Midden in een repetitie met mijn zoon kwamen ze de een na de ander binnen, mijn luit en de wc-pot. De buzzer verstoorde ons meerstemmige getinkel. Ik legde mijn gitaar weg en deed de loodgieter open. Een tweede keer ging de bel en ik holde de drie trappen af. Beneden wachtte me een grote doos met fragile plakband eromheen, rood op wit. Ik had er al bijna niet meer op durven hopen.
De trouwe lezers weten waarover ik het heb, voor de nieuwkomers of incidentele bezoekers van dit blog vat ik het even kort samen. Aan het begin van deze zomer kocht ik in een impuls een luit. Een oud, gebutst en opgelapt instrument, maar ik werd er algauw verliefd op. Ik verdiepte me in speltechniek en renaissancemuziek. Toen brak er een stemschroef af. Het stukje hout waarin de schroef stak was al eerder gelijmd geweest, met konijnenlijm. Ik liet het repareren. Twee weken later liet ook de nieuwe superlijm los. Ik had garantie bij de reparateur dus hij bracht een extra steunlatje aan en zette alles opnieuw vast, dit keer onwrikbaar, leek het. Maar toen er een tijdje later een snaar sprong en ik een nieuwe opzette kreeg ik de stemschroef niet losgedraaid. Muurvast in zijn diep uitgeboorde holletje. Ik wrikte o zo voorzichtig maar daar was het inmiddels gevreesde knappende geluid van losbrekend lijmvlak. Dat was op een regenachtige maandagmorgen.
Vreemd genoeg was ik niet boos, gefrustreerd of verdrietig. Gelaten, eerder. Ik trok de deur achter me dicht en ging een stevig eind lopen. Onderweg was me algauw duidelijk wat me te doen stond. Dit was een heilloos traject. Ik kon wel blijven investeren in reparaties maar tenzij ik het ding naar een luitbouwer bracht voor een grondige en kostbare restauratie zou het sukkelen blijven. En was een goedkope fabrieksluit van onduidelijke herkomst zo'n stap waard? Nee, het was duidelijk dat er een nieuwe luit moest komen. Deze kon ik misschien nog wel slijten aan een knutselende liefhebber. De nieuwe luit die ik mezelf al voor mijn verjaardag had beloofd moest vervroegd worden aangeschaft, het was niet anders. Ik spendeerde zoveel intensieve uren aan mijn nieuwe hobby dat het zeker geen onverantwoorde uitgave genoemd kon worden. Bovendien had ik net mijn eerste AOW binnen.
Thuis zocht ik voor de zoveelste maal de site op van een bouwer in Dublin. Ik aarzelde, dubde en vergeleek heel lang maar uiteindelijk hakte ik de knoop door. Deze moest het worden, deze mooie, 13-snarige, redelijk betaalbare renaissanceluit van walnotenhout. Ik haalde diep adem, maakte het geld over, feliciteerde mezelf, en het wachten begon.
De monteur bukte zich over de pot, dreef schroeven in, bekroonde hem met een gloednieuwe deksel. Ik sneed de doos open, haalde mijn nieuwe speeltje tevoorschijn dat verrassend teer en licht was en stemde de snaren. De knoppen draaiden luxueus soepel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten