dinsdag 7 oktober 2014
Rookzangers notitieblog (9)
Er zijn stemmingen waarvoor geen naam lijkt te bestaan. Mengstemmingen. De bekendste is waarschijnlijk de cocktail van genot en pijn die komt met verloren of onbeantwoorde liefdes. Een lekker soort zelfmedelijden, waaraan we de beste liefdesliedjes te danken hebben. Jeugd is een premisse voor het bestaan van deze voluptas dolendi want het lekkere kan alleen maar bestaan dankzij de diepgewortelde overtuiging dat er nog wel andere liefdes zullen komen.
Ingewikkelder is de opluchting die heerst na begrafenissen. Je hoort vaak met verbazing en verontschuldiging zeggen hoe gezellig het – ‘ondanks alles’ - was om al die mensen van vroeger weer bijeen te zien. In culturen die minder last van een christelijk geweten hebben wordt zo’n gelegenheid dan ook uitbundig gevierd, na het al even uitbundige verdriet. Bij ons zullen niet veel mensen volmondig erkennen dat ze zich – na het elimineren van alle mitsen en maren – gewoon blij voelen, als de dood een feit is, het eerste verdriet voorbij, de kist in de aarde is gezakt en de koffie en cake ons vertellen dat ons leven gewoon doorgaat. Het is dan ook een raar soort blijdschap. Een herfstzonnetje.
Voor dit sentiment is juist de afwezigheid van jeugd een noodzakelijke voorwaarde. Je moet zelf al enige ervaring met de dood hebben, en de gestorvene moet oud zijn geweest, of tenminste al zeer lang ziek.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten