vrijdag 10 oktober 2014
Rookzangers notitieblog (10)
Gisteren werd ik gebeld door G. Nadat hij een dolle stroom van associaties op me losgelaten had werd het een echt gesprek. Hij was streng tegen me en ik moest mijn stem verheffen. Het deed me goed, zo met een mens te praten en me te moeten rechtvaardigen. Ik voelde me sterker na het gesprek en putte er moed uit. Ik weet theoretisch dat bellen beter is dan het veilig-afstandelijke chatten en mailen, maar vergeet het elke keer weer, en laat de telefoon na een eerste voornemen om er vaker gebruik van te maken onberoerd.
In de levenskunst ben ik hardleers, en ik vraag me af waar dat vandaan komt. Met mijn cognitie is niks mis - in andere dingen leer ik snel en onthoud ik wat ik leer. Maar ik blijf open deuren intrappen als het aankomt op savoir vivre : ik vergeet dat ze al open waren. Of ze zijn in het slot gevallen en ik moet ze opnieuw forceren. Zo heb ik ook verschillende keren een moment van ‘verlichting’ gehad, maar altijd hetzelfde. Het lichtje blijft nooit branden. Een ezel ben ik, die traag bijleert en koppig vasthoudt aan verjaarde inzichten.
Ik sprak over onzekerheid, over angst voor de toekomst. G. wreef me in dat het geen zin had ons te sappel te maken. We gingen er hoe dan ook aan, en konden dus beter van elk kopje koffie genieten. Op het moment dat hij dat zei viel er een last van me af. Niet zozeer om wat hij zei, maar omdat hij het zei. De levende stem van een vriend - geen virtueel contact kan daar tegenop.
(9-10-14)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten