De yogajuf had pas haar vader verloren. Na afloop van de les werd er thee ingeschonken, en begon ze te vertellen over haar recente ervaringen. Ik luisterde goed, want zelf was ik met het verlies van mijn vader nog lang niet verzoend. Mogelijk had ze me troost of goede tips te bieden, over hoe om te gaan met de leegte die zo'n belangrijk iemand achterlaat. Maar algauw merkte ik dat haar benadering diametraal op de mijne stond. Ik hoor mensen te vaak beweren dat het toch ook heel mooi is, het sterven. Indrukwekkend, en zo. Zover ging ze gelukkig niet, maar ze bleek wel een hele reeks sprookjes en zelfbedrog in stelling te hebben gebracht tegen de onaanvaardbare, gruwelijke lelijkheid van de dood. De kerstdagen waren erg troostrijk geweest, met kaarsen en klassieke muziek. Met een glas wijn en Byzantijnse koorzang had ze 's avonds hele gesprekken gevoerd met haar dode vader. Ik luisterde mies toe en voelde me eenzaam.
Het verhaal ging verder, zinspeelde op het voortleven van de ziel. Ik voelde het aankomen, en ja, daar was het: de tv was op onverklaarbare wijze aan en uit gefloept, toen de hele familie bijeen zat, met kerstmis. Driemaal raden wie daar achter zat.
'Ze mogen één groot teken geven,' zei de yogajuf met de kalme stem van een kenner.
'Van wie?' wilde ik vragen. Maar ik beet mijn tong af. 'En wie zijn "ze"?' had ik er ook wel aan willen toevoegen. Maar mijn sarcasme zou misplaatst zijn en in een diepgravend, tastend en hortend gesprek vol wederzijds onbegrip had ik geen zin. In plaats daarvan zat ik het kwartier lijdzaam uit. Ik nam mijn omgeving opmerkzaam op. De schrale kerstboom met de lelijke ballen van de Xenos of de Big Bazar. De toegedekte biljarttafel. De oude kaarten aan de muur, die de polder in de zeventiende eeuw voorstelden. Toen er voorgelezen was uit Handboek Psiegelogie van Willem de Ridder vond ik het welletjes. Ik deed mijn schoenen en jas aan, legde geld neer en wees op mijn pijp. 'Ik ga alvast naar buiten, al te lang geen nicotine gehad.' Ze knikte vriendelijk, zwaaide flauwtjes met haar vrije hand. Ik zag de rimpeltjes rond haar ogen.
In de auto morde ik tegen mijn vriendin: 'Ik vind die yoga fijn en goed, echt waar, maar dat gelul na afloop, daar heb ik gewoon geen zin meer in.'
'Heb je gezien wat die man deed?' vroeg mijn vriendin.
'Je bedoelt Paul? Ja, die weigerde zijn thee en ging meteen weg.'
'Precies. En niemand vindt dat gek. Geen vragen. Hij zal er zijn redenen wel voor hebben. Dat kun jij toch ook doen?'
Ik dacht daar even over na en even later was een nieuw voornemen voor dit jaar geboren. Wellevendheid heeft me al te veel koppen thee laten drinken.
1 opmerking:
Een mooie laatste zin!
Met dat zogenaamde 'goede gedrag' ben ik ook een beetje behept. Met als bijkomend probleem dat ik soms toch ongewild explodeer. Terwijl weggaan ook een oplossing was geweest.
Een reactie posten