vrijdag 25 november 2022

SAMENWONEN

Het was een even grauwe als moeizame dag. Ik zag ergens tegenop en had nog niet voor mezelf helder kunnen maken hoe ik dat ging oplossen. Die beslissing zou nog die dag moeten vallen maar ik schoof hem telkens wat verder voor me uit. Daar klonk mijn telefoon, een appje.
'Ben je thuis?' Mijn vriendin, toevallig in de stad. 
'Jawel,' toetste ik terug. 'Maar ik sluit me op. Ben niks in orde.'
'Ik kom er toch aan,' was haar kordate reactie, gevolgd door een rijtje emoticons variërend van een kat met hartjes in zijn ogen, via een huilend gezichtje, tot volle kussende roze lippen. Even later ging de bel. Twee keer, zoals haar gewoonte is. Ze kwam boven. 'Als ik maar niet hoef te praten,' probeerde ik mat.
Maar natuurlijk deed ik dat tóch. Al gauw warmde mijn socialiteit op en toen ik haar had uitgelegd wat me dwarszat was dat al voor een deel opgelost, samen kwamen we er snel uit. Ik schreef de mail die ik moest schrijven, die moeilijke mail. Liet hem aan mijn vriendin lezen en stelde op haar aanwijzingen nog wat bij. Ik moest niet zo op mijn rug gaan liggen, vond ze. Dat geeft maar opening aan ongewenst aandringen. Duidelijk zijn! Nee is nee. Ik drukte hard op de verzendknop en stond nog wat onwennig opgelucht op. Tijd voor eten. Ik morde een beetje over mijn lege provisiekast, er was precies genoeg voor één persoon; maar ik wuifde haar grootmoedige aanbod om naar de Albert Heijn te gaan even grootmoedig weg. Ik zou wel iets verzinnen.
Ik improviseerde een verrassend lekkere pasta met spinazie, ui en tomaat en Beyond Meatballs. Daarna keken we tv. Ik gaf mijn gebruikelijke commentaar bij wat ik zag, alle zwaarte en zwijgzaamheid waren uit de dag geweken. Ik speelde zelfs een liedje voor haar dat ik had ingestudeerd - Eva, van Boudewijn de Groot. Om tien uur liet ik haar alleen met wat ze verder nog wilde zien en ging ik in bed liggen lezen. Nog voor ik het lampje uitknipte voegde ze zich bij me. Met twee katten op het dekbed en een vrouw eronder was het een lekker warme nacht. Ik sliep uitstekend. 
De volgende dag dronken we koffie. Ik roosterde brood. Daarna ging ze naar haar atelier. Ik deed mijn eigen dingen. In de namiddag was ze er weer. We aten de op woensdag traditionele potage van gepureerde courgette en aardappel, groene soep genoemd in de familie, en gingen naar de koorrepetitie. Thuis aten we een gevulde koek bij wijze van zondig toetje. Na Nieuwsuur was het tijd voor een hoofdstuk Dickens. Dit keer sliep ik al toen ze binnenkwam.
De volgende morgen zei ik bij het afscheid: 'Het was gezellig. Net alsof we samenwonen. Moeten we vaker doen.'
Mijn vriendin was het met me eens. Ze is met pensioen en we zijn niet meer aan de weekends gebonden. Maar de weekindeling draait nog op de routine van daarvoor. Een nieuw en vrij ritme vinden gaat niet vanzelf. Daar heb je kordate vrouwen voor nodig.


Geen opmerkingen: