woensdag 23 november 2022

MATTHIJS


In mijn jonge jaren verdiende ik wat bij in het koor van het Nederlands Dans Theater. Terwijl op de bühne een ballet gaande was zongen wij beneden in de orkestbak het Requiem van Mozart of Les Noces van Stravinsky, dicht opeengepakt tegen het orkest aan. Het publiek in de zaal zag een lichtvoetig dansspel met schijnbaar gewichtsloze dansers. Wij hoorden boven ons een oorverdovend gestamp en gekreun en soms een hartgrondige vloek.
Iedere podiumkunstenaar weet het: achter of onder de coulissen is er altijd herrie, de illusie daar in de spotlights komt onder barensweeën tot stand. 
Wat voor het theater geldt is evenzo van toepassing op een live-talkshow. Of op directiekamer van een piekend bedrijf, of de keuken van een toprestaurant. Er wordt onder hoge druk een prestatie geleverd die niet meer terug te draaien is. Dat geeft een spanning waar je psychisch op gebouwd moet zijn. If you can't stand the heat, leave the kitchen, zoals ze zeggende chefkok, CEO of chef-dirigent zal niet zo gauw als eerste opstappen. 
En er wordt heel wat geschreeuwd, in die keukens, sportkleedkamers, tv-studio's en schouwburgen, als de zaken niet lekker lopen. Dat is niet netjes natuurlijk, maar is het ook erg? Altijd reuring. Tenzij er van een diep wortelend intern conflict sprake is duurt die vulkanische spanning meestal maar zolang als de uitzending, voorstelling of wedstrijd duurt. Daarna wordt er stoom afgeblazen, afgezoend en opgelucht op schouders geslagen.

Ooit bracht ik een brief op in een opera, zoals dat heet. De repetitie ging niet naar wens, de temperamentvolle Hongaarse maestro sloeg zich gefrustreerd door de partituur heen. Toen hij uiteindelijk ontplofte richtte hij zijn woede niet op zichzelf of op de gerenommeerde stersolisten maar op de kleine man die de bijrol zong. Hij tikte mijn passage af. In bijzijn van orkest, koor en collega's kreeg ik zijn opgekropte woede over me heen. Ik voelde me vernederd, dat begrijpt u. Maar de volgende dag riep hij me voor de première in zijn kleedkamer en verontschuldigde zich nederig voor zijn uitbarsting, die eigenlijk niet zozeer mijzelf als de hele situatie had gegolden, dat had ik toch ook wel begrepen? Ik kreeg een schouderklopje en een hand. Daarmee was voor mij de kous af, al blijft de herinnering onprettig.

Ik vind dat we aan iemand die ons vijftien jaar lang dagelijks op niveau heeft geamuseerd, geïnformeerd en geboeid wel enig begrip verschuldigd zijn. De keerzijde van gedrevenheid en enthousiasme is een licht ontvlambaar temperament. Aangehitst door een uit de hand gelopen wokisme (alleen volmaakte mensen mogen blijven, alle andere hoge koppen moeten rollen) wordt het een onder invloed van het andere gemakshalve vergeten.

Maar ook dit. Een beetje zelfkennis en bezinning doet wonderen. Als Matthijs bij de borrel na afloop van de gewraakte opnames eens goed in de spiegel had gekeken en zijn welgemeende excuses had aangeboden voor zijn driftbuien zou het zover niet zijn gekomen. 


Geen opmerkingen: