlijk kleine kraaien, had ik gevraagd. Die had ik namelijk nooit gezien. Mijn dochter vroeg me, heb je dan weleens andere kleine vogels gezien, behalve een uit het nest gevallen mus of duif, nee toch? Vogels stay the fuck home tot ze volwassen zijn en uit kunnen vliegen. Dan was het waarschijnlijk zo, opperde ik, dat veel vogels in het verborgene nestelden, zodat ik me hun thuissituatie niet kon voorstellen. Ja, zei mijn dochter, dat klopte wel. Nu weet ik van ten minste één van de Amsterdamse kraaiachtigen 'waar zijn huis woont'.

Tijdens mijn beweging in de buitenlucht bedenk ik dat ik me vandaag veel rustiger voel dan de afgelopen tijd. Terwijl gisteravond, net toen ik met mijn jongste dochter een oude traditie nieuw leven had ingeblazen en de legendarische jaren 80-serie Robin of Sherwood aan het kijken was, twee afleveringen na elkaar, een met Michael Praed en een met Jason Connery als Robin, haar oudere zuster had gebeld: ze zat met haar huisgenoten in zelfgekozen quarantaine, allemaal aan de hoest. Als dit nieuws me dinsdag had bereikt was ik gaan stuiteren van de zenuwen. Nu hoorde ik het tamelijk gelaten aan. Zelf was ik ook verkouden, niets bijzonders in deze tijd van het jaar, en ik voelde me verder uitstekend, net als zij. Wees voorzichtig, hou de thermometer in de gaten, aarzel niet de dokter te bellen, en hou me op de hoogte, zei ik. Ik probeerde mijn aandacht weer te richten op de blonde zoon van Sean Connery en zijn elfachtige rode vriendin en hun handelingen in het groene woud van een Engeland van lang geleden. Hoe wist je dat je het zou overleven, vraagt Marion aan Robin, net ontsnapt aan een dodelijk duel met een Saraceense huurmoordenaar. Dat wist ik niet, zegt Robin. But I always live in hope. 


[Als je nieuwsgierig bent naar de eerdere afleveringen van deze reeks, klik dan linksboven op 'startpagina']


Geen opmerkingen: