dinsdag 14 september 2021

WESTWAARTS

Ik moet Herberg de Bonte Os, ofwel het Aalsmeerder Veerhuis, vele malen hebben gezien, als zaken me naar de Sloterkade voerden. Uit mijn ooghoek, of misschien met een tijdelijke verwondering om de schilderachtige schoonheid van dat uit het lood hangende gebouwtje van rosse baksteen, die evenwel geen blijvende herinnering achterliet. Hoe het ook zij, afgelopen zondag zag ik het pas echt. Dat is het mooie van Open Monumentendag. Zelfs al is het gezochte monument gesloten, zoals nu het geval was (hadden we ons vergist, hadden de beheerders bij nader inzien geen zin om mee te doen?) -  je beziet het gebouw met speciale belangstelling nu het doel van je tocht is en geen decorstuk bij een route die elders heen voert. Ik dacht de nieuwbouw eromheen weg en stelde me voor hoe hier 's avonds gefeest werd door handelsreizigers uit Sloten die de stadspoort van Amsterdam gesloten vonden en nu hier, in de Overtoomse Buurt, moesten overnachten. Geen straf, want, vermeldt een gevelsteen "De nering is hier goet Godt lof / Men draecht het bier hier op en op".


Westwaarts ging het daarna, want de buitengebieden van de stad stonden centraal in deze editie van Open Monumentendag. 

In de Molen van Sloten, het toeristische poldergemaal dat er nog steeds voor zorgt dat wij in Nieuw-West geen natte voeten krijgen, was de laatste rondleiding volgeboekt. We keken er een tijdje naar alle bedrijvigheid. Er waren beelden van Rembrandt en Saskia, van Vincent van Gogh (wat deed die hier??), een friettent. Mijn vriendin herkende in een van de rondleiders een collega van vroeger. We kregen wat info mee en besloten later nog eens terug te komen. Ik besefte inmiddels dat ik wel heel veel over de aan Nieuw-West grenzende gebieden heb gelezen, maar er veel te weinig ben geweest, voor iemand die pretendeert met kennis van zaken over de Westelijke Tuinsteden te schrijven en te zingen.
We staken het water over en liepen langs het Zwarte Pad. Research! Ik stel al zes jaar, samen met Fred Martin, een boekenreeks samen die Tussen Andreasplein en Zwarte Pad heet, maar geen voetstap had ik liggen op dit lange rechte wandel- en fietspad tussen De Aker en de Ringvaart in, dat voert langs de weelderige achtertuinen van de woonboten en waterhuizen. Ons doel was die andere plaatselijke molen, die van De Aker. Geen wieken, hij werkt niet meer, het betreft hier een molenstomp. Mooi woord, vond ik, nooit gelezen of gehoord. De Akermolen is sinds de restauratie van 2010 een theehuis, hoewel dat niet letterlijk genomen hoeft te worden: ik laafde me er aan Stoutmoedig, een heerlijk bier van Brouwerij de 7 Deugden, 
gebrouwen even verderop, pal naast de Molen van Sloten. Het was hier landelijk toeven, zo aan de uiterste grens van de stad. We besloten Amsterdam maar helemaal achter ons te laten voor vandaag en aten heel lekker op het terras van een brasserie aan de Ringvaart. In het verre Badhoevedorp. Daar was ik in vijftig jaar niet geweest.


Geen opmerkingen: